Vragen over vroeg signalering schuldhulpverlening
Op 7 januari heeft John Huf vragen gesteld aan het college over de vroeg signalering bij mogelijke financiële problemen.
Hieronder vind u de volledige vraag en reactie vanuit het college.
Beantwoording technische vragen
Onderwerp: Vroeg signalering schuldhulpverlening
Indiener(s): dhr. Huf (CDA)
Datum vragen: 7-1-2021
Datum beantwoording: 13-1-2020
Vraag:
Per 1 januari is de gemeente verplicht om contact te maken met bewoners met mogelijke financiële problemen. (Nieuwe wet gemeentelijke schuldhulpverlening) Zie site Binnenlands bestuur, landelijk convenant helpt bij vroeg signalering schulden. Dat mag ook met een brief maar persoonlijk vind ik dat niet wenselijk. Wat is het huidige beleid van de gemeente Vlaardingen op dit gebied?
Antwoord:
Deze wetswijziging per 1 januari sluit aan bij de Regionale visie armoede en schulden. Het is onderdeel van onze visie: met het vroegtijdig inzetten op de situatie van de inwoner worden ernstige problemen voorkomen. Door de drempel naar schuldhulpverlening zo laag mogelijk te maken en door in te zetten op vroegsignalering willen we meer inwoners bereiken. We willen financiële problemen zoveel mogelijk voorkomen. Het is van het grootste belang dat huishoudens met betalingsachterstanden vroegtijdig in beeld komen. Huisuitzettingen, het afsluiten van energie of water en niet of onvoldoende verzekerd zijn tegen ziekte veroorzaken veel persoonlijk leed, hebben ernstige maatschappelijke gevolgen en kosten veel geld. Hoe vroeger we zaken signaleren, hoe groter de kans wordt op structurele oplossingen. Op die manier worden ongewenste maatschappelijke effecten van schulden tegengegaan. Het eerder aanpakken van schulden in gezinnen zorgt daarbij ook voor meer perspectief op een succesvolle toekomst van de kinderen in deze gezinnen. Hierin is de samenwerking in het sociale domein belangrijk. Het is nodig dat er adequate informatie over betalingsachterstanden beschikbaar is, dat er op de diverse vindplaatsen voor schulden doorverwezen wordt naar ondersteuning en dat er een effectieve opvolging van de signalen plaatsvindt.
We zetten al in op het voorkomen van woningontruimingen op basis van een huurschuld door middel van afspraken met de woningcorporatie. Dit gaan we uitbreiden. We sluiten aan bij het landelijke convenant voegsignalering en zullen met de landelijke energie- en waterleveranciers en zorgverzekeraars overeenkomsten sluiten. Met de lokale woningcorporaties zijn we in overleg om aanvullende afspraken te maken op de landelijke overeenkomst. Voorwaarde daarbij is dat de schuldeiser eerst zelf door middel van (sociale) incasso in contact probeert te treden met de inwoner. Hiervoor geldt een zekere inspanningsverplichting die wettelijk is vastgesteld en die ook in de landelijke overeenkomsten is opgenomen. We vinden het belangrijk om geen verlengstuk van de incassoprocedure van de schuldeiser te zijn maar om daadwerkelijk financiële hulp te bieden aan de mensen die dat nodig hebben.
Als het de schuldeiser niet lukt om in contact te komen met de inwoner dan kan er zonder toestemming bij Stroomopwaarts worden gemeld in het kader van vroegsignalering. Elke melding moet leiden tot een aanbod tot hulp. Daarvoor zullen we signalen gaan matchen. Als er 2 of meer signalen bij elkaar komen op 1 adres dan kunnen we de dienstverlening opschalen. Afhankelijk van het aantal signalen en de beschikbare capaciteit zullen we een inschatting maken bij welke signalen er een huisbezoek wordt afgelegd. Andere mogelijkheden zijn contact via telefoon, sms, email of brief. Hierbij is het uitgangspunt om het juiste contact, op het juiste moment en op de juiste plek te realiseren.
Op dit moment wordt onderzocht of er voor de inzet in 2021 op vroegsignalering extra middelen kunnen worden gevonden.