26 juni 2023

Strategische beschouwing Kadernota 2024

Een goede kadernota dwingt een politicus om de waan van de dag voor een moment te laten rusten en terug te gaan naar de basis voor het eigen politiek handelen. Wij als CDA grijpen dit moment dan ook aan vanuit onze eigen visie na te denken over de ideale samenleving en wat wij daarbij van de overheid verwachten en welk soort overheid wij voor ons zien.

De ideale samenleving en de overheid die daarbij past

Vanuit het christendemocratisch mensbeeld geloven wij als CDA’ers dat ieder mens op zichzelf al van betekenis is, maar dat een mens pas echt tot zijn recht komt in relatie tot andere mensen. Een mens is niet gemaakt om alleen te zijn, mensen zijn van nature sociale wezens. We geloven als CDA’ers ook dat de mens een verantwoordelijk wezen is, die zich inzet voor zijn omgeving. Hierbij moet ik denken aan het liedje “we benne op de wereld, om mekaar, om mekaar, te helpen, nietwaar”. Tot slot geloven we dat de mens naar zin en betekenis zoekt door via werk, kerk, verenigingsleven of familie te werken, te zorgen, met aandacht te leven en politiek te bedrijven. Het mensbeeld van een politicus bepaalt hoe je naar de samenleving kijkt. Een politicus die de homo economicus als mensbeeld hanteert, zal de calculator in mensen naar boven halen en veel ruimte geven aan de vrije markt. Een politicus die vooral uitgaat van de zwakke mens, zal die mens willen beschermen, hem niet direct aanspreken op zijn verantwoordelijkheid of zorgzaamheid en een sterke overheid bepleiten. Een politicus van CDA huize streeft niet naar een samenleving die door markt of overheid wordt vorm gegeven, maar naar een samenleving die door mensen zelf en gezamenlijk wordt opgebouwd. In zo’n samenleving is de markt slechts een instrument om welvaart te creëren en is de belangrijkste vraag voor de overheid: Hoe kunnen we helpen? Mensen hoeven namelijk niet gedwongen te worden tot samenleven en zorgzaamheid, daar zijn ze vanuit zichzelf al op gericht.

Bij dit mensbeeld en deze samenleving past een hele bescheiden overheid met slechts drie taken:

1. Zorgen voor goede oplossingen voor zaken die de samenleving zelf niet kan regelen omdat die daarvoor te zwaar, te groot, te ingewikkeld of juist te persoonlijk zijn.
2. Rechtvaardige regels opstellen die zorgen voor tegenwicht tegen het noodlot en het recht van de sterkste.
3. Inwoners helpen om zelf een zinvol leven en een sterke samenleving op te bouwen, ruimte te geven aan de samenleving, we noemen ons niet voor niets de partij van de samenleving.

Bij deze drie taken is het steeds cruciaal dat we onze inwoners vanuit vertrouwen benaderen. Of zoals Rutger Bregman zich in zijn succesvolle boek afvroeg: Wat zou er gebeuren als we er gewoon eens vanuit gingen dat de meeste mensen deugen? Dat betekent voor ons dat we onze regelgeving niet tot op detailniveau willen dichtregelen, want de meeste mensen zoeken de mazen in de wet niet op. Laten we ons als gemeente als adviseur van onze inwoner opstellen waarbij we er bij voorbaat van uitgaan dat de meeste inwoners oprechte bedoelingen hebben om zijn leven of de samenleving te verbeteren. 2 Het CDA is ervan overtuigd dat we met deze andere houding vertrouwen kunnen terugwinnen, minder geld hoeven uit te geven en er toch een betere samenleving op na zullen houden.

In der Beschränkung zeigt sich der Meister (in beperking toont zich de meester)

Recent schreef Frank de Grave, oud-minister van VVD-huize, “Een slagvaardige overheid doet een beperkt aantal dingen echt goed, in plaatst van alles half”. Wat hij ermee wil zeggen is dat je keuzes moet maken om succesvol te kunnen zijn. Oftewel: doe niet alles, maar doe, wat je doet, goed.

Het takenpakket dat de overheid zichzelf heeft aangemeten is door de jaren heen gigantisch geworden en het college is ambitieus, en dat is prijzenswaardig, het straalt uit dat het college ook echt de handen uit de mouwen wil steken. Deze houding kunnen wij als CDA waarderen. Maar er staan zoveel plannen, ambities, voorstellen en investeringen in de kadernota, dat wij ons als CDA afvragen hoe realistisch dat is. Kan dit allemaal daadwerkelijk gerealiseerd worden? Een aantal voorstellen staan nog op pm, zijn afhankelijk van besluitvorming die dit jaar nog moet plaatsvinden. Maar los daarvan is onze grootste zorg dat we, als we kijken naar de stijgende overschotten bij de laatste jaarrekeningen, toch eindelijk moeten constateren dat de wal het schip keert. We krijgen het werk gewoon niet meer weggezet, we kunnen niet meer alles doen. We zullen keuzes moeten gaan maken, we moeten ons gaan beperken.

Daarom onze vraag aan het college: stel het is oudejaarsavond 2024 en u kijkt met een glas champagne in de hand en omringt door familie en vrienden terug op het afgelopen jaar. Wanneer bent u dan echt tevreden, wat moet er dan echt gerealiseerd zijn in onze gemeente? Welke dingen hebben we echt goed gedaan of hebben we slechts aan heel veel een beginnetje gemaakt en zijn er zaken blijven liggen? Het CDA wil het college uitdagen om voorafgaand aan de begroting hier inzicht in te verschaffen om zodoende de begroting 2024 ook in dat opzicht realistisch te maken; uitvoerbaar, haalbaar. Laten we dan het debat aangaan of dit de goede prioriteiten voor dat jaar zijn, uiteraard willen we u daarbij al graag onze topprioriteiten als inspiratie meegeven:

- We vinden verkeersveiligheid van groot belang, daarom willen we er prioriteit wordt gegeven aan het wegwerken van het achterstallig onderhoud van wegen, fietspaden en bruggen, als dat op orde is, vinden we dat het moment is aangebroken om over andere projecten te spreken.
- Onze ouderen tellen mee, ook in 2024. Daarom vinden we het jammer dat in deze kadernota met geen woord wordt gerept over de uitvoering van onze motie “Onze ouderen tellen mee”, we willen dat in 2024 en de daaropvolgende jaren hier blijvend aandacht voor is;
- We willen bestaanszekerheid voor iedereen in onze gemeente, ook in 2024 blijven we ons daarvoor inzetten. We zijn dan ook verbaasd dat er nog geen actieplan armoede voorligt ter besluitvorming, terwijl we wel daar in een motie om hebben gevraagd om deze voor de zomer aan te bieden. Terwijl de uitvoering van dit plan wel als pm staat opgenomen in de kadernota.


OZB

Aan het einde van onze beschouwing willen we u graag weer even meenemen naar de overheid. De overheid is ooit bedacht om een aantal zaken gemeenschappelijk uit te voeren. Hiervoor wordt geld bijeengebracht door de inwoners in de vorm van belastingen. Idealiter wordt ieder jaar precies berekend wat we nodig hebben en die rekening verdelen we aan het begin van het jaar zo eerlijk mogelijk over onze inwoners. Als we het goed doen, komen we ieder jaar op nul uit. Als je als overheid keer op keer geld over houdt, was je berekening niet op orde en je factuur aan de inwoners te hoog. Dat betekent dat wat je teveel in rekening hebt gebracht, terug zou moeten geven aan die inwoners. U zult wellicht zeggen, mooie woorden van het CDA, maar de praktijk is toch weerbarstiger.

Laat ik u dan meenemen naar onze energiemarkt. We hebben allemaal een contract met een energieleverancier. En iedere maand betalen we de energieleverancier een voorschot. Dit bedrag is een inschatting van wat de leverancier nodig denkt te hebben om ons een jaar van energie te kunnen leveren. Als aan het einde van het jaar blijkt dat de inschatting te hoog was en we te veel hebben betaald, is er niets aan de hand, dan krijgen we dat geld gewoon terug. Ziet u? Het kan dus wel!

U voelt het wellicht al wel aankomen, we willen het met u hebben over de OZB. Want wat we zojuist hebben geschetst, is niet de praktijk in Hoogeveen. Er is in het verleden afgesproken dat we van onze inwoners zo weinig mogelijk OZB zouden vragen, alleen wat we echt nodig denken te hebben om zo de bijdrage van onze inwoners zo laag mogelijk te laten. Helaas is de praktijk anders, we komen onze afspraken niet na. En erger nog: als aan het einde van het jaar blijkt dat onze inwoners te veel hebben betaald, betalen we hen niet terug.

We stellen voor om nieuwe uitgangspunten te hanteren voor het begroten en verantwoorden. Namelijk, dat de OZB-percentages hoog mogen blijven, maar als uit de jaarrekening blijkt dat we de OZB niet of deels niet nodig hebben gehad, dat we deze dan terugstorten naar onze inwoners. Wel net zo eerlijk en rechtvaardig wat ons betreft. Want met de begroting maken we als raad een afspraak met het college wat ze in het volgende jaar mogen gaan doen en tegenover welke prijs. Maar we maken ook een afspraak met onze inwoners. Met de vastgestelde begroting in de hand, zeggen we tegen onze inwoners: Hier mag u volgend jaar op rekenen, dit gaat de gemeente voor u doen en deze bijdrage verwachten we daarbij van u. Maar jaar op jaar blijkt dat we onze afspraken niet nakomen en toch onze inwoners wel aan hun kant van de afspraak houden. Terug naar het energiebedrijf, als zij dat doen, accepteren we het niet en zoeken we een andere leverancier. Als gemeente doen we het jaarlijks en onze inwoners hebben geen keuze, zij zijn geen klant, zij kunnen niet naar de concurrent. Wij als CDA zeggen daarom, we willen deze nieuwe uitgangspunten voor het begroten en verantwoorden.

Resume, wij willen
1. Dat het achterstallig onderhoud van wegen, fietspaden en bruggen weggewerkt wordt en daarom topprioriteit krijgt;
2. een realistische en uitvoerbare begroting, daarom dagen we het college uit om een realistische prioriteitenlijst voorafgaand aan de begroting met ons te delen en daarover in debat te gaan;
3. dat de factuur aan onze inwoners eerlijk en rechtvaardig is, daarom pleiten wij ervoor dat OZB die niet nodig was of gedeeltelijk, weer wordt teruggegeven aan onze inwoners.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.