Sport en bewegen.
CDA maakt zich zorgen om gebrek aan beweging in Pijnacker-Nootdorp
De CDA-fractie van het CDA in de gemeenteraad van Pijnacker-Nootdorp heeft op 8 mei jongstleden. schriftelijke vragen gesteld over het aan de raad beschikbaar gestelde onderzoek sport en bewegen 2018 Pijnacker-Nootdorp en de daarbij gevoegde informatienota. Het CDA wil onder meer weten hoe de relatief lage mate waarin de gemeente (38,5%) voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) door het college wordt gerijmd met de uitspraak dat Pijnacker-Nootdorp gezien wordt als een gezonde gemeente waarin veel bewogen en gesport wordt.
Door Janno Meijer
Het CDA wil weten waarom er geen specifieke aandacht is voor de leeftijdscategorieën 6-11 en 12-17 jaar, welke een aanzienlijke afwijking ten opzichte van andere leeftijdscategorieën vertonen als het gaat om het behalen van de NNGB. De NNGB schrijft voor dat men tenminste vijf dagen per week dertig minuten matig intensieve lichaamsbeweging (fietsen, stevig doorwandelen) moet hebben. Voor kinderen, tieners en mensen met overgewicht is het gewenste aantal minuten hoger, namelijk zestig minuten.
Het CDA wil ook weten of er een opsplitsing te maken valt tussen kinderen en volwassenen waar het gaat om de in de rapportage vermelde percentages overgewicht (te weten 35% van de respondenten, waarbij 8% ernstig).
Gezinnen
De fractie is benieuwd waarom eenoudergezinnen met kinderen het laagst scoren op de NNGB en of het college voornemens is om (aanvullende) maatregelen te nemen om de NNGB voor deze doelgroep te laten stijgen. Het CDA wil weten wat er wordt gedaan om inwoners te stimuleren om de NNGB te behalen, ook gezien de verschillen tussen de verschillende kernen van onze gemeente.
En ook wil het CDA weten of de aanname van de onderzoekers dat “Alleenstaanden [met een inkomen tussen € 1.000,- en € 1.300,-] [die]net boven de bijstandsnorm zitten [en daardoor] buiten de gemeentelijke regelingen valt en onvoldoende kunnen meekomen” klopt en deze inkomensgroep inderdaad buiten de regelingen valt? Het CDA wil ook weten of er voornemens zijn om (aanvullende) maatregelen te nemen voor deze doelgroep. Dat geldt ook voor hen die een huishoudinkomen van tussen € 1.000,- en € 1.300,- hebben. Zij hebben een wekelijkse sportdeelname hebben van 28,6%, zo valt te lezen in de rapportage. Dit is aanzienlijk lager dan de andere inkomensgroepen (ter vergelijking: mensen met een huishoudinkomen van tussen € 1.301,- en € 1.850,- hebben een sportdeelname van 65,0%). Het CDA wil daarom weten of er mogelijkheden zijn om initiatieven die zich inzetten voor deze doelgroep (financieel) te ondersteunen en of er initiatieven uit het maatschappelijk middenveld bestaan die mogelijk in oplossingen voor dit probleem kunnen voorzien?
De vragen zijn terug te vinden via de volgende link: https://pijnacker-nootdorp.raadsinformatie.nl/document/7584182/2/20190507_Vragen_CDA_naar_aanleiding_van_onderzoek_sport_en_bewegen_2018_VDef
Een krantenartikel met de kop “Gebrek aan beweging in Pijnacker baart zorgen” stond op 9 mei jongstleden op de voorpagina van het AD Delft. Dit naar aanleiding van de gestelde vragen.