09 februari 2021

Vragen over vroeg signalering schuldhulpverlening

Op 7 januari heeft John Huf vragen gesteld aan het college over de vroeg signalering bij mogelijke financiële problemen.
Hieronder vind u de volledige vraag en reactie vanuit het college.

Beantwoording technische vragen  

Onderwerp: Vroeg signalering schuldhulpverlening 

Indiener(s): dhr. Huf (CDA) 

Datum vragen: 7-1-2021 

Datum beantwoording: 13-1-2020 

Vraag: 

Per 1 januari is de gemeente verplicht om contact te maken met bewoners met mogelijke financiële  problemen. (Nieuwe wet gemeentelijke schuldhulpverlening) Zie site Binnenlands bestuur, landelijk  convenant helpt bij vroeg signalering schulden. Dat mag ook met een brief maar persoonlijk vind ik dat  niet wenselijk. Wat is het huidige beleid van de gemeente Vlaardingen op dit gebied? 

Antwoord:  

Deze wetswijziging per 1 januari sluit aan bij de Regionale visie armoede en schulden. Het is  onderdeel van onze visie: met het vroegtijdig inzetten op de situatie van de inwoner worden ernstige  problemen voorkomen. Door de drempel naar schuldhulpverlening zo laag mogelijk te maken en door  in te zetten op vroegsignalering willen we meer inwoners bereiken. We willen financiële problemen  zoveel mogelijk voorkomen. Het is van het grootste belang dat huishoudens met  betalingsachterstanden vroegtijdig in beeld komen. Huisuitzettingen, het afsluiten van energie of water  en niet of onvoldoende verzekerd zijn tegen ziekte veroorzaken veel persoonlijk leed, hebben ernstige  maatschappelijke gevolgen en kosten veel geld. Hoe vroeger we zaken signaleren, hoe groter de kans  wordt op structurele oplossingen. Op die manier worden ongewenste maatschappelijke effecten van  schulden tegengegaan. Het eerder aanpakken van schulden in gezinnen zorgt daarbij ook voor meer  perspectief op een succesvolle toekomst van de kinderen in deze gezinnen. Hierin is de  samenwerking in het sociale domein belangrijk. Het is nodig dat er adequate informatie over  betalingsachterstanden beschikbaar is, dat er op de diverse vindplaatsen voor schulden  doorverwezen wordt naar ondersteuning en dat er een effectieve opvolging van de signalen  plaatsvindt. 

We zetten al in op het voorkomen van woningontruimingen op basis van een huurschuld door middel  van afspraken met de woningcorporatie. Dit gaan we uitbreiden. We sluiten aan bij het landelijke  convenant voegsignalering en zullen met de landelijke energie- en waterleveranciers en  zorgverzekeraars overeenkomsten sluiten. Met de lokale woningcorporaties zijn we in overleg om  aanvullende afspraken te maken op de landelijke overeenkomst. Voorwaarde daarbij is dat de  schuldeiser eerst zelf door middel van (sociale) incasso in contact probeert te treden met de inwoner.  Hiervoor geldt een zekere inspanningsverplichting die wettelijk is vastgesteld en die ook in de  landelijke overeenkomsten is opgenomen. We vinden het belangrijk om geen verlengstuk van de  incassoprocedure van de schuldeiser te zijn maar om daadwerkelijk financiële hulp te bieden aan de  mensen die dat nodig hebben.  

Als het de schuldeiser niet lukt om in contact te komen met de inwoner dan kan er zonder  toestemming bij Stroomopwaarts worden gemeld in het kader van vroegsignalering. Elke melding  moet leiden tot een aanbod tot hulp. Daarvoor zullen we signalen gaan matchen. Als er 2 of meer  signalen bij elkaar komen op 1 adres dan kunnen we de dienstverlening opschalen. Afhankelijk van  het aantal signalen en de beschikbare capaciteit zullen we een inschatting maken bij welke signalen  er een huisbezoek wordt afgelegd. Andere mogelijkheden zijn contact via telefoon, sms, email of brief.  Hierbij is het uitgangspunt om het juiste contact, op het juiste moment en op de juiste plek te  realiseren.  

Op dit moment wordt onderzocht of er voor de inzet in 2021 op vroegsignalering extra middelen  kunnen worden gevonden. 

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.