16 juni 2021

Turbulentie bij het CDA

Het CDA lijkt diep verdeeld over de Omtzigt-crisis. De helft van de leden heeft begrip voor zijn vertrek, de helft niet. Een deel van de CDA’ers wil een spoedcongres, anderen vragen om geduld.

Zoveel CDA’ers, zoveel meningen. Na de ontploffing van de kwestie-Omtzigt schiet het alle kanten op onder leden en politici. Een vleugel wil een spoedcongres om de leden te horen over Omtzigts spijkerharde kritiek en zijn vertrek, anderen pleiten er juist voor om te wachten op de verkiezingsevaluatie van de commissie-Spies. In het hele land houden CDA-afdelingen extra bijeenkomsten over de vraag hoe het verder moet. Inmiddels is er genoeg steun voor een congres. Ruim vijfhonderd leden hebben de petitie ondertekend en een verzoek ingediend. Het CDA is daardoor statutair verplicht om binnen acht weken een partijcongres te organiseren. Het Landelijk Bestuur van de partij heeft dan ook besloten om een bijzonder congres uit te roepen, uiterlijk medio september en indien mogelijk live.

Breuk

Het proces dat in het CDA verzoening had moeten brengen eindigt nu met een onverwachte breuk. Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt besloot met pijn zijn lidmaatschap van de partij op te zeggen, nadat een memo uitlekte die hij aan de commissie-Spies had geschreven. Deze commissie onderzoekt de verkiezingsnederlaag en de rommelig verlopen lijsttrekkersverkiezing, met als doel lessen te trekken en de partij weer te verenigen. Omtzigt heeft daar zijn consequenties uit getrokken. Het stuk van Omtzigt, een 76 pagina’s tellende aanklacht tegen zijn behandeling in het CDA, is op onbekende wijze gelekt naar de media. Nu een deel van dit stuk van zijn scherpe visie op straat ligt, was het voor hem nog moeilijker geworden om binnen het CDA te blijven functioneren. Dat is jammer maar wel overduidelijk. Omtzigt zal zich de komende maanden op zijn politieke toekomst beraden. Hij wil eerst herstellen van zijn oververmoeidheid en daarna zelfstandig verder gaan als onafhankelijk Kamerlid in de oppositie. Met nog vier jaar tot de nieuwe Tweede Kamerverkiezingen, is dat geen gemakkelijke opgave. Maar zomaar opgeven doet hij niet, juist omdat veel mensen hem vertrouwen hebben gegeven.

Stroeve relatie

De relatie tussen Kamerlid Pieter Omtzigt en de partijtop van het CDA was altijd stroef. De breuk leek dan ook al langer onvermijdelijk. Zijn vasthoudendheid in onder meer de Toeslagenaffaire zorgde voor spanningen in de coalitie. Maar bij kiezers is hij razend populair. In de gelekte notitie -met explosieve passages- beschrijft Omtzigt, Kamerlid sinds 2003, dat hij zich de afgelopen jaren niet gewaardeerd, geïsoleerd en soms ronduit onveilig voelde binnen het CDA. Hij stelt ook op onheuse wijze te zijn gepasseerd toen minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge eind vorig jaar besloot om toch geen lijsttrekker te worden. De Jonge werd toen nipt gekozen, maar de door technische mankementen geplaagde interne verkiezingen, waren een fiasco voor de partij. Het CDA bleef diep verdeeld achter en Omtzigt hield twijfels over de uitslag. Nadat De Jonge liet weten het partijleiderschap niet meer te willen combineren met zijn rol als coronaminister, bleek Wopke Hoekstra bij nader inzien toch bereid om lijsttrekker te worden. Omtzigt werd geacht zich daar maar naar te schikken. Hij kon zijn frustraties over die afhoudende houding steeds moeilijker verbergen. Binnen en buiten het CDA groeide de waardering -hij bracht de Toeslagenaffaire aan het licht, won bijna de interne lijsttrekkersverkiezingen, haalde 342 duizend voorkeurstemmen en zijn boek werd een bestseller- maar voor de partijtop veranderde er weinig. Terwijl Omtzigt achter de schermen weleens droomde van het premierschap, bleef hij voor het CDA niet meer dan een goed Kamerlid. Op zoek naar erkenning en waardering bij de leiding, was hij een partijparel die lang niet altijd opgepoetst voor in de etalage mocht pronken.

Ongewis

Nu de breuk definitief is, zijn de gevolgen voor de partij ongewis. Het is maar de vraag of de rust in het CDA door het vertrek van Omtzigt snel terugkeert, of dat de partij juist uit elkaar zal vallen en aan de interne onrust ten onder gaat. De belangrijkste taak wordt nu om de partij te behoeden voor meer schade. Eerste opdracht: voorkomen dat veel leden of zelfs Kamerleden gedesillusioneerd afhaken. Het vertrouwen terugwinnen van het grote publiek zal nog moeilijk worden. Omtzigt heeft het CDA in zijn stuk afgeschilderd als een partij zonder ideeën, zonder samenhangende maatschappijvisie. De Christendemocraten hebben altijd gemakkelijker gebogen naar rechts, met uitzondering van de wederopbouwperiode na de oorlog toen de rooms-rode samenwerking ruim tien jaar standhield. Het machtsmotief speelde nadien altijd een voorname rol. Met links regeren was electoraal nimmer lonend, met rechts kon dat tot 2010 altijd vanuit een dominante positie.

Populisme

Het CDA heeft de afgelopen decennia onvoldoende onderkend dat het populisme kon opkomen door vrij baan te geven aan een kapitalisme dat de overheid als probleem zag, niet als oplossing. Die tendens heeft tot een verwaarlozing van het bonum commune geleid, het algemeen belang van een samenleving, verschraling van de overheidsdiensten en een groeiende vermogensongelijkheid onder burgers. Het CDA liet zich in de jaren na de val van het communisme in 1989 meeslepen door de VVD en het geloof van de liberalen in het kapitalisme. Daarmee verloochenden ze hun geschiedenis als voorvechters van een politiek-sociale ordening die het publieke belang boven het belang van aandeelhouders stelt. Volgens sommigen heeft het CDA zich losgezongen van haar achterban en geschiedenis en is het een elitepartij geworden. De toestand waarin het CDA nu verkeert slaat niet louter op henzelf terug, maar raakt het bestel van onze parlementaire democratie in het hart. De wezenloze formatie is een symptoom van deze crisis.

Benarde situaties kunnen moedig leiderschap oproepen. De eerstvolgende verkiezingen, die voor de gemeenteraden, zijn al maart volgend jaar. De partijleiding zal serieus aan de slag moeten.

 

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.