Onze provincie staat voor een enorme uitdaging. Door de ontwikkelingen rondom de klimaatafspraken en de gaswinning in het Groninger veld, staan de arbeidsplaatsen in de gas- en oliewinning onder druk. Net als de werkgelegenheid in de op olie en gas gebaseerde chemie en de met deze activiteiten samenhangende werkzaamheden, zoals onderhoud. Tegelijkertijd biedt dit kansen. Wat ons betreft: Groningen als voorloper in Nederland en zelfs Europa in de omschakeling naar duurzame energie. En vooral ook naar duurzame grondstoffen als basis voor de chemie en de maakindustrie. Digitalisering en robotisering, alsmede zelflerende productieprocessen en cybersafety, zijn daarbij belangrijke randvoorwaarden. Daarmee kunnen we de werkgelegenheid in onze provincie niet alleen behouden, maar zelfs verder uitbreiden. Uiteraard vergt dit investeringen in onderwijs en arbeidsmarkt. Het Nationaal Programma Groningen biedt de mogelijkheid om hier extra inzet op te plegen en de industriële transitie versneld door te voeren.

 

Onderwijs

  • Onze economie draait om mensen, die allen bijdragen naar hun talenten en mogelijkheden. Dat zijn bijvoorbeeld vakmensen die praktisch zijn opgeleid. Wij willen dat zij in hun dagelijks leven geen last hebben van regels die hen het werk onnodig lastig maken. En vakmensen in spe krijgen hier de beste opleidingskansen binnen de kansrijke leerweg.
  • Laat onderwijs en werk beter op elkaar aansluiten. Het is belangrijk om opleidingen te stimuleren die jongeren goed voorbereiden op de beroepspraktijk, met extra aandacht voor eigen ondernemerschap. Het project ‘De kansrijke leerweg’ maakt dit al mogelijk in de technische sector. Het CDA wil graag dat dit succesvolle project ook wordt toegepast in andere sectoren. Ook willen wij vroegtijdige schoolverlaters en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt stimuleren om hun diploma te halen, bijvoorbeeld met leerwerktrajecten en via de kansrijke leerweg.
  • Versterk de samenwerking tussen kenniscentra, opleidingsinstituten, vakopleidingen, het bedrijfsleven, studenten en starters door onder andere te stimuleren dat het bedrijfsleven een grotere betrokkenheid krijgt bij vakopleidingen. De provincie kan daarin een verbindende rol spelen door leerstoelen, lectoraten en practoraten met elkaar in verbinding te brengen en ondernemers hierbij te betrekken.
  • Wij streven ernaar dat leraren worden geschoold in digitale vaardigheden en dat er vanaf het basisonderwijs in het lesprogramma aandacht is voor digitalisering en cybersafety.
  • Samen met het bedrijfsleven en kennisinstellingen willen we dat de provincie werkt aan een verdere uitbouw van de internationale positie van Groningen als kennisregio. We denken onder andere aan het acquireren van kenniscentra, het ontwikkelen van Hubs en het investeren in onderzoeksprogramma's. Grote kansen liggen hier op het gebied van duurzame energie en chemie, digitale economie en Healthy Ageing.
  • Wij hechten waarde aan het in stand houden van onderwijs in de regio door goede spreiding van onderwijsinstellingen door onze provincie. 
Ondernemen

  • Het CDA heeft vertrouwen in onze ondernemers en gaat uit van hun eigen verantwoordelijkheid. Ondernemers moeten ondernemen en de provincie moet ideeën en initiatieven van ondernemers omarmen, ondersteunen en faciliteren. Met in het speciaal aandacht voor het Midden- en Kleinbedrijf (MKB) en voor land- en tuinbouwbedrijven.
  • Ondernemers krijgen te maken met duurzaamheid en digitalisering. De provincie moet ondernemers hierbij ondersteunen, bedrijfsontwikkeling en innovatie stimuleren en faciliteren.
  • Wij willen een provincie die ervoor zorgt dat er een goed klimaat is voor bestaande en beginnende ondernemers. Wij leggen daarbij het accent op het MKB en op de land- en tuinbouw, met daarbinnen het familiebedrijf, want juist deze groep vormt de ruggengraat van onze regionale economie. Daar waar de provincie kennisinstellingen ondersteunt, doet zij dit ten behoeve van MKB. 
Economische samenwerking en digitale economie

  • De ICT-sector in de provincie, de scheepsvaart en scheepsbouw, de bedrijvigheid in het Eemsdelta-gebied, de winning van delfstoffen rondom Veendam en de grondstoffenleveranciers waaronder de agrarische bedrijvigheid: dit zijn belangrijke pijlers voor de economische structuur van onze provincie. Wij willen clustervorming faciliteren onder andere door voorzieningen en gerichte acquisitie.
Duurzaamheid

  • Wij zetten ons de komende jaren in voor het tot stand brengen van een duurzame industrie, met als basis duurzame energie en biomassa (suikers, zetmeel en eiwitten) als grondstof voor een groene chemie.
  • Wij zien grote kansen voor waterstof bij de overgang naar een duurzame economie en willen dat de provincie voorop loopt bij de invoering van het gebruik van waterstof in de economie.
  • Wij willen de uitstoot van broeikasgassen tegengaan maar verliezen daarbij de menselijke maat niet uit het oog.
  • De chemische industrie is een belangrijke schakel in de verduurzaming van onze samenleving. Wij vinden dat de provincie zich hier hard voor moet maken.
  • Windenergie op zee speelt een steeds grotere rol in de energievoorziening. Wij zijn voorstander van windenergie op de Noordzee. Wij pleiten ervoor dat het Rijk bij de aanbesteding van windparken voorwaarden stelt rond milieubescherming, mensenrechten en het verbod op kinderarbeid.
  • Wij zijn voor kleinschalige windenergie rond boerderijen.
  • Asbest in en op daken wordt vanaf 2024 verboden. Wij maken ons sterk voor duurzame vervanging van asbestdaken en vinden dat de provincie, (boeren)bedrijven, woningbouwcorporaties en andere organisaties moeten investeren om de daken te vervangen. Ook inwoners moeten we hierbij helpen. Wij pleiten bij het Rijk voor een subsidieregeling voor het verwijderen van asbest in combinatie met het aanleggen van zonnepanelen. 
Een actief stimulerende provincie

  • Wij zijn tegen het verstrekken van subsidies aan bestaande bedrijven die door structurele oorzaken verlies draaien. Bedrijven die investeren in de toekomst door vernieuwing of uitbreiding, moeten juist in aanmerking komen voor deze subsidies
  • De programma’s van het SNN zijn een belangrijk instrument om startende en innovatieve bedrijven van de grond te krijgen. Wij willen dat het SNN monitort wat de werkgelegenheidseffecten hiervan zijn. Tevens willen wij dat het SNN duidelijk maakt dat zij de managementautoriteit is van de provincies. Beleid wordt door de provincies gemaakt.
  • De provincie moet onderzoeken of zij een rol kan spelen in kredietverlening van bedrijven die aan de slag willen met doorontwikkeling van innovaties en daardoor de mogelijkheid krijgen om te groeien. 
De agrarische sector

  • Het CDA zet in op verdere ontwikkeling van de natuur-inclusieve landbouw en precisielandbouw. Het CDA stimuleert de omschakeling naar biologische en duurzame landbouw en dito voedselproductie.
  • De provincie moet flexibeler omgaan met regels in het bestemmingsplan voor schuilgebieden en agrarisch medegebruik voor hobbyboeren in het buitengebied.
  • Wij streven naar een goede balans tussen natuur, landbouw en recreatie. In het buitengebied moet er plaats zijn voor de boer, de inwoner en de toerist.
  • Wij stimuleren de betrokkenheid van boeren bij het beheer van natuurgebieden. Bermonderhoud kan bijvoorbeeld door land- en tuinbouworganisaties uitgevoerd worden. Natuurbeheerders zoals Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en agrarische ondernemers moeten hier samen afspraken over maken.
  • Wij willen agrariërs ruimte bieden om te ondernemen en hun bedrijven te laten groeien en verduurzamen op een dier- en natuurvriendelijke manier. Het Groninger Verdienmodel is daarvoor een goed uitgangspunt. Ook de intensieve veehouderij moet mogelijkheden krijgen om te investeren en te compenseren door extra ruimte voor duurzame en diervriendelijke maatregelen. De mogelijkheden op dat gebied hebben de afgelopen jaren bewezen succesvol te zijn en verdienen dan ook voortzetting. Dat willen we vormgeven in overleg met de sector zelf.
  • Wij maken ons sterk voor een vervolg op het innovatieve programma landbouw Veenkoloniën 2012-2020.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.