Artikel 34 vragen aan het College n.a.v. berichtgeving "Helden van Nu"
Hieronder vindt u de vragen die de fractie heeft gesteld aan het college naar aanleiding van de berichtgeving van Vlaardingen24 over deelname van de gemeente aan het programma "helden van nu"
Geacht College,
Op 3 februari jl. mocht het CDA kennis nemen van een nieuwsbericht op Vlaardingen24 met als titel:
“Vlaardingse ambtenaren zijn de ware ‘Helden van Nu’. Zie ook de link: https://www.vlaardingen24.nl/nl/nieuws/nieuws/vlaardingse-ambtenaren-zijn-de-ware-lsquohelden-van-nursquo/30656
Overeenkomstig artikel 155 van de Gemeentewet en artikel 34 van het Reglement van Orde heeft
het CDA de volgende vragen:
1. Kunt u aangeven of de berichtgeving zoals hierboven beschreven op Vlaardingen24 klopt?
Antwoord: Wij hebben inderdaad meegewerkt aan dit item in het programma ‘De Helden van Nu’
2. Als de berichtgeving klopt, kunt u aangeven wie er verantwoordelijk is geweest binnen het
College om financiële middelen hiervoor beschikbaar te stellen?
Antwoord: Wij zijn momenteel bezig met onze arbeidsmarktcommunicatie om te laten zien dat het werk van een overheidsinstelling als een gemeente heel breed is.
Omdat wij deze beelden daarbij in willen zetten, is dit betaald uit een beschikbaar budget hiervoor. Daarom was er geen besluit noodzakelijk van het college. Uiteraard geldt dat de portefeuillehouder P&O bestuurlijk verantwoordelijk is
3. Kunt u in een tijdlijn aangeven op welke manier de afweging is gemaakt om aan deze campagne
mee te doen en welke argumenten hiervoor zijn?
Antwoord: Nadat de aanvraag is binnengekomen in oktober is advies ingewonnen bij de afdeling bedrijfsvoering. Na deze adviezen heeft een intake met de producent plaatsgevonden. Op dat moment waren wij ook bezig met het vernieuwen van de website www.werkenvoorvlaardingen.nl. Op basis van het aanbod, waarbij we rechtenvrij gebruik kunnen maken van de beelden, is besloten deel te nemen. In het eindresultaat is te zien dat werken bij de gemeente Vlaardingen veel facetten kent. De beelden zullen dan ook op de website worden gezet.
4. Hoeveel euro moet er de komende jaren nog bespaard worden op de ambtelijke organisatie? En
hoe verhoudt de genoemde € 12.500,- zich tot deze besparing? Hoe legt u aan de ambtelijke
organisatie uit dat er voor het uitvoeren bepaalde functies geen financiële middelen zijn, maar
wel voor dit soort campagnes?
Antwoord: We zijn binnen bestaand budget bezig om onze werving en selectie te moderniseren, ook omdat we in de praktijk merken dat behoorlijk wat vacatures maar heel moeilijk tot geen belangstelling trekken. Mede omdat we de externe inhuur willen beperken is aantrekkelijke arbeidsmarkt communicatie voor ons van belang. De website is recent eigentijdser gemaakt. De charter inclusiviteit is in uitvoering genomen. De gemeente zag deze uitzending als een aanvullende investering in onze arbeidsmarktbenadering. We krijgen de beschikking over de betreffende beelden en gaan deze inzetten voor onze arbeidsmarktcommunicatie om mede zo nieuwe collega’s te werven. Op www.werkenvoorvlaardingen.nl laten wij collega’s aan het woord om een beeld te geven van hoe het is om bij de gemeente Vlaardingen te werken. Deze beelden zijn daar een aanvulling op en worden daar dan ook binnenkort op geplaatst
5. Uit welk budget wordt deze € 12.500,- betaald?
Antwoord: Uit het budget werving & selectie.
6. Hoeveel meer geld is er nog beschikbaar om aan dit soort campagnes uit te geven?
Antwoord: Wij hebben geen specifiek budget voor campagnes, noch voornemens tot campagnes. Per project en per organisatieonderdeel zijn er budgetten voor de uitvoering. Vanuit die budgetten worden de kosten die bij een project of organisatieonderdeel horen betaald.
7. Acht u het verantwoord om gezien de financiële situatie van de gemeente Vlaardingen hieraan
geld uit te geven? Of deelt u met ons de mening dat we onze middelen beter aan andere zaken
kunnen besteden?
Antwoord: De financiële situatie heeft inderdaad geleid tot moeilijke keuzes. Vergelijkingen tussen verschillende taken en uitgaves laten zich soms slecht maken. De waarde van werving en selectie ten opzichte van bijvoorbeeld Jeugdzorg is niet één op één te maken of politiek uitlegbaar, hoewel beiden noodzakelijk zijn. Wij stellen het op prijs dat u een –impliciet- signaal omtrent dat dilemma en hoe u dat ziet, afgeeft.
8. Bent u echt van mening dat de Vlaardingse ambtenaren de helden van de coronacrisis zijn? Vindt
u het billijk om deze blijk van waardering door middel van deze reclamecampagne te uiten?
Waarom kiest u er niet voor om de waardering op een meer tastbare manier aan de organisatie
kenbaar te maken?
Antwoord: Nee integendeel, wij vinden het juist belangrijk om vooral de inwoners en organisaties in onze stad te laten zien, omdat die wat ons betreft de echte helden zijn. Daarom is gekozen om collega’s in beeld te brengen die veel contact hebben met inwoners en organisaties. Zij hebben dat wat ons betreft prima gedaan. Zij laten zien dat een gemeenteambtenaar voor en met de lokale samenleving werkt. Alhoewel we natuurlijk onze eigen medewerkers, vaak werkend in de frontlinie waarderen, wilden we juist met dit programma waardering voor inwoners, ondernemers en organisaties in de stad laten blijken.
9. Vindt u het moreel verantwoord om de status van “held” te kopen in deze coronacrisis, terwijl de
echte helden er geen euro extra aan overhouden en ondernemers van Vlaardingen financieel de
dupe zijn van de coronacrisis?
Antwoord: Wij betreuren dat de indruk is ontstaan, dat het college een heldenstatus zou hebben willen kopen voor eigen medewerkers. Dat is geenszins de bedoeling geweest en wordt zo ook niet beoogd door het college. In de betreffende beelden zijn ook zo veel mogelijk anderen dan onze medewerkers in beeld gebracht. Er zijn heel veel inwoners en ondernemers getroffen door de coronacrisis. Daar hebben wij veel aandacht voor. Wij proberen om, binnen de mogelijkheden die wij hebben, iedereen zoveel mogelijk bij te staan. In een eerdere campagne die wij hebben gemaakt komen veel ondernemers aan het woord. En ook de campagne ‘koop vooral eerst lokaal’ hebben wij meegefinancierd.