13 mei 2020

“Zoals wij zijn, zo zijn de tijden”

“Zoals wij zijn, zo zijn de tijden”

Dit zinnetje maakt onderdeel uit van een preek van kerkvader Augustinus, waaruit ik laatst citeerde bij de opening van de fractievergadering.[1] De inspiratie voor dit citaat, dat al vele jaren een van mijn motto’s is, kwam van een bijeenkomst die ik met Hans Koster, Wil Kool en Rob Elderson enige tijd geleden bezocht in Zoetermeer. Het ging er over het nieuwe Zij-aan-Zij rapport van het Wetenschappelijk Instituut van het CDA en op de terugweg realiseerde ik me hoe dankbaar ik ben om lid te zijn van een partij die uit zulke prachtige bronnen put, als basis voor het alledaagse politieke handelen.

Dit motto is ook in deze tijd nog verrassend actueel. Want enerzijds is deze Corona-crisis een meer dan barre tijd. In Lansingerland zijn er meer dan 10 inwoners aan Corona overleden, nog veel meer mensen zijn ziek geworden, in ziekenhuizen en op IC’s beland. Ook een collega-wethouder die ik graag had willen ontmoeten, Hans Horlings van Midden-Delfland, is overleden aan de gevolgen van een Corona-besmetting. Hij laat een vrouw en dochter van 11 achter. Er zijn eenzame ouderen en grootouders die hun kleinkinderen missen. Er is de werkende generatie die noodgedwongen thuiswerkt en probeert gezin en werk te balanceren. Maar anderzijds is u vast niet ontgaan, dat de Lansingerlandse samenleving juist nu laat zien hoe sterk zij is. De Heraut, RTV Lansingerland, Hart van Lansingerland, alle media staan dezer dagen boordevol met artikelen en reportages over buurten die de familie van zieken ondersteunen, over inwoners die vele bossen extra orchideeën kopen en weer uitdelen om onze tuinders een hart onder de riem steken, over artiesten die serenades brengen aan ouderen in verzorgingstehuizen, over….vult u zelf maar in van welke tekenen van goed burgerschap u getuige of misschien wel onderdeel bent. De moraal van het verhaal is wat mij betreft: sommige dingen overkomen ons, zoals deze vreselijke pandemie, maar voor heel veel andere zaken geldt dat goede mensen, sterke families, buurten en verenigingen, ook bij tegenspoed ál het verschil maken.

Terug naar het begin: op 20 februari werd ik beëdigd als wethouder onder grote belangstelling van veel CDA-leden en –sympathisanten. Wat hartverwarmend was dat. De schorsing van de vergadering duurde daardoor wel langer dan de voorziene 5 minuten, maar dat gaf niets, want vergaderen kan altijd nog. Ik wil iedereen bedanken voor deze en andere steun, ook namens mijn vrouw Eline en onze vier zoons, die hun vader toch geregeld even moeten missen wanneer de plicht roept (zoals nu op deze zonnige zaterdagmiddag). In mijn toespraakje heb ik uiteengezet hoe en waarom ik met zoveel plezier en dankbaarheid dit ambt vervul. Wie het wil teruglezen, zie de vorige nieuwsbrief. In het CDA-magazine las ik mijn eigen motivatie overigens nog fraaier verwoord terug bij Sywert van Lienden, een jonge opiniemaker, die zich heeft afgekeerd van het ik-liberalisme en erachter kwam dat hij eigenlijk christendemocraat[2] is en die nu meeschrijft aan het landelijke verkiezingsprogramma. Hij schreef over rentmeesterschap: “Je tijdelijke verantwoordelijkheid nemen voor het goede in de ruimte, tijd en omgeving die je zijn toevertrouwd – dat definieert voor mij rentmeesterschap. Het is voor mij een mentaliteitskwestie. Dat je wat je aantreft ook altijd beter probeert achter te laten. Niet alleen fysiek, maar ook geestelijk. Je plaatst jezelf in een continue lijn van verleden, heden en toekomst. Een keten van mensen en generaties, waar elk iets toevoegt aan de bijdrage van de vorige. Dat kan zowel klein als groot zijn. Een rentmeester heeft geen landgoed nodig. Kleine gebaren, tradities of een helpende hand kunnen net zo waardevol zijn.”

Mijn werkweken zijn goed gevuld met alle aspecten van mijn portefeuille: financiën, grondzaken, duurzaamheid en tuinbouw. Dat betekent voor mij als CDA’er natuurlijk allereerst de kracht van de samenleving zoeken, dus in contact treden met Theo Ammerlaan, voorzitter van LTO Oostland. Maar ook met Pieter Ammerlaan, van Tuinbouw Jongeren Oostland, met vader en zoon Koppert, tuinders als Bunnik, Stolk, de mensen van Wageningen Universiteit in Bleiswijk, de initiatiefnemers van Holland Rail Terminal, te veel om op te noemen. De sleutelspelers in duurzaamheid wilde ik ook snel spreken, bijvoorbeeld Nieuwe Lansinger Stroom, de energiecoöperatie die zonnedaken realiseert met behulp van crowdfunding, met Lansingerland Samen Duurzaam oprichter Stefan van Helder en met de mensen die bezig zijn om hier het warmtenet hier op te schalen, zoals de Gasunie en Frank van Kuppenveld, CDA-wethouder in Pijnacker-Noordorp. Voor grondzaken, denk aan Oudeland en Wilderszijde, heb ik veel contacten met projectontwikkelaars. Dan is er de raad, met wie ik veel overleg heb en natuurlijk de ambtelijk medewerkers die achter de schermen, vanuit huis vanwege Corona, keihard werken om alles zoveel mogelijk te laten doordraaien.

Dan de inhoud: qua financiën is er natuurlijk veel aan de hand. In eerste instantie in de maatschappij. Bijvoorbeeld, delen van de sierteelt, zoals de rozenteelt, ZZP’ers, horeca, winkeliers en de cultuursector hebben het economisch enorm zwaar. Er zijn faillissementen, de werkloosheid loopt op en (startende) bedrijven stellen hun investeringen in bijvoorbeeld innovatie en duurzaamheid uit. Ook sportverenigingen zien de inkomsten wegvallen en veel kosten gewoon doorlopen. Maar er zijn ook allerlei organisaties die uit publieke middelen worden betaald, die gaten in hun begroting zien ontstaan, zoals de ov-bedrijven. Veel van die mensen en organisaties doen een beroep op de overheid. Het Rijk heeft voortvarend het voortouw genomen om daaraan tegemoet te komen door loonkosten te subsidiëren en een scala aan regelingen in het leven te roepen, zoals – mede dankzij lobby van onze Greenport - een noodfonds van EUR 600 miljoen voor de sierteelt.

Ook als lokale overheid zijn we er om nood te lenigen. Bijvoorbeeld door leges (kosten van bv. een vergunning) voor afgeblazen evenementen zoals Koningsdag kwijt te schelden, of door belastinginning uit te stellen. We hebben als college aan de raad voorgesteld om voor aan Corona gerelateerde uitgaven EUR 5 miljoen te reserveren. ‘Den Haag’ heeft overigens wel beloofd om de rekening van Corona niet door te schuiven naar gemeenten. Dat is goed nieuws. Wel kun je op je klompen aanvoelen dat wanneer de economie klappen krijgt en de staatsschuld oploopt, we ook lokaal goed op de uitgaven moeten letten. Niet door nu halsoverkop te gaan bezuinigen, want dat zou de crisis alleen maar verergeren, maar wel door onder ogen te zien dat onze inkomsten de komende jaren weleens konden gaan dalen terwijl de kosten voor bijvoorbeeld de bijstand mogelijk oplopen. Onze gemeenten heeft mede dankzij uitstekend beleid van mijn voorganger Albert Abee zoals bekend een solide financiële uitgangspositie met ruim eigen vermogen en veel minder gronden in bezit dan een aantal jaren geleden. Een van de uitdagingen is wel om dat eigen vermogen, ‘incidenteel geld’ in jargon, zo in te zetten dat we er de structureel lagere inkomsten als gevolg van wegvallen van ENECO-dividend en lager dividend uit Stedin (uw netbeheerder) mee compenseren. Daar werken we aan.

Zo kan ik nog een tijd doorgaan met inhoud, maar dan vrees ik dat de laatste lezer van dit stukje ook zal zijn afgehaakt, dus dat bewaar ik voor een volgende keer. Laat ik afronden. En dat doe ik door me tot u, beste leden te wenden. Wat mogen we dankbaar zijn voor zo’n sterke en grote achterban van 100’en leden. Alle talent in fractie en bestuur inclusief ik-zei-de-gek komt daaruit voort. Een van mijn belangrijkste ambities voor de komende jaren is om als wethouder eraan bij te dragen dat leden nog meer plezier, nut en kennisuitwisseling uit hun lidmaatschap halen. Post-Corona nodig ik bijvoorbeeld alle (relatief) nieuwe leden uit om een dagje met mij mee te lopen, om het politieke bedrijf te leren kennen. Maar ook nu, kom ik graag met u in contact. Dus bel me, Tweet me, stuur me een berichtje via Facebook, LinkedIn of email. Hopelijk tot heel snel weer, wanneer de 1,5-metersamenleving het weer toelaat.

 

Hartelijke groet,

Jan-Willem

T: 06 1053 8370

E: [email protected]

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.