Bijdrage Provinciale Statenvergadering Dubbele Dijk
Voorzitter,
In de eerste plaats willen de Noordelijke Rekenkamer bedanken voor dit onderzoek. Deze onderzoeken helpen ons in onze controlerende rol en zijn om die reden waardevol.
Dan de inhoud. Ik wil beginnen met de aandacht te richten op de erkenning van het college dat er een hoge mate van wensdenken ten grondslag heeft gelegen aan de ontwikkeling van het project Dubbele Dijk en dat hierdoor het proces niet zorgvuldig is verlopen. Wij horen graag van het college op welke momenten volgens hen deze hoge mate van wensdenken duidelijk werd en welke gevolgen het heeft gehad dat het proces niet zorgvuldig is verlopen.
Ik zal zelf ingaan op een aantal feiten waarin, volgens ons, de hoge mate van wensdenken duidelijk werd. Het college constateert, ondanks haar erkenning van het wensdenken dat er een marktconforme prijs is betaald. De Noordelijke Rekenkamer stelt daar echter vraagtekens bij.
- Het college heeft de grond niet laten taxeren. Dit was volgens hen niet nodig, omdat de waarde van de grond zou stijgen en de waarde daarom niet te berekenen was. Echter schrijft de Rekenkamer terecht dat de waardestijging weer teniet zou worden gedaan, omdat de grond weer in oorspronkelijke staat moest worden opgeleverd. In hoeverre heeft deze redenering een rol gespeeld bij het wel of niet pachten van deze gronden?
- Doordat er geen taxatie heeft plaatsgevonden is het bepalen van de waarde van de gronden niet gebaseerd op duidelijke feiten en is daarmee niet transparant geweest. In hoeverre heeft het college doelbewust geen taxatie uitgevoerd om meer speelruimte te hebben bij de onderhandelingen?
- Er werd uitgegaan van een “waardestijging” van de gronden. Bij het in kaart brengen hiervan maakte het college gebruik van prognoses van de opbrengsten van belanghebbende ondernemers die in beeld waren om de exploitatie van het deelgebied voor hun rekening te nemen, zonder te kijken naar andere minder rooskleurige cijfers uit het haalbaarheidsonderzoek van Wadlab. Waarom maakte de provincie geen gebruik van de minder rooskleurige cijfers?
- Het college houdt vol dat er een prijs is betaald die marktconform was, terwijl Prof. Dr. Hans Vedder en Mr. Pieter Wesselius stellen dat de betaalde vergoeding enkele keren meer is dan de gewoonlijke pachtprijs voor vergelijkbare grond. In hun ogen zijn hierdoor de Europese staatssteunregels overtreden. Dit kan mogelijk grote gevolgen hebben. Hoe kwalificeert het college deze uitspraak en het risico dat een Nederlandse rechter de Erfpachtovereenkomst vernietigd?
- Het was logisch geweest om bij deze pachtconstructie zekerheid te willen hebben over of het wel of geen ongeoorloofde staatssteun was. Waarom heeft het college deze transactie niet aangemeld bij de Europese Commissie? Dat was de zorgvuldigheid ten goede gekomen.
Voorzitter tot slot,
Het college geeft dus aan dat het proces niet zorgvuldig is doorlopen door de hoge mate van wensdenken, maar vindt ook dat er geen ongeoorloofde staatssteun is verleend. Echter zit daar ook nog wat tussen en weten wij allemaal dat onzorgvuldigheid ook gevolgen heeft. Erkent het college dat het onzorgvuldige proces heeft geleid tot het onvoldoende spaarzaam omgaan met gemeenschapsgeld? Zo niet, waarom niet?
Jesper Bergsma