Een doorn in het oog...
De houders van een Ooievaarspas met AOW leeftijd in Rijswijk hoeven voorlopig nog niet te rekenen op vrij reizen met HTM. Begin november werd hiertoe een wijziging op voorstel (amendement) van het CDA, mede ondertekend door PvdA en GroenLinks, aangenomen, maar de uitvoering van het vrij reizen voor deze doelgroep, naar schatting zo’n 350 AOW gerechtigde Rijswijkers, laat voorlopig nog even op zich wachten.
Pilot
Voor Haagse Ooievaarspashouders in deze categorie is het vrij reizen met HTM reeds lange tijd geregeld. Rechthebbenden in deze categorie woonachtig in Den Haag kunnen wel gratis met HTM naar Rijswijk reizen, andersom is dat niet geval. De indieners van het amendement wijzen erop dat gelijke behandeling en gelijk aanbod voor Ooievaarspashouders juist in deze financieel zo moeilijke tijden van belang is. Omdat van de kant van het college na het indienen van het amendement niks werd vernomen, achtte raadslid Simon Geleijnse de tijd rijp verantwoordelijke wethouder Gijs van Malsen (PvdA) tijdens de eerste raadsvergadering van het nieuwe jaar, te vragen naar de stand van zaken met betrekking tot deze pilot, waarvan oorspronkelijk werd aangenomen dat deze per 1 januari in zou gaan. Want niet alleen het uitblijven van communicatie rond invoering van het vrij reizen HTM voor deze doelgroep, maar ook het daarover niet informeren naar de raad, was een doorn in het oog van Geleijnse.
Contract
Volgens Van Malsen is er nooit sprake geweest van een ingangsdatum van 1 januari. HTM voert momenteel nog contractbesprekingen met de gemeenten Den Haag, daarna is Rijswijk aan de beurt. Naar verwachting van de Rijswijkse verkeerswethouder zal nog dit eerste kwartaal de benodigde handtekeningen onder het contract worden gezet en zal de doelgroep worden geïnformeerd op welke wijze ze van deze regeling gebruik kunnen maken. Op basis van de afspraken die de gemeente Den Haag heeft, is de verwachting dat het deze in een jaar durende pilot gaat om een bedrag van om en nabij de 55.000 euro voor het jaar 2023, tenminste als iedere rechthebbende ook daadwerkelijk gebruik maakt van deze regeling.