08 mei 2017

'Gennep laat geld liggen'

Het CDA in Gennep is van mening dat het college van burgemeester en wethouders veel te weinig actie onderneemt om provinciaal geld binnen te halen om projecten in de gemeente daadwerkelijk tot uitvoering te brengen. Tijdens de raadsvergadering van 18 april jl. heeft CDA fractievoorzitter Twan Reintjes hier aandacht voor gevraagd. Te gemakkelijk houdt het college volgens Reintjes de hand op bij de gemeenteraad, terwijl bekend is dat de provincie wil mee financieren om te komen tot versnelde uitvoering van projecten. Dat er nu ontwikkelingskansen blijven liggen betreurt de Reintjes. De provincie heeft aan gemeenten (ook Gennep) de uitnodiging gedaan om initiatieven voor te dragen. Door gezamenlijke investering in projecten wordt de haalbaarheid van projecten vereenvoudigd en de kans op daadwerkelijke realisatie vergroot, aldus Reintjes.

Door de provincie Limburg is € 8 miljoen beschikbaar gesteld voor economische en sociale structuurversterking. Verder ziet de provincie voor haar een belangrijke rol weggelegd als aanjager en verbinder bij de aanpak van winkelleegstand. Vandaar dat zij bereid is tot (mede)financiering en subsidiëring. De gemeenten Valkenburg en Gulpen-Wittem hebben inmiddels al financiële middelen tegemoet kunnen zien voor stedelijke ontwikkelingsprojecten. Het CDA is erg teleurgesteld over het feit dat er door het college geen enkel initiatief is voorgedragen bij de provincie.

Dit terwijl het CDA van mening is dat er voldoende projecten zijn die kans zouden maken op provinciaal geld. Denk aan de herstructurering van de Pottenhoek, het IKC (Integraal Kind Centrum) en misschien ook wel het project Gennepermolen. Het CDA is van mening dat van het college verwacht mag worden dat zij veel proactiever in overleg treedt met de provincie om financiële middelen binnen te halen. Geld dat als smeermiddel kan fungeren om projecten van planfase daadwerkelijk, en ook sneller, tot uitvoering te brengen. Hetgeen volgens het CDA in ieders belang is.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.