Ondernemers
Onze ondernemers zijn goud waard. Waardering kan niet genoeg worden geuit voor hun inzet die vaak zoveel verder gaat dan alleen het eigen bedrijf. Van het sponseren van onze lokale verenigingen tot het organiseren van activiteiten waar inwoners en bezoekers van kunnen genieten. Waarderen kan natuurlijk op veel manieren. Bijvoorbeeld door ondernemers in het zonnetje te zetten. Zo ontving onze bekende oud ondernemer Leo Leichtenberg voor al zijn inzet en betrokkenheid op de nieuwjaarsreceptie terecht de bekende chapeau van burgemeester Haan. Een mooi moment en het warme applaus dat volgde maakte voelbaar dat de waardering breed werd gedeeld. Een goed begin van het nieuwe jaar.
Het inmiddels oude jaar 2016 eindigde niet voor iedere ondernemer zoals gehoopt. De winkel is leeg, een brief op de ruit om alle klanten te bedanken met een korte uitleg. De onderhandelingen over een nieuw huurcontract zijn op niets uitgelopen. De huurprijs en de eis om op koopzondag open te zijn waren voor dit bedrijf de redenen om niet akkoord te gaan.
De landelijke en lokale overheid geven meer vrijheid aan ondernemers om zelf hun winkeltijden te bepalen. Een vrijheid die de eigenaren van winkelcentra vervolgens niet overal en in alle gevallen gunnen aan de ondernemers die de panden in hun winkelcentra vullen. In Maassluis is hiervoor, net als in veel andere gemeenten, door de gemeenteraad aandacht gevraagd. Eenvoudig is het niet, want het zijn afspraken tussen private partijen waar de overheid buiten staat. Afspraken tussen een eigenaar van een winkelcentrum, een VVE en een vastgesteld huishoudelijke reglement laten voor iedere overheid bar weinig ruimte behalve misschien een indringend moreel beroep.
Het is niet nieuw. Al bij de verruiming van de Winkeltijdenwet in 2013 werd in de Eerste Kamer gewaarschuwd voor contracten waardoor winkeliers mogelijk gedwongen werden om op zondag open te gaan. Het bleef een tijdje stil. Een nieuwe, breed gesteunde motie in de Tweede Kamer en schriftelijke vragen, maken dat het onderwerp weer op de landelijke politieke agenda is gekomen. Het kabinet is aan de slag gegaan met de verzoeken en de gevoelens vanuit de Tweede Kamer en de samenleving. De eerste reactie toont aandacht voor het onderwerp maar is voorzichtig. De overheid doet aanbevelingen, dwingt niet af. De vraag is of en welke middelen de politiek heeft om iets af te dwingen en of er bereidheid is om mogelijkheden te benutten.
Uiteindelijk gaat het er niet alleen om hoe de politiek ermee omgaat. Want de private partijen kunnen ook zelf nog eens kritisch kijken of zij de gegeven vrijheid echt willen benutten om de keuzevrijheid van anderen in te perken. Natuurlijk begrijp ik de complexiteit. Het is in het belang van het winkelcentrum, van de winkeliers en van het winkelend publiek dat als het winkelcentrum open is bezoekers niet getrakteerd worden op donkere etalages en rolluiken. Afstemming in openingstijden is zeker gewenst, maar afstemmen is echt iets anders dan afdwingen. Het gaat in een samenleving niet alleen om rechten, plichten, ambities en cijfers. Het gaat ook om waarden. Over hoe we omgaan met verschillen en de ruimte die we elkaar gunnen in de vrijheid die we hebben.
De groentewinkel is gesloten. Zoals te lezen valt in de brief op de ruit om meer redenen dan alleen de principiële discussie over zondagsopenstelling en ieder verhaal heeft twee kanten. Maar toch, als het gaat om een verplichte koopzondagsopening denk ik dat zelfs als je het niet principieel maar commercieel bekijkt, bezoekers liever een winkel één keer in de maand op koopzondag dan voor altijd gesloten zien. Want ondernemers zijn goud waard voor onze stad en we willen er liever niet één missen.
Deze column verscheen op 5 januari 2017 op maassluis.nu