Raadszetel of wethouder
Raadslid, het mooiste politieke ambt
De kandidatenlijsten zijn ingeleverd en de kandidaat-raadsleden doen de komende campagne hun best op 16 maart uw stem te winnen om in de gemeenteraad te komen. Sommige lijsttrekkers laten zich ontvallen helemaal niet beschikbaar te zijn voor de gemeenteraad. Zij willen weer wethouder worden. In Haarlem bijvoorbeeld zegt een lijsttrekker dat hij graag wethouder wil blijven. Mocht zijn partij in de oppositie belanden, dan wordt hij geen raadslid. Zijn argumentatie: ‘De kiezers stemmen ervoor wie de bestuurders worden van de stad’. Dat is best gek. Bij de komende verkiezingen kiezen we raadsleden, geen kandidaat-wethouders. Om in aanmerking te komen voor het wethouderschap hóeft men niet op de kieslijst te staan. Pas na de verkiezingen zoekt de nieuw geïnstalleerde gemeenteraad wethouders aan. Dit mag vanzelfsprekend zijn, kennelijk snapt toch niet iedereen hoe het werkt.
Wethouders worden gekozen door de héle raad
De gedachte erachter is dat in een democratie de raad de baas is. Logisch, want in een democratie heeft de volksvertegenwoordiging het eerste én het laatste woord. Een kandidatuur voor het wethouderschap doet het voorkomen alsof de kieslijst de bijwagen is voor de wethouder. Dat klopt niet: men stemt bij de raadsverkiezingen op een groep volksvertegenwoordigers. Daarbij zijn het niet de fracties die bepalen wie er wethouder wordt. Wethouders worden gekozen door de héle raad. Een kandidaat moet dus niet alleen de steun hebben van zijn eigen fractie, maar ook door tenminste de helft-plus-een van de raad worden geaccepteerd. Zelfs als een door een fractie voorgedragen kandidaat wethouder wordt, zit deze er niet om het fractie-beleid uit te voeren. Het college voert een opdracht uit namens de raad.
Aanstotelijke karikatuur
Een wethouder mag zich dan wel CDA’er, D66’er of PvdA’er voelen, maar doen als of hij namens één raadsfractie of partij beleid uitvoert is een aanstotelijke karikatuur van de parlementaire democratie. Het kan zijn dat de Haarlemse wethouder het allemaal niet zo bedoeld heeft. Hij had tot 31 januari de tijd om zich terug te trekken als kandidaat raadslid. Dat is transparant, maar belangrijker nog: staatsrechtelijk zuiver. Anders is de oplossing eenvoudig: niet stemmen op kandidaten die het raadswerk eigenlijk niet willen uitvoeren. Er zijn vast genoeg andere kandidaten op de kieslijst die wel graag de komende vier jaar samen met hun collega’s het hoogste orgaan van de gemeente willen vertegenwoordigen. Het is immers nobel en prijzenswaardig werk.
Decentrale bestuurders krijgen steeds meer verantwoordelijkheden
Er is alle reden om hier even bij stil te staan. Over volksvertegenwoordigers wordt veel geschreven en geroepen. Daarbij zijn vooral de landelijke parlementariërs beeldbepalend. Ook in onderzoek naar de stand van de Nederlandse democratie zet het nationale niveau de toon. Over de grote groep decentrale ambtsdragers – de ruim tienduizend die actief zijn in het bestuur van gemeenten, provincies en waterschappen – hoor je minder. Uit SCP onderzoek blijkt dat burgers meer vertrouwen hebben in het gemeentebestuur dan in de andere bestuurslagen. Er zijn zo’n tienduizend volksvertegenwoordigers. Daarvan is de grote meerderheid (87%) actief in gemeenten, zijn er 5% actief bij provincies en 5% bij waterschappen, terwijl de blikvangers van de Eerste en Tweede Kamer 2% van het totaal vormen. De decentrale bestuurders krijgen steeds meer verantwoordelijkheden en worden steeds belangrijker voor de kwaliteit van de Nederlandse samenleving. Denk aan de decentralisaties richting gemeenten van jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. En kijk naar wat er gebeurt rondom de opvang van vluchtelingen de afgelopen tijd.
Zorgen
Er zijn ook zorgen. Zorgen over tanend aanzien van politici. Zorgen over afnemende aantrekkelijkheid van het ambt van volksvertegenwoordiger. Er zijn signalen dat mensen steeds moeilijker voor het ambt zijn te interesseren. Dat alles maakt de vraag hoogst relevant: wat beweegt volksvertegenwoordigers? Het antwoord is heel eenvoudig. Zij zijn gedreven aan het werk voor het collectief en trots op hun rol. Gemeenteraadsleden zitten gemiddeld zeven jaar. Twee derde is raadslid naast een gemiddeld bijna fulltime baan. Een raadslid maakt een wezenlijke impact op het leven van de inwoners van hun gemeente: de keuzes die zij maken zijn belangrijk voor nu én de toekomst. Het is mooiste politieke ambt. Je zou het bijna vergeten.