Ron van Duffelen kritisch over ontwikkelingen Vlietlande
In het spoeddebat op 1 februari mede op aanvraag van het CDA Leidschendam-Voorburg hield fractievoorzitter Ron van Duffellen een kritisch betoog. Die is hieronder te vinden:
Bijdrage recreatiegebied Vlietland, d.d. 1 februari 2023
Vz, de mogelijke ontwikkeling van recreatiegebied Vlietland met 222 grondgebonden
recreatiewoningen, een receptieruimte en horecavoorziening doet de emoties fors oplopen, zowel
bij inwoners in onze gemeente, als bij inwoners uit Voorschoten en Leiden, maar ook bij de
ontwikkelaar zelf. De CDA-fractie meent dat de ontwikkelaar, evenals inwoners, gehoord mag
worden en dat voor goede besluitvorming een afgewogen oordeel randvoorwaardelijk is. Het
vervolgens dreigen uitvoering te gaan geven aan het bestemmingsplan uit 2005 als de raad niet voor
1 april instemt met het gewijzigde bestemmingsplan vind de CDA-fractie eufemistisch gezegd: niet
chique, maar feitelijk ronduit verwerpelijk. Zeker als jezelf 14 jaar stil hebt gezeten. Is dit
maatschappelijk verantwoord ondernemen?
Op 6 december jl. ontving de raad een brief van het college waarin het reageert op een brief van het
Burgerinitiatief Vlietland. Een naar de mening van de CDA-fractie vrij defensieve brief, waarin vooral
staat wat niet kan en de belangen van de ontwikkelaar behartigt. De brief vormt vervolgens voor
Gedeputeerde Staten aanleiding er met een klap overheen te komen. In de reactie van GS van 23
januari jl. zegt GS:
- het ontwerpbestemmingsplan past niet binnen het provinciale beleid;
- er is geen basis voor de toepassing van publiekrechtelijke dwang door GS of PS.
Vraag aan de wethouder: hoe heeft het zover kunnen komen? De CDA-fractie begrijpt en waardeert
dat het college risico’s in kaart brengt en de raad daarover informeert. Alleen als je risico’s in kaart
brengt, is het ook van belang in kaart te brengen hoe groot de kans is dat het risico zich voordoet,
wat daarvan de impact is en welke tegenmaatregel je treft als het risico zich voordoet. In de
ambtelijke notitie bij de brief van 6 december jl. wordt nog gesproken over ‘in theorie’. In de
raadsbrief komt deze nuancering niet terug. Ook de brief van het college van gisteren geeft geen
antwoord op de vraag waarom er, op basis van het ambtelijk advies, geen afstemming is geweest,
niet door het college, noch ambtelijk met de provincie. De CDA-fractie ontvangt graag een
diepgaande reflectie van de wethouder op het proces van totstandkoming van de raadsbrief: hoe is
de brief tot stand gekomen?
Verder roept de raadsbrief van gisteren ook weer vragen op. Het college schrijft dat de
recreatiewoningen passen binnen het provinciale beleid. GS schrijft van niet. Wat is waar, voorzitter?
Verder schrijven GS dat “het beleidsmatig niet uitsluiten van de ontwikkeling van een
verblijfsrecreatiepark op deze locatie is iets anders dan het actief voorstaan van een dergelijke
ontwikkeling” en “er zijn geen afspraken gemaakt indien RCV niet tot ontwikkeling van de
recreatiewoningen besluit c.q. indien deze vanwege het ontbreken van publiekrechtelijke
toestemming niet tot ontwikkeling kunnen komen”. Mijn fractie leest in beide citaten dat GS prima
kunnen leven met een Vlietlanden zonder recreatiewoningen. Vraag aan de wethouder: hoe
verhouden beide citaten uit de brief van GS zich tot de raadsbrief van gisteren die vooral
voortborduurt op het wijzigen van het bestemmingsplan en het tegemoetkomen aan de
ontwikkelaar?
Mijn fractie steunt het uitgangspunt dat de overheid een betrouwbare partner dient te zijn en de
rechtszekerheid erbij gebaat is als afspraken en plannen gerespecteerd en nagekomen worden.
Tegelijkertijd verandert de wereld wel, ligt tussen nu en 2005 zo’n 18 jaar en is ook de overheid niet
tot het onmogelijke gehouden. Het huidige bestemmingsplan dateert uit 2005 en sindsdien is er niet
door RCV, noch door DLR enige actie tot realisatie van de recreatiewoningen ondernomen.
Tegelijkertijd is de wereld verandert en kennen we nu een klimaatcrisis, een stikstofcrisis en zijn we
anders naar groen en natuurwaarden gaan kijken.
Deze ontwikkelingen zijn voor mijn fractie aanleiding nog eens goed naar de voorgenomen
ontwikkelingen in Vlietland te kijken. Los van het feit dat we nog steeds in afwachting zijn van een
voorstel is mijn fractie van mening dat, op basis van de huidige informatie, geen afgewogen oordeel
kan worden gegeven. Om deze reden steunen wij het initiatief van de PvdA c.s. om een
onafhankelijke derde een second opinion te laten uitvoeren, waarbij voor mijn fractie vooral de vraag
is: ‘wat kan?’, in plaats van: ‘wat kan niet?’. Voor mijn fractie hoort daar ook de optie bij dat we het
huidige bestemmingsplan intrekken en vervangen door een ‘groen’ bestemmingsplan. Woningen
voor onze inwoners hebben we harder nodig dan recreatiewoningen voor verblijf en Vlietland is een
mooi, groen gebied. Verder zou het mijn fractie een lief ding waard zijn als de wethouder een
bredere definitie van participatie aandurft, en lef heeft ze, en met betrokken inwoners en de
ontwikkelende partijen in gesprek gaat over een gedeeld bestemmingsplan voor Vlietland-
Noordoost. Graag een reactie van de wethouder.
Tot slot, vz, naar de mening van de CDA-fractie verdient het proces rondom het recreatiegebied
Vlietland geen schoonheidsprijs. De insteek van het college komt vooral defensief over. Om tot een
afgewogen oordeel te komen heeft mijn fractie behoefte aan feitelijk juiste informatie en we hopen
deze na vanavond te krijgen.