Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen heeft CDA-fractievoorzitter Theo Bovens namens de Eerste Kamerfractie het kabinet opgeroepen tot meer oog voor de rol van medeoverheden en een sterkere samenleving (de ‘Verantwoordelijke Samenleving’). De fractie benadrukte het belang van uitvoerbaar beleid en uitte zorgen over de geplande bezuinigingen op de maatschappelijke diensttijd. Verder vroeg de fractie nadrukkelijk aandacht voor het behoud van de giftenaftrek en het budget voor ontwikkelingssamenwerking. Het CDA staat open voor constructieve samenwerking, maar zal elk wetsvoorstel apart grondig beoordelen op zijn inhoud.

De CDA-fractie wees op het ontbreken van een overkoepelende visie in de regeringsverklaring. Volgens Bovens maakt zo’n gebrek aan visie het moeilijk om met het kabinet afspraken te maken over dossiergrenzen heen.

Daarnaast uitte de fractie zorgen over de bezuinigingen op de maatschappelijke diensttijd, die jongeren de kans biedt om actief bij te dragen aan de samenleving. “Deze diensttijd is essentieel voor sociale cohesie en burgerschap. Bezuinigingen op dit vlak zijn een verkeerde keuze,” benadrukte Bovens. Voor het CDA is maatschappelijke diensttijd een investering in de toekomst van jongeren én de samenleving.

Het belang van de giftenaftrek werd eveneens onderstreept. Bovens noemde de giftenaftrek van groot belang voor de ondersteuning van de civil society, zoals gezinnen, verenigingen, scholen en andere maatschappelijke initiatieven: "Vrijgevigheid moet gestimuleerd worden, niet ontmoedigd. We zijn dan ook blij dat het kabinet de plannen om de giftenaftrek bij particulieren te beperken heeft losgelaten; nu nog hetzelfde doen voor de giftenaftrek bij bedrijven.”

Op het gebied van ontwikkelingssamenwerking hield Bovens een krachtig pleidooi voor het handhaven van het budget. De norm van 0,7% van het BNP voor ontwikkelingssamenwerking ziet het CDA als een morele plicht van Nederland. "Rommel daar niet mee," waarschuwde Bovens het kabinet. Investeringen in internationale stabiliteit dragen bij aan een veiliger Nederland en een rechtvaardigere wereld.

Het CDA riep daarnaast op tot betere samenwerking met gemeenten, provincies en waterschappen, die veel verantwoordelijkheid dragen voor de uitvoering van kabinetsplannen. Bestaande afspraken worden opgezegd, en op specifieke uitkeringen wordt bezuinigd. “Het CDA vraagt aan de minister-president om zelf de teugels in handen te nemen om het beleid dat de medeoverheden raakt te coördineren en zo spoedig mogelijk het overleg om te komen tot een integraal bestuursakkoord met het land te starten. Dit niet doen zet de uitvoerbaarheid onder druk.”

Het versterken van de sociale basis, waaronder vrijwilligerswerk en mantelzorg, blijft een belangrijk speerpunt voor de CDA-fractie. Bovens benadrukte dat vergrijzing niet alleen een uitdaging is, maar ook kansen biedt om sociale netwerken te versterken. “Een sterke samenleving heeft actieve steun van de overheid nodig.”

Tot slot benadrukte de CDA-fractie het belang van Europese samenwerking en grensoverschrijdende samenwerkingen met buurlanden. Bovens waarschuwde voor het terugdringen van investeringen in cultuur en maatschappelijke projecten, vooral in de regio's, en riep op om voldoende middelen te reserveren zodat iedere regio in Nederland kan meetellen.

De CDA-fractie drong er bij het kabinet op aan de rol van de Eerste Kamer serieus te nemen en te respecteren. "Voorstellen die financieel onhoudbaar zijn of ingaan tegen gemaakte afspraken zullen door het CDA kritisch worden beoordeeld. Wij roepen het kabinet op om geen tijd te verspillen aan symbolische maatregelen (zoals een noodwet asiel) en met de Senaat samen te werken aan een fatsoenlijk Nederland," aldus de fractie.

 

Lees hieronder de volledige inbreng van fractievoorzitter in de Eerste Kamer Theo Bovens.

 

Mijnheer de voorzitter,

Allereerst ook namens de CDA-fractie een welgemeend welkom aan het kabinet Schoof dat bijna letterlijk bij ons is aangeschoven voor de Algemeen Politieke Beschouwingen. Onze kamer wordt wel eens de Kamer der Beschouwingen genaamd, of in het Frans: ‘la chambre de réflexion’, en ik hoop dat wij samen vandaag die titel waardig mogen blijken te zijn. En dat wij niet van onze rol afwijken en op de stoel van de 2e kamer gaan zitten, ‘la chambre de réaction’.

Voor iemand als ik, die voor dit debat uit het hoge zuiden tientallen meters afdaal naar deze plek op zeespiegel-niveau, en daarvoor 231 kilometer heb afgelegd, is het van enige afstand kijken naar de plannen van deze regering niet zo lastig; zeker nu het een regering betreft die steunt op een coalitie die niet van onze keuze is, en waartoe wij ons met gepaste afstand verhouden. Dat betekent niet – en ik zeg dat maar voor alle duidelijkheid aan het begin van mijn betoog – dat wij afstand nemen van alles wat dit kabinet gaat doen. Nee, u mag van het CDA een constructieve houding verwachten die de voorstellen en wetten op zijn merites afzonderlijk zal beoordelen.

Ik zei met nadruk ‘afzonderlijk’ omdat wij niet in de gelegenheid zijn om de visie achter het kabinetsbeleid als zodanig te appreciëren, simpelweg omdat wij die overkoepelende visie op de samenleving in de regeringsverklaring niet hebben kunnen ontdekken. Zou er wél een heldere visie op de samenleving aanwezig zijn geweest, en zou die grotendeels door het CDA onderschreven hebben kunnen worden, dan zou je ook makkelijker deals met een kabinet sluiten, wat geven en nemen, onderhandelen over dossier-grenzen heen. Maar die weg kunnen én gaan we dus ook niet bewandelen.

Het CDA zal dit kabinet tegemoet treden vanuit onze opdracht om de goede besluiten te nemen. En met ‘goed’ bedoelen we besluiten die een betere en rechtvaardigere samenleving en wereld dichterbij brengen. Daarbij mag u van het CDA in deze kamer verwachten dat we dat doen met een zekere rolvastheid, dus voorstellen en wetten in eerste aanleg toetsend op zaken als rechtmatigheid, doelmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.

Mijnheer de voorzitter, Laat ik ten aanzien van uitvoerbaarheid wat concreter worden. De CDA fractie stelt vraagtekens bij de uitvoerbaarheid van vele voornemens van dit kabinet. En dan niet eens zozeer bij de technische, juridische of theoretische uitvoerbaarheid, maar wel degelijk bij de praktische. Ik kan wijzen op de financiële uitvoerbaarheid van voornemens waar nog geen dekking voor is (bijvoorbeeld bij infrastructuur, Nedersaksen- en Lelylijn, klimaatmaatregelen). En ik kan ook wijzen op voornemens waarvoor u de medewerking van Europa nodig heeft, of verdragen moet wijzigen waarvoor onderhandelingen nodig zijn die zeker niet de komende vier jaar zullen starten (kaderrichtlijn water, mestwetgeving/nitraatrichtlijn, of de opt-out asielbeleid). Maar ik wil hier met name wijzen op het feit dat het kabinet voor de uitvoerbaarheid van wellicht meer dan driekwart van de voornemens sterk afhankelijk is van de medewerking van gemeenten, provincies, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen (zoals GGD’s en vervoersregio’s). In het verleden was ik zowel gemeente- als provinciebestuurder, en zat in VNG en IPO-besturen. Mijn fractie maakt zich grote zorgen over hoe dit kabinet is omgesprongen met de mede-overheden en nog zál omgaan met hun.

De filosofie van één overheid mis ik in de regeringsverklaring. Vele voornemens ogen top-down, en worden in elk geval eenzijdig afgekondigd. Het CDA uitgangspunt Gespreide Verantwoordelijkheid en het in onze kring populaire subsidiariteitsbeginsel hadden perfect gepast bij de woorden ‘Elke Regio Telt’, maar wij zien daar niets van terug. Van meedenken en meebepalen is geen sprake, en dus is meetellen blijkbaar beperkt tot meebetalen. Diverse specifieke uitkeringen gaan naar het gemeentefonds minus 10%, het ravijnjaar dreigt nog steeds, gelden voor de uitvoering van plannen voor het Landelijk Gebied zijn grotendeels verdwenen, en meer taken, zoals in de dossiers van preventie en leefstijl, maatschappelijke opvang (bed- bad- brood), komen op het bord van de lokale en regionale overheid.

Het CDA vraagt aan de minister president om zelf de teugels in handen te nemen om het beleid dat de mede-overheden raakt te coördineren en zo spoedig mogelijk het overleg om te komen tot een integraal bestuursakkoord met het land te starten. Dat drie van de vier dragende partijen, inclusief de premier zelf, géén banden hebben met partijgenoten in gemeenteraden, colleges van B&W, moet het kabinet compenseren door méér overleg, open dialoog, ruimte voor het inbrengen van alternatieven, ruimte voor differentiatie enzovoort. Dat heeft voor ons te maken met democratische ethos. Graag uw visie.

Mijnheer de Voorzitter, Uitvoerbaarheid heeft volgens het CDA óók, en misschien wel vooral, te maken met de kracht van de samenleving. De Verantwoordelijke Samenleving, waar burgers en bedrijven verantwoordelijkheid kunnen dragen, waar burgerschap zich kan ontwikkelen en mensen tot bloei komen. Dat is zeker nodig als we weten dat de ouder wordende bevolking grote uitdagingen stelt, maar ook kansen biedt . Een verantwoordelijke samenleving bestaat bij de gratie van een sterke sociale basis, waarin vrijwilligers en mantelzorgers ondersteunende sociale netwerken vormen en daarmee ook bijdragen aan preventie en vitaliteit. Die sterke sociale basis ontstaat niet overal vanzelf. Morele en financiële steun aan gezinnen, aan verenigingen, scholen, de civil society dus, is hard nodig. Fijn dat u van het onzalige idee bent afgestapt om de giftenaftrek particulieren te beperken. Wij vragen u in dit kader wel de motie Giftenaftrek nr 36418 AE van deze kamer uit december 2023 uit te voeren!

Maar positief in woorden is niet voldoende. Ook daden zijn gewenst. We zijn kritisch op bezuinigingen rond maatschappelijke dienstplicht, sport en op het vlak van versterking burgerschap, zoals de toegang tot cultuur, bibliotheken, boeken en pers, waar we nota bene dreigen als enige land in Europa het hoogste BTW-tarief te laten gelden. Vergrijzing is maar één deel van de demografische uitdaging. Het rapport van Van Zwol c.s. vraagt ons uitdrukkelijk na te denken over wat voor type samenleving we willen zijn, waar we ons geld mee moeten verdienen, met hoevelen we in Nederland willen wonen, en welke voorzieningen op gebied van volksgezondheid, onderwijs en natuur daarbij passen. Mag ik vragen hoe het kabinet deze discussie met het land wil voeren?

Het CDA zal ook kijken of de voorstellen bijdragen aan een toekomst-bestendig en duurzaam Nederland. Daarbij passen thema’s als innovatie, onderwijs en het al door mij genoemde investeren in de kwaliteit van onze samenleving. Een samenleving die gebaseerd is op de bestaanszekerheid die alle 18 miljoen Nederlanders moeten kunnen ervaren.

Mijnheer de Voorzitter, Als wij onze rol zuiver opvatten, en we hebben een bepaald voorstel van de regering getoetst op uitvoerbaarheid, in de brede opvatting als door ons aangegeven, en op rechtmatigheid, en vervolgens op de bijdrage aan een sterker, toekomstbestendiger Nederland, zal desalniettemin de toetsing op partijpolitieke standpunten tot dilemma’s leiden.

In de Tweede Kamer zei mijn partijgenoot Bontenbal eens: het CDA houdt niet van gratis bier-moties. Hij bedoelde dat we oog hebben voor de financiële begrotingskaders en dus de buikpijn die dat soms kan opleveren. In de Eerste Kamer kunnen we voorstellen niet amenderen, alleen maar afwijzen. Wij hebben daarnaast de mogelijkheid om toezeggingen te eisen en moties in te dienen.

Een slecht kabinet gooit dan pijnlijke maatregelen en zaken waar iedereen blij van wordt in één mandje. Dat vindt het CDA geen goed bestuur. Wij vragen het kabinet om ernstig rekening te houden met de Motie Hoekstra die op 24 november 2015 in deze kamer met Algemene Stemmen is aanvaard. De leden Van Rooijen en Van Apeldoorn, hier aanwezig, zullen  het daar zeker mee eens zijn. Graag uw reactie. En dus roep ik het kabinet op om de rol van de Eerste Kamer te respecteren en ons niet uit te dagen om de grenzen in ons dilemma op te zoeken. Dan is het goed als u tijdig weet heeft van zaken uit het regeerakkoord die bij ons moeilijk liggen en waar we toezeggingen echt nodig hebben, moties over zouden kunnen indienen en in het uiterste geval zelfs een tegenstem moeten laten klinken.

Ons CDA-programma is volstrekt helder over de norm dat 0,7 procent van ons BNP beschikbaar is voor ontwikkelingssamenwerking, inclusief ontwikkelingshulp. Rommel daar niet mee.

Het CDA gelooft in groeiende Europese samenwerking zowel in de Europese Unie als in de Raad van Europa. Dat is in het belang van elke Nederlander. Zonder een sterk en democratisch Europa geen bestaanszekerheid, geen goed bestuur. Knabbel niet aan die samenwerking! Europa start aan onze grenzen. Uit alle onderzoeken blijkt dat het afbreken van administratieve grenzen met onze buurlanden goed is. Het opwerpen van grensbelemmeringen, het vergroten van verschillen met Benelux-landen en Duitsland zullen wij kritisch benaderen.

CDA is de partij van de regio’s. Ons rapport ‘Voor héél Nederland’ geeft ons richting. De passages over Elke Regio Telt zijn te vrijblijvend als die niet met voldoende middelen worden ondersteund. En bezuinigingen op cultuur in de regio helpen dan ook niet. Wil een verantwoordelijke samenleving kunnen functioneren, moet die samenleving worden versterkt. Dat staat op gespannen voet met plannen om maatschappelijke dienstplicht lastiger te maken, vrijgevigheid van burgers en bedrijven te ontmoedigen.Wij zijn van de betrouwbare overheid. Het ambitieuze woningbouwprogramma van de vorige regering verdient voortzetting. Dat kan alleen met het honoreren van gemaakte afspraken met de regio’s. Of met het vasthouden aan de afspraken die het COA met gemeenten heeft gemaakt over asielopvang. Of met het bevestigen van bestaande toezeggingen aan PAS-melders en het beleid t.a.v. de verduurzaming van de landbouw en de inrichting Landelijk Gebied.

En last but not least: respecteer de Eerste Kamer ook als het om gevoelige en lastige dossiers gaat zoals het asielbeleid. Wij kunnen met een grondige en tegelijk snelle behandeling voorstellen, die leiden tot meer grip op de instroom, en die leiden tot betere en efficiëntere opvang en integratie, alleen maar beter maken. Verspil geen kostbare tijd aan Noodwetjes of treitermaatregelen. Met andere woorden: zet de Senaat, als uniek deel van de volksvertegenwoordiging, gekozen door provincies en eilandsraden, in de kracht om het goede voor een fatsoenlijk Nederland te doen.

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.