15 januari 2022

Een online tussen Lucille Werner en zorgboerderij Ora et Labora

”In opzet was het een werkbezoek, waarbij de focus zou liggen op WMO, mantelzorg en respijtzorg”, zegt Stijn Sips, lijsttrekker van het CDA. ”Vandaar dat Ora et Labora uit ’s Gravenmoer in beeld kwam. Door de huidige maatregelen is een werkbezoek op locatie niet haalbaar en niet wenselijk. Daarom is er besloten een online zoommeeting te houden, om elkaar toch te ontmoeten.” Een aantal leden van de CDA en beoogd leden voor de gemeenteraad logt in, en ook twee medewerkers van de zorgboerderij.

Door Ruth Wilmans in Weekblad Dongen week 2 - 2022

Lucille Werner is Tweede Kamerlid, met een speciale belangstelling voor gehandicapten en ouderenzorg. Ze vindt de zorgboerderij er erg gezellig uitzien op het filmpje; warm en liefdevol. Ze kan zich voorstellen dat mensen erg graag komen. Lucille benadrukt dat deze kleinschaligheid heel belangrijk is. Ze maakt zich wel zorgen als ze kijkt naar de toekomst waarin er nog meer ouderen zullen zijn. ”We hebben straks veel handen tekort”, zegt ze.

Komen en gaan met een lach
Caroline Verhagen en Conny Hensen zijn firmanten van van Ora et Labora in ‘s Gravenmoer. De zorgboerderij bestaat al 15 jaar. Dagelijks vangen ze zo’n 24 oudere mensen op, meestal gasten met vergeetachtigheid of dementie, een aantal met een verstandelijke beperking of lichamelijke problemen. Gasten komen gemiddeld twee dagen per week. De medewerkers bezorgen de ouderen een leuke dag. Ze proberen daarin een verlengstuk van thuis te zijn. ”Voorop staat leuke dingen doen en gezellige contacten hebben”, zegt Caroline. ”ls de mensen komen met een lach en weer gaan met een lach, en dan hebben wij het goed gedaan”, vult Conny aan. Er is een wachtlijst voor de cliënten, er zijn altijd meer aanvragen dan er capaciteit is. Naast de negen vaste krachten die allen part-time werken, zijn er wel 40 vrijwilligers die gespreid over de week in de zorgboerderij meehelpen.

Een leuke dag
Ora et Labora heeft zijn eigen vervoer, en haalt de mensen ‘s morgens thuis op. Om 10.00 uur begint de dagbesteding met gezellig samen zijn, en daarna zijn er allerlei activiteiten gespreid over de dag. Mensen helpen met het voorbereiden van het middageten als ze dat willen of werken mee in de tuin. Ze zitten lekker de krant te lezen of doen mee aan knutselwerk. Buiten worden de kippen verzorgt en verjaardagen worden gevierd. Er wordt samen warm gegeten, en er zijn heerlijke ruststoelen. Er is een fijn terras waar mensen bij regenachtig weer buiten kunnen zitten. Vanaf een uur of vier, brengt de chauffeur de mensen weer terug naar huis.

”Hoe kunnen we de zorg verbeteren?” vraagt Lucille.

”Maak het simpeler, minder bureaucratisch”, vindt Caroline. Volgens haar is het WMO gebeuren veel te omslachtig. Ze geeft een voorbeeld: er zijn onzinnige administratieve werkzaamheden, zoals de verlenging van de beschikking van cliënten die al een tijd deelnemen. Maar met deze doelgroep zijn er weinig aanvullende doelen te behalen, het is meer stabilisatie en zorgen dat ze zo lang mogelijk thuis kunnen blijven. Dan moet er toch weer een hele papierwinkel worden ingevuld. De cliënt krijgt bovendien thuis opnieuw brieven van de gemeente en een keukentafelgesprek, en dan komt er nog een ondersteuningsplan achteraan. En dit is voor mensen waarbij het allemaal al lang duidelijk is, en waar de situatie niet gaat verbeteren. ”Maar dit zijn de procedures die helaas gevolgd moeten worden”, zegt Caroline.

Ondersteun de mantelzorger
Het gesprek komt ook op het nadenken over hoe we in de toekomst de zorg gaan inrichten. Het gaat dan ook over wonen voor ouderen. Het belang van het werk van de zorgboerderij is om de mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen en het ontlasten van de mantelzorg. Het leveren van mantelzorg drukt zwaar op een huishouden. Deze krijgen met de dagbesteding voor hun gezinslid even ruimte om andere dingen te doen. De WMO zou ook steun kunnen bieden bij het verzorgen van huishoudelijke taken. De gemeente zou laagdrempeliger die zorg moeten leveren.

Consequenties voor ouderen
Volgens Lucille komen er uit het gesprek goede ideeën; zoals een coördinerend wethouder voor het ouderenbeleid in de gemeente, die alle besluiten ook toetst aan de consequenties voor de ouderen. Of een ouderenwerker (vergelijk een jeugdwerker) die in de wijk gesprekken kan voeren en op de hoogte is van de situatie van ouderen in de wijk. ”We zien onze ouderen nog niet”, zegt Lucille. ”Ze moeten meer zichtbaar worden, en de eenzaamheid moet afnemen. Ik streef naar een mooi leefbaar land waarin we omkijken naar de ander. Kleine woonvormen en kleinschalige zorgboerderijen, dat werkt goed. En er moeten er meer komen want er is schaarste.” Dit neemt ze terug mee naar Den Haag en ze komt graag eens terug om ons live te bezoeken.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.