Antwoorden op schriftelijke vragen over mensen in armoede en schulden
Naar aanleiding van een aantal positieve berichten in de media over een nieuwe methodiek gericht op mensen in armoede en schulden, namelijk Mobility Mentoring, heeft de fractie van het CDA Maassluis op 21 maart 2017 vragen gesteld over dit onderwerp.
Onderstaand vindt u de vragen en de antwoorden van het College:
1. Is het College bekend met de Amerikaanse methode Mobility Mentoring?
Ja, deze methode is bekend bij het college.
2. Verschillende Nederlandse gemeenten hebben inmiddels aangegeven er meer over te willen weten of hebben al plannen om met een project te starten. Gezien de positieve evaluaties denkt het CDA Maassluis dat deze manier van werken ook een positief verschil kan maken in hoe Maassluis omgaat met armoede- en schuldenproblematiek. Hoe kijkt het College hier tegenaan?
Mobility Mentoring gaat ondermeer uit van de Schaarste theorie van Mullainathan en Shafir. Elementen daarvan treffen we al aan in ons Activiteitenplan Armoedebestrijding MVS 2016-2019 en het Activiteitenplan Schuldhulpverlening MVS 2016-2019. In het Activiteitenplan Armoedebestrijding is de keuze om ervaringsdeskundigen in te zetten als volgt verwoord: 'Binnen het vernieuwde armoedebeleid sturen we zoveel mogelijk op de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid. Maar die twee gaan niet altijd samen met armoede. Wie in armoede leeft, is meer bezig met de vraag over hoe hij de dag door komt, dan met plannen maken voor oplossingen in de toekomst. De oplossing is meer ruimte te creëren om een gedragsverandering teweeg te brengen. Door meer ruimte (mentale capaciteit) krijgen mensen meer lucht. Ze voeden beter hun kinderen op, zorgen ze dat de ziektekosten worden betaald, zijn een productievere werknemer. Dit kan niet iedereen zelf voor elkaar krijgen. Het is dan nodig dat iemand helpt of het overneemt. We willen zoveel mogelijk dat mensen zelfredzaam zijn, maar als dat niet lukt, dan is (tijdelijke) ondersteuning noodzakelijk.'
3. Is het College net als verschillende andere gemeenten in Nederland bereid om te kijken of deze nieuwe aanpak in ons armoede- en schuldenbeleid kan worden geïntegreerd? Zo ja, dan vragen wij om een toelichting hoe u dit wilt aanpakken en uitwerken.
Zoals bij de beantwoording op vraag 2 is aangegeven zijn elementen hiervan al meegenomen in de huidige activiteitenplannen. Ook de SER stelt, in het op 17 maart 2017 verschenen rapport 'Opgroeien zonder Armoede', dat Mobility Mentoring een kansrijke benadering is. Wij vinden het dus zeker de moeite waard om nader te bezien op welke manier Mobility Mentoring in onze regionale aanpak verder kan worden toegepast. Wij zullen dit samen met Stroomopwaarts en de gemeenten Vlaardingen en Schiedam verkennen. Wij verwachten hier in het najaar meer duidelijkheid over te kunnen geven.