Verkiezingsprogramma: 3. Sterke samenleving
3. Sterke samenleving
Wat is ons doel?
Het CDA-Lansingerland wil goed op de hoogte blijven wat er speelt in onze samenleving. We willen regelmatig met de bewoners van Lansingerland in contact komen, graag weten wat er speelt in de wijk, buurt of kern waar u woont. We komen graag in gesprek met de bewoners over de ideeën die er leven om de buurt waar u woont indien mogelijk beter, mooier of leefbaarder te maken.
Hoe willen we dat bereiken?
De afgelopen vier jaar hebben we wederom in alle wijken van Lansingerland wijkbezoeken gehouden en uiteraard gaan we daar ook de komende jaren mee door. Ook spreken we op diverse bijeenkomsten met ondernemers en bestuurders van verenigingen en organisaties. CDA-bestuurders komen uit de wortels van de samenleving en willen ook als betrokken medebewoners uit uw buurt, wijk of kern op de hoogte zijn van en aanspreekbaar zijn voor de bewoners.
Er zijn problemen en aandachtspunten die in alle delen van Lansingerland spelen, zoals veiligheid rond scholen. We hebben als CDA tijdens de wijkbezoeken en ook andere contacten ook specifieke aandachtspunten vernomen die in bepaalde wijken van Lansingerland om aanpak vragen:
Wat is ons doel?
Het CDA wil dat onze gemeente initiatieven van inwoners ruim baan geeft. Dat kan door financiële ondersteuning, maar vaker nog door als gemeente los te durven laten in plaats van initiatieven over te nemen. Het CDA wil liever een sterke samenleving dan een sterke overheid. Burgerinitiatieven bereiken vaak met minder middelen groter resultaat.
Het vooraf duidelijkheid geven over de (on)mogelijkheden is wat het CDA van de gemeente verwacht, zodat vooraf duidelijk is hoe inwoners zich kunnen inzetten. De gemeente maakt een overzicht van waar inwoners kunnen participeren, hoe ver we als gemeente gaan met nieuwe invullingen van burgerinitiatief, hoeveel ruimte je de inwoners wilt geven en wat die ruimte inhoudt.
Hoe willen we dat bereiken?
· Het CDA verwacht dat de gemeente actief meedenkt met initiatieven vanuit de samenleving; nagaat hoe het initiatief gerealiseerd kan worden. Als een vergunning wettelijk verplicht is, betaalt de gemeente de leges zelf of zorgt de gemeente dat deze niet of nauwelijks nodig zijn.
· Het CDA wil dat de gemeente ruimte laat, om daar waar het mis gaat niet meteen in te vullen met regels en verordeningen. Maatschappelijke (burger-)initiatieven worden waar mogelijk voortaan zoveel mogelijk ontlast van vergunningsplichten.
· Het CDA zet in op de afschaffing van overbodige regels uit de Algemene Plaatselijke Verordening die maatschappelijke (burger-)initiatieven, verenigingen en vrijwilligers in de weg staan.
· Het CDA wil dat de gemeente een overzicht publiceert over welke initiatieven gesubsidieerd worden en welke subsidie beschikbaar is per buurt, om zo ook middelen in te zetten voor thema’s of buurten waar anders geen initiatieven zouden ontstaan.
· De gemeente hanteert vaste termijnen waarbij de gemeente helderheid verschaft wanneer wel iets met een plan wordt gedaan en wanneer niet.
· Het CDA gaat voor duidelijke taal. De gemeente communiceert voorspelbaar en duidelijk. Dan gaat het om het vroeg in een proces informeren van alle betrokkenen én hen gedurende het proces op de hoogte houden. De communicatie van de gemeente moet daarnaast ook begrijpelijk zijn. Wij willen dat de gemeente communiceert in heldere taal (taalniveau B1).
Wat is ons doel?
Het rijke verenigingsleven in onze gemeente moet blijven bestaan, los van de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad. Het CDA is blij met de ontwikkeling dat vrijwilligers(organisaties) publieke taken overnemen en nieuwe vormen bedenken van dienstverlening voor hun gemeenschap. Deze positieve ontwikkeling verdient ondersteuning door onnodige regels te schrappen.
Het CDA wil de slagkracht van verenigingen en maatschappelijke organisaties vergroten door minder bemoeienis van de gemeente en minder beperkende regels. Ondanks het feit dat het CDA zich in de afgelopen raadsperiode heeft ingezet voor de bevriezing van de huren van de accommodatie, bleek opnieuw dat de huur van hun accommodatie voor veel verenigingen een belangrijke kostenpost is. Tegelijkertijd is een goed gebouw voor de (sport)vereniging van groot belang voor het goed functioneren. Het CDA geeft verenigingen en maatschappelijke organisaties meer verantwoordelijkheid én beslissingsbevoegdheid voor innovatie en voor verduurzaming van complexen. Dat kan een goede manier zijn om de energiekosten te drukken.
Hoe willen we dat bereiken?
· Het CDA streeft naar een wereld met zo weinig mogelijk risico’s, maar een wereld zonder gevaar bestaat niet. Het CDA wil niet dat de landelijk noodzakelijke veiligheidseisen gemeentelijk verder worden verzwaard.
· Het CDA wil dat de verlening van evenementenvergunningen wordt versoepeld, daar waar vrijwilligers- en verenigingsactiviteiten in het verlengde liggen van alledaagse (vergunningsvrije) activiteiten, zoals bij een concert in een kerk.
· Het CDA vindt dat verenigingsgebouwen en -opstallen vrijgesteld moeten zijn van de OZB.
· Het CDA wil dat huurcontracten voor accommodaties ook voor langere tijd (5 jaar of langer) moeten kunnen worden afgesloten en dat er zekerheid moet zijn over de tarieven.
· In lijn met de planvorming rondom de Ledverlichting bij lichtmasten, helpt de gemeente verenigingen bij het in kaart brengen van rendabele duurzaamheidsinvesteringen. Daarbij stelt de gemeente zich waar mogelijk op als facilitator en zo min mogelijk als beperkende factor.
· Waar noodzakelijk staat de gemeente garant voor investeringen van lokale verenigingen en maatschappelijke organisaties die willen investeren.
· Het CDA wil een revolverend duurzaamheidsfonds (bijvoorbeeld ten behoeve van energiebesparing) waar lokale verenigingen een beroep op kunnen doen en waarbij rente en aflossingstermijn in overleg met de vereniging wordt vastgesteld zodat deze aansluit bij de financiële capaciteit van de vereniging. De opbrengst van de verkoop van de ENECO-aandelen kan deels gebruikt worden als basis voor dit fonds.
Wat is ons doel?
Participeren is geen verplicht ‘beleidsinstrument’, maar één van de sterktes van de vele vrijwilligers in Lansingerland waar de gemeente en bedrijven bij kunnen aansluiten en waarderen. Vrijwilligers, mensen die zich met hart en ziel inzetten voor een ander, vormen een onmisbare schakel in de binding en leefbaarheid van Lansingerland. De gemeente kan veel doen om vrijwilligerswerk makkelijker en leuker te maken. De betrokkenheid van vrijwilligers staat onder druk, in veel huishoudens werken beide volwassenen en is het voor hen steeds lastiger om zich structureel aan verenigingen te binden. De gemeente moet binnen de wet alles doen om de randvoorwaarden voor florerend vrijwilligerswerk zo gunstig mogelijk te laten zijn.
Hoe willen we dat bereiken?
· Vrijwilligerswerk moet zo makkelijk mogelijk worden gemaakt. De gemeente voorkomt daarom zoveel mogelijk administratieve lasten en andere verplichtingen van vrijwilligers.
· De kosten voor een verklaring omtrent gedrag (VOG) voor vrijwilligers die werken met minderjarigen worden door de gemeente vergoed.
· Het CDA ondersteunt het vrijwilligersinformatiepunt (VIP), waar vrijwilligers ervaring en kennis kunnen uitwisselen zonder voor te schrijven ‘hoe het moet’. Wij kiezen voor een persoonlijke benadering. Via het VIP worden verenigingen geholpen bij het ‘matchen’ van vraag en aanbod of het aanbieden van specifieke opleidingen voor vrijwilligers.
Wat is ons doel?
Naar buiten gaan en bewegen is heel belangrijk, als ontspanning en als voorwaarde voor een gezond leven. Maar bewegen en sporten heeft ook een andere functie: het brengt mensen samen en maakt mensen weerbaar. Sport speelt ook een belangrijke rol bij het overbrengen van waarden en vaardigheden die in het gewone leven onmisbaar zijn, zoals teambelang en respect voor de ander.
Het gemeentelijk sportbeleid creëert de randvoorwaarden om bewegen en sporten zo optimaal mogelijk te maken. Het CDA houdt rekening met de verschuiving van verenigingssporten naar individuele sporten in de openbare ruimte, zoals wandelen, fietsen en hardlopen. Het CDA vindt het belangrijk dat inwoners bekend zijn met de veelzijdigheid van sportmogelijkheden, weten hoe gezond het is, en waardering hebben voor de bijdrage die sport levert aan samenwerking, het welzijn van mensen en de leefbaarheid in buurten en dorpen.
Hoe willen we dat bereiken?
· Waar van toepassing krijgen recreatieve en culturele verenigingen en sportclubs de gelegenheid te ‘pitchen’ in gemeentelijke communicatiekanalen aan inwoners om betrokken te raken en te blijven. Bij maatschappelijke verbondenheid worden mensen bij elkaar gebracht en krijgen zij de gelegenheid om iets voor elkaar te doen. Zo dragen we actief waarden en normen over.
· Het CDA eist dat er goed toegankelijke sportfaciliteiten zijn voor mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking. Waar nodig zet het CDA zich in voor gemeentelijke hulp bij daarvoor nodige investeringen.
· Het CDA is voorstander van multifunctioneel gebruik van sportfaciliteiten. De gemeente ondersteunt vrijwilligers door bij nieuwbouw of een verbouwing te zoeken naar combinatiemogelijkheden van sportclubs (sportnetwerken) en zoeken naar combinaties tussen sport, cultuur, onderwijs en duurzaamheid.
· De gemeente levert een bijdrage aan een gezondere levensstijl door het promoten van gezonde (sport)kantines.
· Het CDA wil dat er een Dag van Lansingerlandse Spelen komt. Op deze dag kunnen alle Lansingerlandse sportverenigingen zich presenteren aan onze inwoners, zodat deze op een laagdrempelige manier kunnen kennis maken met onze verenigingen;
· Het CDA wil dat jongeren kennis maken met al het mooie dat het Lansingerlandse sportverenigingsleven te bieden heeft. Samen met basisscholen en sportverenigingen gaat de gemeente in gesprek om deze kennismaking mogelijk te maken;
· De openbare ruimte moet zo ‘beweegvriendelijk’ mogelijk worden ingericht, zodat de drempel om voldoende te bewegen en zo lang als mogelijk fit en vitaal te blijven wordt verlaagd.
· Het CDA ziet kansen voor meer openbare sportlocaties, zoals buitenfitness en bewegingstuinen, om inwoners de kans te geven gratis én buiten te sporten.
Wat is ons doel?
Lansingerland realiseert zich dat zij aantrekkelijker moet worden voor geïnteresseerden in cultuur of recreatie. Niet alleen recreanten, maar ook onze eigen inwoners hebben behoefte aan belevingen. Voor winkeliers en horecabedrijven worden de overlevingskansen groter als meer toeristen en recreanten de gemeente bezoeken.
Hoe willen we dat bereiken?
· Het CDA stimuleert dat culturele ondernemers en maatschappelijke culturele organisaties initiatieven organiseren die openstaan voor bewoners én bezoekers van Lansingerland, zoals bijvoorbeeld kunstwandelingen, muziekfestivals of vertoningen van filmhuisfilms.
· Het CDA stimuleert de opening of instandhouding van een dorps- of cultuurhuis, waarbij diverse maatschappelijke culturele organisaties (in de breedste zin van het woord) en culturele ondernemers hun aanbod kunnen onderbrengen op het gebied van muziek, film, dans, theater of andere culturele uitingen.
· De bibliotheek moet een laagdrempelige en toegankelijke plek zijn waar inwoners cultuur kunnen snuiven. Daarom moet in iedere kern een bibliotheek aanwezig blijven. Indien mogelijk wordt de bibliotheek een onderdeel van het dorps- of cultuurhuis.
· De rivier de Rotte biedt veel mogelijkheden op het gebied van recreatie, sport, ecologie en natuurschoon. De kansen en mogelijkheden die de Rotte biedt moeten we de komende jaren nog meer aandacht geven en gaan benutten voor zowel onze eigen bewoners als voor toeristisch bezoek van mensen van buiten de gemeente. Een wens van steeds meer mensen is om de Rotte te verbinden met de Oude Rijn. Het CDA onderschrijft deze wens.
· De gemeente organiseert jaarlijks samen met lokale ondernemers en lokale vrijwilligersorganisaties een gemeentefeest.
· Er worden in overleg met maatschappelijk middenveld 3 klompenpaden aangelegd in Lansingerland, bij elke kern ten minste een.
· Voor elk van de voornaamste polderwegen waarlangs de dorpen zijn ontstaan wordt een beeldplan opgesteld. Bij reconstructie en onderhoud van deze wegen wordt dat conform dit beeldplan uitgevoerd.
· Het CDA stimuleert de ontwikkeling van een visie om de buitengebieden nog aantrekkelijker te maken.
Wat is ons doel?
Een sterke samenleving waarin we omzien naar elkaar kan niet bestaan zonder de fysieke mogelijkheid met elkaar in contact te treden. Bereikbaarheid is daarom niet alleen een ruimtelijk, maar ook een sociaal vraagstuk. Voor het CDA is het daarom cruciaal dat alle inwoners die dat willen gebruik kunnen maken van openbaar vervoer, dat collectief vraagafhankelijk vervoer goed geregeld is. Daarnaast is verkeersveiligheid, zeker bij scholen en parken, een randvoorwaarde. Parkeren blijft gratis in de hele gemeente en we onderzoeken op welke wijze we de groeiende parkeerdruk in de wijken aan moeten pakken.
Hoe willen we dat bereiken?
· Vanuit iedere kern en ook vanuit decentraal gelegen wijken moet er een goede en frequente verbinding zijn richting RandstadRail station Rodenrijs en als dat gereed is ook naar NS station Lansingerland – Zoetermeer.
· Het CDA waardeert en koestert het mooie initiatief van de 3B-bus. Wij vinden dat er daarnaast een door de gemeente georganiseerd dekkend alternatief voor mensen met een beperking aanwezig moet blijven, zoals de Beltax en Valys.
· We zetten in op een update van het beleidsplan “Parkeren in Lansingerland”. Uitgangspunt hierbij is dat parkeren gratis blijft. Voorafgaand aan dit beleidsplan onderzoeken we op welke wijze we om moeten gaan met de groeiende parkeerdruk in de wijken, vrachtwagen parkeren en trends zoals autodelen.
· We zien er op toe dat er voldoende parkeerplekken voor mensen met een beperking zijn en dat er toezicht en handhaving is op het juiste gebruik van deze parkeerplekken.
3.8. Voldoende en betaalbare woningen
Wat is ons doel?
Het CDA wil dat alle inwoners van Lansingerland zich binnen de gemeente gedurende hun leven welkom kunnen blijven voelen in geschikte woningbouw voor alle fasen van het leven. Bij nieuwe woningbouw en herinrichting van bestaande bouw wordt gelet op een groter aanbod van starterswoningen en seniorenwoningen. Voor het CDA moet het woonbeleid gericht zijn op kwaliteit, duurzaamheid, flexibiliteit en maatwerk. Het CDA vindt dat een toekomstbestendig woningbestand niet alleen rekening houdt met wensen van de huidige bewoners, maar ook met de verschillende levensfasen waarin huidige en/of toekomstige bewoners zich bevinden. Wijken moeten zo aantrekkelijk zijn dat mensen zich prettig en veilig voelen. Slechte huisvesting leidt tot overlast en slechte integratie van de bewoners in hun buurt.
Hoe willen we dat bereiken?
· Het CDA zet in op levensloopbestendige wijken, waarin kinderen vrolijk kunnen opgroeien en mensen gezond oud worden. Dat vergt goede voorzieningen (van speeltuin tot buurtcentrum) waarin recht wordt gedaan aan de diversiteit aan mensen die de samenleving kent.
· De overheid kan een grote rol spelen op het gebied van collectief opdrachtgeverschap. Het CDA verwacht van de gemeente dat zij ruimte biedt en open staat voor initiatieven. Door inwoners ruimte te geven zelf een rol te spelen in het bouwen van hun eigen woning of buurt, versterkt de cohesie en wordt de gemeente levendiger. Dat vraagt ook om minder regels waar dat kan. De ruimte die de nieuwe Omgevingswet hiervoor biedt willen wij aangrijpen.
· De gemeente is in de kern geen projectontwikkelaar. Het CDA is geen voorstander van een actief grondbeleid.
· De gemeente en 3B-Wonen gaan experimenteren met vernieuwde woonvormen waarbij arbeid, wonen en zorg wordt gecombineerd ter versterking van de participatiesamenleving.
· In samenspraak met 3B-Wonen stelt de gemeente een actieplan op om bestaande sociale huurwoningen levensloopbestendig te maken;
· Het CDA houdt vast aan de huidige norm van 20% sociale huur/koopwoningen in nieuwbouwprojecten.
Omdat het CDA een duurzamer woningbestand wil, investeert het CDA in verduurzaming van bestaande woningen en de aanleg van nieuwe, energieneutrale woningen. Dat doen we bij voorkeur niet door individuele subsidies, maar door maatregelen die een groter maatschappelijk effect hebben. Voorbeelden hiervan zijn het gesprek aangaan met woningbouwcorporaties over de voordelen van verduurzamen ten opzichte van sloop en nieuwbouw, het investeren in duurzame maatschappelijke voorzieningen (buurtcentra, sportclubs, scholen) en collectieve voorzieningen die ten goede komen aan een duurzamere samenleving (warmtenet) en het opnemen van duurzaamheidsvereisten in nieuwbouwprojecten.
Wat is ons doel?
De afgelopen decennia is Lansingerland enorm gegroeid. Van drie relatief kleine kernen tot een gemeente met meer dan 60.000 inwoners. Als alle VINEX-wijken klaar zijn heeft Lansingerland circa 75.000 inwoners. Wat het CDA betreft is er bij een gemeente van die omvang een mooie balans te bereiken tussen de sociale samenhang en het dorpse karakter van een kleine gemeente en het voorzieningenniveau van een grotere gemeente. Het CDA is daarom van mening dat Lansingerland niet verder moet gaan met grootscheepse woningbouwprogramma’s nadat het huidige programma is afgerond. Tegelijkertijd is het wel van belang dat er kleine nieuwbouwprojecten blijven plaatsvinden in alle kernen, zodat er doorstroom is in de woningmarkt.
Hoe willen we dat bereiken?
· Het CDA zal niet meewerken aan nieuwe grootschalige woningbouwprogramma’s nadat Westpolder – Bolwerk en Wilderszijde zijn afgerond.
· Met name in Bleiswijk is behoefte aan kleinschalige woningbouwprojecten om doorstroom te creëren.
· Bij kleine woningbouwprogramma’s in de kernen heeft het CDA de voorkeur voor inbreilocaties. Bijvoorbeeld oude panden die geschikt gemaakt kunnen worden voor woningen.
· Het CDA ziet erop toe dat er een goede verdeling is van de woningbouwprogramma’s over de kernen.
· Het CDA koestert en ontwikkelt de groene ruimte in onze gemeente. Zowel de weilanden die we hier en daar nog hebben als de groen- en recreatiegebieden. Het CDA ziet er op toe dat deze gebieden groen blijven en gaat bebouwing in deze gebieden dus tegen.
· Bij bedrijventerreinen is het CDA van mening dat zodra de huidige geplande gebieden vol zijn de prioriteit moet liggen bij het revitaliseren van oude bedrijventerreinen, zoals Rodenrijs, de Warmoeziersweg en Hoefslag.
· Inbreiding mag in beginsel niet ten koste gaan van vrijkomend industrieel erfgoed, maar er wordt eerst onderzoek gedaan naar de mogelijkheid voor het creëren van plaats voor bijvoorbeeld ondernemers.