In september 2024 heeft de basisgroep een notitie gestuurd aan alle CDA afdelingen.
Hieronder leest u deze notitie.

Beste mede CDA-leden

De CDA-basisgroep sociale zekerheid is een groep van mensen met een laag inkomen en/of een
uitkering die mee verantwoordelijkheid willen dragen voor de samenleving van nu en die van de
toekomst (zie onderaan deze notitie voor verdere informatie over de basisgroep)
Met deze notitie willen we graag een aantal zorgen en enkele tips met u delen. We hopen dat dit
inspiratie biedt voor het gemeentelijk beleid en dat u landelijk CDA beleid wilt steunen dat deze
kwesties wil oplossen

We willen u de volgende punten onder ogen brengen:
Keuringsartsen die niet het medisch dossier opvragen en daardoor rapporten opmaken zonder
voldoende achtergrond informatie. Dat leidt tot verkeerde inhoud dossier en verkeerde
eindconclusies.
Mensen worden in verkeerde functies ingedeeld. Bijvoorbeeld: bouwvakkers die telefoniste moet
worden of typiste terwijl ze nog nooit met een pc hebben gewerkt.
Het blijkt uit te maken in welke provincie je door het UWV gekeurd wordt.

Om in aanmerking te komen voor bepaalde sociale voorzieningen moet men minder inkomen hebben
dan 120% van het sociaal minimum. Dit werkt in de praktijk niet. Stel dat je al meer dan de helft van
je inkomen kwijt bent aan huur alleen, dan hou je veel minder over en is de 120% regeling niet
representatief voor wat je maandelijks te besteden hebt. Misschien beter naar Nibud advies kijken.
Mensen met een laag inkomen die arbeidsongeschikt worden bevonden krijgen 70% van dat lage
inkomen en komen daarmee onder het bestaansminimum (bijstandsnorm).
Mensen die een prikkelarme omgeving nodig hebben moeten ook kunnen werken. We zien nu dat zij
uit de Sociale werkplaatsen worden gezet. Dat is heel zorgelijk, en nog zorgelijker dat het nieuwe
kabinet minder geld voor sociale werkplaatsen wil gaan uittrekken.

We zien mensen in de bijstand die feitelijk arbeidsongeschikt zijn. Dat betekent voor hen dat ze geen
kans hebben uit de bijstand te komen. En daarmee de rest van hun leven op het sociaal minimum zijn
aangewezen, met alle verplichtingen van de bijstand. En wanneer men een partner heeft vervalt de
(aanvullende) bijstand en is men afhankelijk van de partner.
Hoe komt dat?
Het komt voor dat mensen een aandoening hebben die niet erkend wordt door keuringsartsen van
het UWV, denk bijvoorbeeld aan fybromyalgie.
Door de systematiek van de arbeidsongeschiktheidswet treft dit vooral mensen die voordien een laag
inkomens uit arbeid hadden. Het percentage arbeidsongeschiktheid wordt niet bepaald door de
lichamelijke en geestelijke conditie van de betrokkene, maar door het verschil tussen het loon dat
men verdiende en het loon dat men nu met de klachten nog zou kunnen verdienen met hele simpele
banen (los van de vraag of die er zijn) . Voor iemand met een hoog inkomen is dat verschil groot en
komt hij gauw boven de 35% arbeidsongeschiktheid uit; maar iemand die weinig verdiende moet wel
heel zwaar arbeidsongeschikt zijn om boven die 35% uit te komen, anders wordt het (WW en
vervolgens) bijstand.
We horen en zien veel berichten van mensen die onder het bestaansminimum terechtkomen.

Formeel misschien niet, maar in de praktijk wel. Zoals mensen die weliswaar de bijstandsnorm
hebben of iets meer hebben, maar vanwege hoge vaste lasten weinig over houden voor het
levensonderhoud van zichzelf en hun gezin. Denk bij hoge vaste lasten aan hoge huur, hoge
energielasten, maar ook hoge servicekosten die niet door de huurtoeslag gecompenseerd worden.
Veel van deze mensen moeten een beroep doen op de voedselbank, die strenge inkomenseisen kent,
maar wel kijkt naar het besteedbaar inkomen.

De afgelopen jaren waren er ‘stiekeme bezuinigingen’. Regelingen voor kleine doelgroepen werden
afgeschaft, zoals de WTCG, de eenouderkorting. Ze tellen wel allemaal op. Hoewel er gezegd werd dat
er niet op uitkeringen werd bezuinigd was de ervaring van de feiten anders.
We constateren lange wachttijden bij aanvragen voor de WMO. Sommige gemeenten hebben de tijd
waarbinnen een aanvraag moet worden behandeld van 6 naar 12 weken veranderd. Je zal maar met
enige spoed een voorziening nodig hebben.
Mensen in bijstand worden onder druk gezet om werkzaamheden te verrichten in het kader van de
tegenprestatie, ook al zijn ze ziek of arbeidsongeschikt. Zo werden mensen met borstkanker daarvoor
opgeroepen. De betreffende ambtenaar heeft het dossier niet gelezen.

Spoedeisende hulp is vaker dicht, planbare zorg wordt minder. Dat zijn problemen waar iedereen
mee te maken heeft. Maar het draagt wel bij aan het gevoel van onzekerheid, aan minder grip op
wat voor jouw leven belangrijk is. Voor mensen met een laag inkomen telt dit op bij de onzekerheden
die ze al hebben vanwege dat lage inkomen.

Knarrenhofjes waar ouderen elkaar ondersteunen zijn een goede zaak. Belangrijk is dat ze ook
bereikbaar zijn voor mensen met laag inkomen. Huur biedt dan uitkomst, met een laag inkomen kun
je dan een beroep dan op de huurtoeslag. Huur heeft nog een ander voordeel t.o.v. koop: namelijk
dat niet jonge erfgenomen van een overleden oudere de woonruimte innemen en daarmee
onttrekken aan de oudere doelgroep waarvoor ze was bedoeld.
Scootmobielen die niet meer gebruikt worden. Dat komt te veel voor. Het moet toch mogelijk zijn
beter te regelen dat deze scootmobielen makkelijker weer opnieuw gebruikt kunnen worden.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.