08 juni 2020

Racisme

Racisme

De sluimerende woede over rassendiscriminatie kolkte de afgelopen weken naar de oppervlakte. Er waren heftige acties in de VS, maar ook demonstraties in Nederland. Tienduizend mensen kwamen naar de Bijlmer, vijfduizend verzamelden zich op de Dam in Amsterdam en vierduizend bij de Erasmusbrug in Rotterdam. Honderden anderen waren bij de antiracismedemonstraties in Utrecht, Zwolle, Eindhoven, Tilburg en Breda. Leefden we niet midden in een coronapandemie, dan was de opkomst waarschijnlijk nog veel groter geweest.

Collectieve identiteit

De demonstranten waren zwart én wit, en van alle leeftijden. Ze waren er omdat ze boos zijn over racistisch politiegeweld in de VS. Maar vooral ook omdat ze boos zijn over racisme in Nederland. De discussie die in Nederland doorgaans vooral knettert als Zwarte Piet in het land is, schoot nu opeens midden tijdens zomerse temperaturen van een waakvlam de hoogte in. Je ziet tijdens de protesten veel jonge mensen die hier zijn geboren en getogen, hun families zijn hier soms al generaties. Die willen niet meer als buitenlanders worden behandeld. Maar waarom gebeurt dat laatste dan in hun ogen nog wel? En hóe gebeurt dat dan? De verklaringen die ervaringsdeskundigen daarvoor hebben, vormen een ingewikkelde boodschap voor de witte Nederlander. Het gaat over onze collectieve identiteit, over bagatelliseren, over institutioneel racisme in het onderwijs, of bij het vinden van een baan en huisvesting. Maar de boodschap begint bij de slavernij. Of misschien juist bij het einde daarvan.

Superioriteit onder druk

De afschaffing van de slavernij, in 1863, was een groot moment. Maar vanaf dat moment zie je ook een andersoortig racisme opkomen. Niet alleen in de handel, maar ook in het verleden van de Nederlandse plantages in Suriname en op de Antillen. Door het beëindigen van het juridische verschil tussen de tot slaaf gemaakte en de vrije mens komt de blanke superioriteit onder druk te staan. Dat voelde als een verlies. En dat verlies werd gecompenseerd door het belachelijk maken van zwarte mensen, bijvoorbeeld in het theater. In de VS en elders ook door straatgeweld en lynchpartijen. Het is de periode dat black face-theater populair wordt. Het wordt een onderdeel van een nieuw blank zelfbeeld: je verheven voelen door een karikatuur te schetsen van zwarte mensen, door ze als onbeschaafd en gewelddadig af te schilderen.

Dekolonisatie

In de 20ste eeuw is het de dekolonisatie die voor ongemak zorgt. Dat Suriname niet meer bij Nederland wilde horen, voelde voor een deel van de Nederlanders als een afwijzing. Surinamers hoorden blijkbaar liever bij een arm, maar eigen land, dan bij een rijk land als Nederland. Tegelijkertijd kwamen er veel Surinamers naar Nederland. Zij dachten hier gelijkwaardige burgers te worden. Maar dat viel tegen. Als een zwart iemand zich uitspreekt, ontmoet dat weerstand. En je merkt nog steeds: zwarte mensen krijgen een fel weerwoord en worden anders, feller bejegend dan witte mensen. Dat kun je terugvoeren op het gevoel van witte superioriteit. In Nederland zeggen veel mensen: de problemen zijn hier niet zo groot. Maar dat komt omdat het wat minder zichtbaar is dan bijvoorbeeld in de VS. Als je in New York rondloopt, zié je duidelijk het verschil tussen wit en zwart, veelal ook het verschil tussen rijk en arm. Je kunt je ogen er niet voor sluiten. Het is dan ook dat land dat nu, veel meer nog dan Nederland, in vuur en vlam staat. De protesten begonnen daar en zijn er heviger dan waar dan ook. Het debat is hier in die zin verder en concreter: Zwarte Piet, black face, is in Amerika ondenkbaar. In Nederland zie je de armoede en de verschillen tussen wit en zwart minder duidelijk. Het maakt het makkelijker om in Nederland te zeggen dat het wel meevalt met het racisme. De situatie in Nederland is anders dan in Amerika, de ongelijkheid is veel minder groot. Dat wil niet zeggen dat er geen racisme is, je moet alleen beter je best doen om het te zien, verder kijken dan het laagje schijngelijkheid. De huidige activisten hebben dan ook een nieuwe aanpak, expliciet gericht tegen anti-zwart racisme.

Historische context

Excuses aanbieden voor (ernstige) fouten in het verleden kan een betekenis hebben. Zo werd het ook gevoeld toen de koning dat onlangs in Indonesië deed voor geweldsontsporingen na de onafhankelijkheidsverklaring van 17 augustus 1945. De pijn en het verdriet van de getroffen families, zo zei de koning, zijn lang voelbaar. Er was waardering voor die woorden. Het is bij historische excuses altijd de vraag wie dat nu namens wie doet en met welk recht dat gebeurt. Kan een huidige regering zonder meer spijt betuigen over regeringsdaden uit het verleden? Waar het gaat om ontsporingen is de vraag van belang of de regering zich daarvan bewust was en of die dat goedkeurde of misschien maar op de koop toenam.  Geschiedenis is niet alleen de loop van gebeurtenissen, maar evenzeer een complex geheel van ontwikkelingen, machtsverhoudingen, gezamenlijke besluiten, individuele keuzes en publieke opinie, ofwel: tijdgeest. En er is een historische context. Keuzes werden gemaakt vanuit een bestaande (koloniale) situatie. Voor latere generaties is dat moeilijk te doorgronden en historici kunnen daarvan hoogstens zo goed mogelijk een beeld schetsen. Dat moet tot enige terughoudendheid leiden bij het beoordelen ervan. Dat alles betekent niet dat daarmee misdaden (excessen) vergoelijkt moeten worden. Het was feitelijk al lang bekend dat misdaden zijn begaan, die het maken van excuses rechtvaardigen en die ook historisch gezien dienen te worden veroordeeld. Dat geldt echter niet voor alle beslissingen die tijdens een bepaalde periode zijn genomen. Het is te simpel om achteraf te oordelen, zonder daarbij de context te betrekken waarin besluiten werden genomen. In die zin kan de historicus beter verklaren dan louter (ver)oordelen.

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.