CDA over kwestie de Cammeleur: “neuzen moeten dezelfde kant op wijzen”
Het gebouw De Cammeleur is een succes. De Cammeleur wordt goed bezocht (pre-corona) en goed gewaardeerd door de inwoners. Voor de partners is De Cammeleur echter geen onverdeeld succes. In het oorspronkelijke ondernemingsplan zijn aannames gedaan die in praktijk anders uitpakken. Daarnaast zijn weeffouten gemaakt die voor belemmeringen en spanningen in de samenwerking zorgen. In 2020 hebben de partners geprobeerd om tot oplossingen te komen voor de ontstane problemen. De partners zijn daar niet in geslaagd. Hierop zijn door de gemeente een aantal uitgangspunten verwoord om tot oplossingen te komen. Aan de gemeenteraad was afgelopen donderdag 27 mei de taak om deze uitgangspuntennotie te controleren en kaderstellend op te treden.
De uitgangspuntennotitie
Onder meer op basis van de evaluatie door de Cammeleurpartners en het onafhankelijke onderzoek naar de exploitatie, beheer en horeca door bureau Culturele Zaken, komt het college tot de conclusie dat het oorspronkelijke concept De Cammeleur waardevol is voor de gemeenschap en daarom zoveel als mogelijk overeind moet blijven. Het college vindt dat om succesvol te zijn/blijven er aanpassingen en aanscherpingen nodig zijn. Deze aanpassingen en aanscherpingen zijn onder andere:
- Voor met name voor Stichting DonckHuys geldt dat zij met verschillende rollen en taken in het concept zit (exploitatie en beheer, theater en evenementen, horeca). Taken, rollen en verantwoordelijkheden worden strakker en duidelijker beschreven. Daar waar mogelijk wordt functiemenging voorkomen.
- Het horecadeel van De Cammeleur wordt verzelfstandigd (niet perse commercieel). De horeca wordt verantwoordelijk voor het organiseren van evenementen en theater.
- De kosten voor het beheers- en serviceniveau liggen hoger dan verwacht; de gemeente stelt daarbij een bandbreedte van €60.000- €150.000 als kader.
Reactie van de oppositie
Het CDA is van mening dat meerdere punten nog niet zijn uitgewerkt en getoetst. De partners van de gemeente zijn niet betrokken bij het concept. Dat is, in onze ogen, nodig voor het draagvlak en een realistische uitwerking in de praktijk. Immers kunnen de partners alleen goed samenwerken als alle neuzen dezelfde kant op wijzen. In hun eerdere zienwijzen is gebleken dat dit absoluut (nog) niet het geval is met de veranderingen voorgesteld in de uitganspuntennotie. Ook vindt het CDA dat de kosten van de exploitatie en het onderhoud voor de (middel)lange termijn inzichtelijk moeten worden gemaakt. CDA fractievoorzitter Annemarie van Eenennaam sprak haar zorg uit over het voortbestaan van Cammeleur als sociaal cultureel centrum. Ze wees op een gezonde exploitatie op semi-commerciële basis die nodig is voor het goed laten functioneren voor de Dongense inwoners en organisaties.
Door de oppositie partijen, het CDA, D66 Dongen en Ouderenpartij Dongen (OPD), werden nog meer zorgen uitgesproken: de bezuinigingen op het Kunstpodium, en daarmee op het kunstonderwijs, de verschraling van het Theaterprogramma en de risico’s op het weggaan van partners door deze uitgangspuntennotie. Het CDA en D66 waren ook eensgezind over de verzelfstandiging van de horeca; DonckHuys Horeca BV is namelijk een aparte entiteit met bijvoorbeeld een eigen jaarrekening. Met deze maatregel verandert er dus niks.
Al met al was het nodig om hierover een motie in te dienen als voltallige oppositie. De belangrijkste opdrachten aan het college in deze motie zijn dan ook gericht op het gesprek aangaan met de partners, om de neuzen te zelfde kant op te krijgen, en om met een gedegen financiële component te komen.
Discussie met de coalitiepartijen
In de behandeling leek het alsof de coalitiepartijen, Volkspartij Dongen, Partij van de Arbeid en Dongense VVD, de motie overbodig vonden. Zo werd er door hen gesproken over we moeten ‘nu doorpakken’. Van Eenennaam grapte dat dit een toepasselijke slogan is voor het CDA. Maar we moeten wel realistisch blijven vond ze. Er werd door de coalitiepartijen gewezen op het feit dat de Cammeleurpartners de opdracht vorig jaar hadden teruggegeven. De motie van CDA, D66 en OPD werd als een stap terug gezien. Wethouder Jansen reageerde eveneens zoals de coalitiepartijen dat deden.
Na een lange behandeling resulteerde het dus in een verwerping van de ‘oppositie-motie’ met 13 tegen en 8 stemmen voor. Het raadsvoorstel Cammeleurconcept 3.0 en de motie ingediend door de coalitie werd vervolgens met een meerderheid, gevormd door de coalitie partijen, aangenomen. De oppositie stemde dus tegen. Wordt vervolgd.