“Pijnacker-Nootdorp op in ieder geval 77 plekken niet schoon, heel en veilig”
De fractie van het CDA Pijnacker-Nootdorp heeft in de periode februari tot en met maart 77 meldingen ontvangen van inwoners die niet te spreken zijn over de algehele kwaliteit van het beheer van de gemeente. Het CDA ontving meldingen over een waaier aan gebrekkig onderhouden openbare voorzieningen, zoals speeltuintjes, bruggetjes, wegen en gebouwen. Van sommige plaatsen in de gemeente ontving het CDA zelfs meerdere meldingen: ‘Een teken aan de wand dat het daar echt niet goed gaat’, aldus fractievoorzitter Janno Meijer die het meldpunt voor het CDA beheerde. Hij is met name verrast over de hoeveelheid meldingen: ‘Het is bijzonder om te zien dat men in zo een korte tijd, zoveel meldingen kan verzamelen.’
De meldingen kwamen bovendien uit de hele gemeente: elke kern komt wel in het overzicht wat Meijer op dinsdag 9 mei aan het college aanbiedt. ‘Wij hebben wel de hoop dat het college nu stopt met beweren dat het in onze gemeente allemaal koek-en-ei is, want dat is gewoon niet waar. Neem onze inwoners serieus, ga kijken en los het alsjeblieft op.’ Een eerdere oproep van het CDA, bij monde van woordvoerder Kees van den Berg in de gemeenteraad, bleef eerder onbeantwoord. Toen hield het college vol dat er met het onderhoudsniveau in de gemeente niets mis is en dat zij gaat voor “schoon, heel en veilig”. Het CDA ageerde toen al tegen die uitspraken, vooral omdat het onderhoudsniveau ‘basis’ waarvoor wordt gekozen, leidt tot situaties waarbij schades en verontreiniging worden geaccepteerd. Daarop begon zij het meldpunt met een oproep in de Telstar om melding te maken van plekken die niet voldoen aan het credo schoon, heel en veilig.
Meijer daagt het college uit om kritischer te zijn op wat zij als schoon, heel en veilig definieert. ‘Een verloederde publieke omgeving, nodigt niet uit. Bovendien is algemeen bekend dat een niet-gerepareerd gebroken raam alleen maar zorgt voor meer gebroken ramen’, zo laat Meijer weten. Wat hem het meeste zorgen baart zijn de meldingen die gaan over plekken waar veel fietsers komen, bijvoorbeeld schoolgaande kinderen, woon-werkverkeer of ouders die hun kinderen per fiets naar de kinderopvang brengen. Op die plekken moet het volgens Meijer veilig fietsen zijn, maar op basis van de meldingen ontstaat een beeld dat dit niet overal het geval is. ‘Vooral op de Faunalaan, de Nieuwkoopseweg en de Oudeweg is het wegdek op plekken echt in erbarmelijke staat. Daar kan je gewoonweg niet van een veilige situatie meer spreken.’
Tot slot plaatst Meijer een kanttekening bij de regelmaat van het onderhoud en het oppakken van de meldingen die bij de gemeente binnenkomen. Zo laat hij weten dat hij zich kan voorstellen dat men in sommige tunneltjes een unheimisch gevoel krijgt vanwege ‘afgebladderde verf, spinnenwebben, haperende verlichting en plassen die blijven staan na regenval.’ Maar Meijer verwondert zich ook over een melding die hij zelf deed bij de gemeente, maar die tot op heden niet opgepakt lijkt. ‘Vorig jaar zomer heb ik namens wat gasten die aan het basketballen waren voor Het Baken (Pijnacker) een melding gedaan van de gaten in de court. Daar kan je lelijk je enkel verzwikken. We hebben onze mond vol over dat iedereen gezond moet leven en meer moet bewegen, maar dat veldje is daar in de huidige staat daar absoluut geen uitnodiging voor. Dat kan en moet anders!’
Zie ook Telstar.