Vertrouwen
Vertrouwen
Vertrouwen in de toekomst, was de titel van het regeerakkoord van het kabinet. De regering had afgelopen Prinsjesdag vooral een positieve boodschap: het gaat goed met Nederland. De koning benadrukte in de troonrede dat vertrouwen werk in uitvoering is. Maar, zij het staatshoofd vervolgens enigszins cryptisch, er zijn ook vragen die niet in een rekenmachine passen. Daarmee leek hij vooral de ministers aan te spreken: “leven we in Nederland wel voldoende met elkaar en niet teveel naast elkaar?” Daarmee sloeg onze monarch de spijker op z’n kop.
Met nog 2,5 jaar regeren voor de boeg worden mogelijke splijtzwammen op de lange baan geschoven met extra buitenparlementaire onderzoeken of gewoon het instellen van weer een Haagse commissie van wijze mannen. Geen wonder ook: het kabinet leunt op een krapst mogelijke meerderheid. Ruzie in eigen gelederen is fataal en kan het einde van de samenwerking betekenen. Het gevolg hiervan is een coalitie die tot in den treure overlegjes voert om de rijen toch maar vooral gesloten te houden. De minste koerswijziging wordt met hun Kamerleden -en ministers- in Whats App-groepjes besproken. Als er iemand voor de troepen uit loopt wordt er binnenskamers gebulderd: binnen de afzetting blijven!
Knopen doorhakken
Het kabinet moet nog steeds knopen doorhakken in dossiers die diep ingrijpen in het leven van iedereen. Denk aan het nieuwe pensioenstelsel, het groeiende aantal werknemers zonder een vaste baan, of de uitwerking van het Klimaatakkoord. Stuk voor stuk onderwerpen waarbij het kabinet wanhopig zoekt naar maatschappelijk draagvlak. In de Tweede Kamer toont de oppositie zich weinig geroepen om mee te denken. Vooral het voornemen van het afschaffen van de dividendbelasting is een hoofdpijn dossier geworden in politiek Den Haag. Oppositiepartijen wilden die impopulaire maatregel van tafel. Maar dat de koning die maatregel in de troonrede benoemde, bevestigde dat het kabinet hem wilde doordrukken. De Tweede Kamer heeft maandenlang grote druk uitgeoefend op de premier en ook tijdens de afgelopen Algemene Politieke Beschouwingen verklaarde de oppositie zich eensgezind en keerde zich luidkeels tegen dit omstreden plan. De oppositiepartijen vonden dat de 1,9 miljard euro moest gaan naar bijvoorbeeld onderwijs en de zorg. De premier bleef echter onverstoorbaar het kabinetsbesluit verdedigen. Wellicht vergat hij dat na de verkiezingen voor de Eerste Kamer van volgend jaar de hulp van de oppositie hard nodig zal zijn. De coalitiepartijen verliezen dan waarschijnlijk hun meerderheid in de senaat.
Heroverwegen
Anderhalve week geleden besloot het kabinet de omstreden dividendmaatregel te 'heroverwegen'. Aanleiding was het besluit van Unilever om het hoofdkantoor vanuit Londen toch niet naar Rotterdam te verhuizen. Te veel Britse aandeelhouders bleken tegen. Een zeperd voor het ondernemingsbestuur van de levensmiddelenfabrikant én voor onze premier. Hij kondigde vervolgens aan dat het regeerakkoord zou worden opengebroken om te kijken of er andere maatregelen te vinden waren om Nederland aantrekkelijker te maken voor bedrijven. Direct was duidelijk dat geen van de vier coalitiepartijen het geld voor iets anders wilde besteden. De afschaffing van de dividendbelasting is immers onderdeel van een breder belastingplan om zowel het investerings- als het ondernemersklimaat in Nederland te ondersteunen. Dat is volgens de coalitie nodig om te voorkomen dat bijvoorbeeld door de Brexit, bedrijven ervoor kiezen naar het Verenigd Koninkrijk te verhuizen, dat multinationals probeert te lokken met lage belastingtarieven. Weer gaat het om grote bedrijven, terwijl de sympathie van het publiek bij de slager en de kruidenier om de hoek ligt.
Kritiek
De oppositie heeft vervolgens weer flinke kritiek en vindt de dividendbelasting een VVD-cadeaubon: het bedrijfsleven mag zelf uitkiezen waar ze het aan uitgeeft. Dit geld moet volgens hen naar de samenleving en niet in cadeaupapier naar grote bedrijven. Ook vergeleek men het kabinet met een 'pinautomaat' voor het bedrijfsleven. De premier liet desgevraagd weten dat hij de keuze van Unilever teleurstellend vindt. Hij erkende dat de eerste testcase is mislukt, waardoor er een ander besluit genomen moest worden.
De premier leed wel vaker een nederlaag, maar nooit een waarmee hij zoveel prestige verspeelde. Hem wacht een lastig herstel na de kras die hij ook naar eigen zeggen heeft opgelopen. Dit vuiltje heeft hij voorlopig nog niet afgeschud. De relatie met de oppositie is bekoeld, de cruciale provinciale verkiezingen van volgend jaar dreigen uit te lopen op een nederlaag en ondertussen draaien de speculaties rond Europese topfuncties al op volle toeren. Op de vraag of het zijn positie heeft beschadigd, reageerde hij zoals gewoonlijk laconiek: ,,Een kras? Mijn baan is een verzameling van krassen."
De doorgaan zo blijmoedige ontsnappingskunstenaar zal nu zijn hele trukendoos nodig hebben. Hij realiseert zich kennelijk niet dat door te veel krassen elk object aan waarde verliest.