GOM drijft grondprijs op

De mogelijkheid om woningen te bouwen op bollengrond in ruil voor het slopen van (verouderde) bedrijven zorgt voor een prijsopdrijvend effect waardoor het starten van een bedrijf financieel vaak onhaalbaar wordt. Dat constateert bureau Partners en Pröpper in een onderzoek in opdracht van de gemeenteraad van Teylingen naar het functioneren van de Greenport Ontwikkeling Maatschappij (GOM).

De GOM opereert binnen het kader van de Intergemeentelijke Structuurvisie (ISG) en heeft tot taak het behouden van 2625 ha eerste klas bollengrond en het tegengaan van verrommeling van het landschap waardoor de landschapskwaliteit wordt verbeterd. Hiertoe koopt zij grond op met daarop incourante gebouwen en opstallen om daar, na sloop van de bedrijven, (weer) eerste klas bollengrond van te maken. Het hiervoor benodigde geld verkrijgt de GOM door de uitgifte van bouwtitels voor villa’s op een deel van de verrommelde grond.

De onderzoekers zijn het eens met de kritiek dat door de werkwijze van de GOM de prijs van bollengrond wordt opgedreven. Daarnaast stellen zij vraagtekens bij het verbeteren van de landschapskwaliteit door de activiteiten van de GOM. Door het bouwen van woningen op een deel van de opgeruimde grond verdwijnt een stuk van het open karakter weer. Daarnaast is het niet duidelijk wat precies verstaan wordt onder verrommelde grond.

De raad van Teylingen wil met de raden van de andere bollengemeenten om de tafel gaan zitten hoe het verder moet met de GOM en de ISG. Een raadswerkgroep gaat dat overleg voorbereiden. Een voorstel van de oppositie (incl. CDA) om de bouw van GOM-woningen voorlopig te stoppen en dat ook te doen voor wat betreft de handhaving op het illegaal gebruik van bollengrond voor o.a. paardenweitjes, haalde het niet. Dat was eveneens het geval met een CDA-voorstel om een ronde tafelgesprek te houden met alle betrokken partijen.