Spreektekst bij coalitieakkoord
Beste voorzitter,
Na de uitspraak van de kiezer was de politiek aan zet. Hoewel wij als CDA tevreden waren met de uitslag die wij in politiek turbulente tijden gehaald hebben, was voor ons geen prominente rol in de formatie weggelegd. De winnaars, Gemeentebelangen en BBB-LMG waren aan zet om te kijken of zij tot samenwerking konden komen en wie zij zouden uitnodigen om tot een raadsmeerderheid te komen.
Ondertussen hebben wij, net als bijna alle fracties, een aantal gesprekken met een delegatie van Gemeentebelangen gevoerd. Wij hebben dat als goede gesprekken ervaren, waarin al snel bleek dat er een aantal verschillen van inzicht zijn, maar dat er meer is wat ons bindt. Er zijn veel thema’s waarop wij raakvlakken hebben, die uiteindelijk ook hun weg naar het coalitieakkoord hebben gevonden. Na de eerste, tweede en derde kennismaking met de nieuwkomers die nu samen de Boer en Burgerpartij Midden-Groningen vormen, groeide het vertrouwen dat ook met hen tot een goede samenwerking te komen zou zijn. Bovendien hebben zij campagne gevoerd met een programma dat op veel punten aansluit bij de wijze waarop de achterban van het CDA tegen de wereld aankijkt. Met de VVD hadden we al eerder goed samengewerkt in de raad, en zo ontstond de nieuwe coalitie.
Zoals de laatste CDA-premier, Jan Peter Balkenende, zei: eerst het zuur en dan het zoet. De punten waarop wij in dit collegeprogramma ingeleverd hebben willen we duidelijk benoemen, om ook verantwoording aan onze kiezers af te leggen. Ten onrechte zette RTV Noord dit programma neer als een totale breuk met het verleden. Wij zien ook veel continuïteit, maar rondom De Leine is niet te ontkennen dat dit programma een koerswijziging betekent, tegen de lijn in die het CDA de afgelopen jaren gekozen heeft. Wij waren voor het handhaven van het verbod op permanente bewoning, ten eerste omdat wij de recreatieve kansen van het gebied zien, en ondernemers in het gebied de ruimte willen geven om aan die kansen te werken, en ten tweede omdat wij vinden dat bij beleid ook handhaving hoort. Dat gaat nu anders, de handhaving wordt stop gezet. Los van het collegeprogramma is daar in de raad na de verkiezingen een meerderheid voor ontstaan. In die zin is deze stap ook het gevolg van de kiezer die zich laat horen in onze lokale democratie. Dat laat onverlet dat wij blijven staan voor de recreatieve ontwikkeling van het Zuidlaardermeergebied, en op basis van de teksten over recreatie in dit programma, het college daarin vanuit de gemeenteraad scherp zullen houden.
Dan het centrumplan in Muntendam. Het collegeprogramma voegt daar de zoeklocatie Ruitershorn aan toe. Op zich vinden wij dit een goede stap, beter kijken is altijd goed, maar ook op die plek is draagvlak nodig en moet goed met omwonenden gesproken worden. Wij zien nog een risico: het proces komt mogelijk opnieuw in de vertraging. De scholen in Muntendam steken inmiddels schril af tegen de scholen in de rest van de gemeente. We roepen het college dan ook op om tempo te maken, in het belang van goed onderwijs in Muntendam én in het belang van het hele dorp dat nu tegen een verpauperd centrum aankijkt.
Voorzitter, de afgelopen raadsperiode maakten wij deel uit van een coalitie die in moeilijke tijden van financiële tegenslag vorm heeft gegeven aan de opbouw van een nieuwe gemeente. We hebben kunnen constateren dat dat op veel plekken vanuit een positie van achterstand is gebeurd. De basis op orde krijgen bleek langer te duren dan van tevoren gehoopt. Ondertussen kwam er ondanks het moeizame begin en ondanks Corona veel van de grond. Denk aan het scholenprogramma, de doorontwikkeling van Gorecht-West, het oppakken van plannen in Hoogezand-Noord, het mederealiseren van dorpshuizen in Froombosch, Meeden, Slochteren en Siddeburen en de vele inspanningen die geleverd zijn in het sociaal domein. Met de overgang van oud naar nieuw past het dus ook om hier de dank uit te spreken naar de partijen met wie wij samenwerkten, omdat het een goede samenwerking was, gebaseerd op onderling vertrouwen, ieder werkte mee ten bate van onze inwoners.
Toen Corona wat naar de achtergrond verdween was het al bijna verkiezingstijd. In die tijd ontdekten we, mede op basis van eigen ervaring maar ook dankzij gesprekken met vele inwoners en ondernemers dat we nog veel te doen hebben. Inwoners vinden het moeilijk hun weg te vinden in de gemeentelijke bureaucreatie. Zij verwachten betere dienstverlening, sneller en empatischer antwoord op de problemen waar zij mee zitten. Zij verwachten een overheid die meedenkt. Velen ergeren zich aan het onderhoud van het openbaar groen, wegen en bruggen in de gemeente.
Voorzitter, in die onderwerpen ligt de opdracht voor de komende tijd, en daar hebben wij de partijen die vandaag hun wethouders voordragen in gevonden. Het collegeprogramma geeft het college een stevige opdracht om, nu de basis staat, door te bouwen aan een gemeente die dichterbij inwoners staan. Om, zoals het kompas ooit zei, groots in kleinschaligheid te zijn.
Het nieuwe college wil de gemeentelijke organisatie meer gebiedsgericht laten werken en zet in op een betere dienstverlening. Hoewel wij weten dat de urgentie die door de samenleving gevoeld wordt bij deze onderwerpen groot is, realiseren wij ons ook dat dit een forse inspanning van het college en de ambtelijke organisatie zal betekenen. Wij willen in beiden dus ook ons vertrouwen uitspreken door ze voor deze ontwikkeling de tijd te geven, en vragen het college om ons en de hele raad regelmatig van de vorderingen op dit gebied op de hoogte te stellen.
Dan het openbaar groen. Het verbod voor overheidsorganisaties op gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen, zoals Round-Up, betekende dat het onderhoud van het groen meer tijd ging vragen, en het onkruid bij tijd en wijle tot een meter hoog groeide. Dat moet anders. Wij zijn daarom blij dat het college gaat investeren in het verbeteren van het groenonderhoud, om Midden-Groningen de uitstraling te geven van de aantrekkelijke gemeente die het is. Samen met de betrokken mensen van het groenonderhoud pakken we de gemeente aan. Eindelijk. We vragen aandacht voor de bruggen in het buitengebied, die voor de agrarische sector zo belangrijk zijn. Deze zijn nu beperkt bruikbaar. We vragen het college deze bruggen zo snel mogelijk weer in goede staat te brengen.
Wij staan, met de gehele van de raad, voor de opgave om te komen tot herstel van vertrouwen van de burger in de lokale democratie. Ook het college wil zich daarvoor inspannen. Wij zijn er voor alle inwoners, ook voor degenen die zich stil houden. Sommige inwoners zijn alle vertrouwen in de lokale democratie kwijt, en laten zich ook bij verkiezingen niet horen. Anderen stemmen alleen, maar spreken zich tussen de verkiezingen niet uit. Wij zijn er ook voor hen. De raad is er ook voor hen, en het college zal er ook voor hen zijn. Door te luisteren naar wie zwijgt zetten we een belangrijke stap in herstel van vertrouwen.
Dat betekent dat we van onszelf, de raad en het college iets heel moeilijks vragen. Hoe luister je naar wie zwijgt? Het betekent dat je tegenover inwoners die hun mening luid en duidelijk kenbaar maken ook afvraagt wat het belang is van degenen die zich niet uitspreken. Het is bij uitstek het vak van het raadslid: het wegen van het algemeen belang.
Het betekent ook dat we luisteren naar inwoners die teveel sores hebben om zich met onze democratie te bemoeien. Het CDA is een sociale partij, die solidariteit als één van z’n vier kernwaarden heeft. Van daaruit bedrijven wij politiek. Wij zijn daarom ook blij dat in het collegeprogramma is afgesproken dat wij op het minimabeleid niet bezuinigen. Wij vinden het belangrijk dat wij een sociale gemeente zijn en blijven. Deze raad heeft de ambitie om meer met elkaar samen te werken, bijvoorbeeld in de vorm van een raadsakkoord. Nu een aantal partijen, die zich traditioneel bekommeren om de groep inwoners die voor hun zorg en inkomen van de gemeente afhankelijk zijn, in de oppositie zijn beland, spreken we ook nadrukkelijk de bereidheid uit richting deze partijen om samen te blijven werken aan een sociale gemeente die omziet naar wie hulp nodig heeft.
Dan de drie grote thema’s waar onze gemeente de komende jaren mee te maken krijgen, en die een grote inzet van het college en de raad zullen vragen: gaswinning, de energietransitie en wonen.
De gaswinning is in onze gemeenteraad nooit een splijtzwam geweest. We zijn er trots op dat we gezamenlijk hebben opgetrokken, maar zien ook dat onze inwoners de afgelopen jaren te lang moesten wachten. Het college zal zich inzetten voor onze inwoners, die zoveel behoefte hebben aan duidelijkheid en genoegdoening. Dit thema is des te prangender geworden nu door de oorlog in Oekräine her en der de roep klinkt om de gaskraan weer op te draaien. Wat zal dat betekenen voor onze inwoners? Zij hebben recht op een veilige woning. Wij zullen ons daarvoor inzetten van uit de raad.
Over wonen is het collegeprogramma duidelijk, en het CDA staat daar van harte achter. Wij willen niet alleen Hoogezand-Sappemeer ontwikkelen, maar willen ook ruimte om te bouwen in de dorpen. In een tijd van groeiende inflatie en personeelsgebrek is bouwen voor de toekomst een enorme uitdaging. Wij vragen het college om samen met bedrijven en inwoners voortvarend te werk te gaan, zodat Midden-Groningen een aantrekkelijke woongemeente blijft.
De energietransitie is van deze thema’s misschien wel de belangrijkste. Nu de gasprijzen oplopen wordt steeds duidelijker dat er een scheidslijn dreigt te ontstaan tussen degenen die geld hebben om te verduurzamen, en degenen die dat niet hebben. Wij staan achter de ingezette lijn in het collegeprogramma om de oplossing niet te zoeken in steeds meer zonneparken, maar juist in kleinschalige initiatieven. Dat vraagt wel om extra inzet van het college. Misschien is het wel makkelijker om een paar hectare zonneweide te vergunnen dan om samen met de netbeheerder en bedrijven meer zon op dak te krijgen, en ook het verduurzamen van oudere woningen vraagt een inspanning van de lokale overheid. Wij zijn blij dat daarvoor oog is in het collegeprogramma.
Voorzitter, wij kijken positief naar de toekomst, en wij hebben er vertrouwen in dat het nieuwe college de ambities van het collegeprogramma waar gaat maken. Wij willen samenwerken, met de hele raad en het college, aan de toekomst van Midden-Groningen, en dat doen we zoals wij dat altijd gedaan hebben: niet op zoek naar conflict maar naar harmonie, niet fel op onze strepen staand maar altijd op zoek naar een goed compromis en altijd uitgaand van onze eigen kracht en die van onze inwoners.
We willen samen aan de slag.