Vertrouwen in de toekomst
De afgelopen maanden hebben CDA, VVD, D66 en ChristenUnie om de onderhandelingstafel gezeten om te bouwen aan een nieuwe regering. De uitslag van de verkiezingen op 15 maart jl. maakte het onmogelijk om een meerderheidscoalitie van minder dan vier partijen te vormen, zodat meteen duidelijk werd dat een nieuw kabinet uit minimaal vier partijen zou moeten bestaan. Na een formatie met een recordlengte van 209 dagen is het in deze tijd van polarisatie en versplintering toch weer gelukt om een consensusregering te vormen. De veilige beslotenheid van de Stadhouderskamer is verlaten en na de stroeve start hebben de vier partijen zich over hun eigen aarzelingen heen gezet en zijn op zoek gegaan naar de overeenkomsten, niet naar de verschillen. Het regeerakkoord leest als een serieuze poging om tegemoet te komen aan de grote maatschappelijke problemen van deze tijd.
De langste formatie was tot nu toe die van het kabinet-Van Agt I. En dat bestond uiteindelijk maar uit twee partijen (CDA en VVD). Die formatie van 1977 was tot nu toe recordhouder met 208 dagen. Tussen 1977 tot 2017 bestonden alle kabinetten uit twee of drie partijen. Je moet dus ver terug in de parlementaire geschiedenis om een kabinet met meer dan drie partijen te vinden. De laatste keer dat er zo'n kabinet op het bordes stond was in 1973, toen het kabinet-Den Uyl aantrad. De formatie van dit kabinet met vijf partijen (PvdA, PPR, D66, KVP en ARP) duurde ook lang: 163 dagen.
Het 'vier-partijen-is-ingewikkeld'-argument verklaarde de lange duur van deze formatie. De laatste kabinetsformatie met vier partijen was die van het kabinet-De Jong in 1967, en die was heel snel rond. De bewindslieden van KVP, ARP, CHU en VVD stonden 49 dagen na de verkiezingen op het bordes. Maar deze formatie is eigenlijk niet te vergelijken met de huidige. Drie van de vier partijen (KVP, ARP en CHU) stonden inhoudelijk zo dicht bij elkaar, dat ze later fuseerden. Zo ontstond het CDA.
De verkiezingen gingen over de zorgen die heel veel Nederlanders hebben. Over hun baan, over de zorg, over veiligheid op straat en over de verruwing van de samenleving.
De inzet van het CDA bij de formatie was om die zorgen van een antwoord te voorzien. De vier partijen waarmee het CDA de afgelopen maanden om de tafel heeft gezeten hebben uiteenlopende visies, maar ook een sterke gezamenlijke ambitie. Die ambitie is vertaald in nieuwe plannen en concrete voorstellen. Het nieuwe regeerakkoord heeft als motto Vertrouwen in de toekomst. In het regeerakkoord is een belastinghervorming afgesproken waarin de lasten, vooral voor de middeninkomens en gezinnen, fors worden verlaagd. Ook de problemen op de arbeidsmarkt worden aangepakt, zodat meer mensen zicht krijgen op een vaste baan. De zorg voor ouderen wordt verbeterd en de stapeling van zorgkosten wordt verminderd. Verder wordt de veiligheid vergroot door flinke investeringen in politie en defensie. Nieuw is de invoering van de maatschappelijke diensttijd. Met meer aandacht voor onze cultuur, ons volkslied en burgerschap wordt het gevoel van saamhorigheid in de samenleving versterkt. Op basisscholen komt meer aandacht voor burgerschapszin en gedeelde waarden: alle leerlingen krijgen les over het Wilhelmus en bezoeken het Rijksmuseum en de Tweede Kamer. Iedereen die 18 jaar wordt krijgt een boekje over de geschiedenis van Nederland. Met deze burgerschapszin is een langdurige CDA wens gehonoreerd.
Na de stroeve start hebben de vier partijen zich over hun eigen aarzelingen heen gezet en zijn op zoek gegaan naar de overeenkomsten, niet naar de verschillen. Het regeerakkoord leest als een serieuze poging om tegemoet te komen aan de grote maatschappelijke problemen van deze tijd. In veel opzichten is Rutte III het logische vervolg op de voorgaande kabinetten. Rutte I en II waren crisisploegen met de vingers in de dijk, Rutte III gebruikt de economische opleving om weer wat lucht in het land te blazen en het achterstallig onderhoud aan te pakken.
Op de recordformatie van 2017 zal nog vaak worden teruggekeken. De onderhandelaars hebben zich niet uit het veld laten slaan door de scepsis die deze formatie sinds de eerste dag omringde. Een stabiel kabinet moet het worden, benadrukten de vier onderhandelaars in koor. Dat is ook de reden waarom drie van de vier partijleiders in de Tweede Kamer blijven. De wankele positie van de coalitie in beide Kamers (76 zetels), met een strijdbare oppositie van beide flanken, zal de komende tijd veel gaan vergen van hun stuurmanskunst.