Lastenverlaging voor bijna iedereen.
CDA verkiest OZB-verlaging boven afschaffing hondenbelasting
In de Kadernota is een voorstel voor lokale lastenverlaging opgenomen. Het college heeft de gemeenteraad voorgesteld een keuze te maken tussen afschaffing van de hondenbelasting of verlaging van de Onroerende Zaakbelasting (OZB). Dat 68 procent van alle huishoudens profiteert van de OZB verlaging en slechts 14 procent van het afschaffen van de hondenbelasting is voor het CDA de belangrijkste reden dat het CDA kiest voor verlaging van de OZB.
De afspraak om in de huidige collegeperiode lastenverlaging te realiseren, is afgesproken in het raadsbrede Hoofdlijnenakkoord. Het college heeft daarom een tweetal lokale heffingen voorgesteld om deze afspraak te realiseren: de OZB en de hondenbelasting. Voor het CDA is het belangrijk dat de lastenverlichting ten goede komt aan een grote groep inwoners. Wat het CDA daarbij een belangrijk bijkomend argument vindt, is dat in economisch minder voorspoedige tijden, het vaak de middenklasse is die het moet ontgelden: de mensen die de OZB opbrengen.
Als slechts 14 procent van de huishoudens profiteert van een belastingvoordeel dan kan dit geen lastenverlaging worden genoemd, zo vindt het CDA. Dat het geen doelbelasting betreft en de opbrengsten van de hondenbelasting niet één-op-één worden besteed aan voorzieningen voor honden, betekent niet dat er geen kosten worden gemaakt. Er zijn in onze gemeente meerdere voorzieningen en dat is ook belangrijk als het gaat om prettig samenleven in wijken, dorpscentra en recreatiegebieden voor zowel hondenbezitters als niet-hondenbezitters. Het is belangrijk dat de gemeente dit goed communiceert en waar nodig eventueel nog beter faciliteert.
Ten aanzien van de OZB geldt dat gemeenten al sinds lange tijd belastingen heffen op onroerende zaken. Ook hier gaat het niet om een doelbelasting (voor woningbezitters), maar om een deel van de taken van gemeenten te bekostigen. De middenklasse – die veelal beschikt over een eigen woning – staat al langer onder druk en betaalde de prijs van de financiële crisis, vandaar dat het CDA het te rechtvaardigen vindt om juist voor die mensen iets terug te doen via verlaging van de OZB.
Voor honden zijn er grote uitren- en losloopgebieden bij de Dobbeplas en in de Balij en zijn er bijna 30 kleinere uitrengebieden en vele afvalbakken door de hele gemeente. Als er zaken verbeterd kunnen worden, ziet het CDA daar mogelijkheden toe en kan dit afgewogen en opgenomen worden in het hondenbeleid van de gemeente. Het CDA vindt de eeuwenoude ontmoediging die uitgaat van de hogere belastingtarieven voor een tweede of derde hond, in een dichtbevolkt gebied zoals deze gemeente, nog steeds actueel.
Dat voor hulphonden geen jaarlijkse belasting geldt, vindt het CDA overigens zeer terecht, aangezien deze honden een noodzakelijke bijdrage leveren aan de zelfredzaamheid van mensen.