Wonen

Woonaanbod: ruim baan voor starters, doorstromers en senioren

We hebben te maken met een woningnood. Als je een huis koopt moet je er ook zelf in wonen vindt het CDA. Daarnaast vragen we aandacht voor onze senioren en de verschillende woonvormen die bij hen passen. En we investeren in woonvormen voor onze jeugd en onze starters. Duurzaam bouwen is ook gebruik maken van wat er al is. Wonen moet betaalbaar zijn voor iedereen.

Dit bereiken we door:

  • In het gemeentelijk beleid voor nieuwe woningen en vrije bouwkavels een zelfbewoningsplicht voor een periode van 3 jaar op te nemen.
  • Een pilot uit te voeren met de realisering van enkele studio’s waar jongeren tot een bepaalde leeftijd tegen een lage maandprijs en met huursubsidie kunnen huren.
  • Seniorenwoningen te ontwikkelen in of nabij het centrum van Dongen.
  • Als gemeente een actief beleid te voeren ten aanzien van (pre-)mantelzorgwoningen.
  • In de komende bestuursperiode het gebied rondom de nieuwbouwwijk Noorderlaan en het gebied bij de Julianalaan in ’s Gravenmoer te ontwikkelen.
  • Met de woningcorporaties in gesprek te gaan over een voorrangsregeling voor onze inwoners die een woningen willen huren.
  • De starterslening en blijverslening aan te (blijven) bieden.
  • In te zetten op versnelde bestemmingsplanprocedures en de bouw van tijdelijke woningen.
  • In alle kernen te blijven bouwen om zo te zorgen dat deze leefbaar blijven.
  • Bij het ontwikkelen van woningbouwplannen per wijk en per dorpskern te kiezen voor een evenwichtige opbouw van 35% goedkope, 35% middeldure en 30% dure woningen.
  • In de regio Hart van Brabant afspraken te maken ten aanzien van de gespreide huisvestiging van statushouders.
  • Waar het ruimtelijk mogelijk is de procedure voor woningsplitsing te vereenvoudigen en als gemeente hierin te faciliteren.

Wonen: kiezen voor kwaliteit, duurzaamheid, flexibiliteit

Bij ‘Wonen’ heeft de gemeente nadrukkelijk een leidende rol. De gemeente is bij uitstek de partij die bepaalt wat er gebouwd kan worden en hoe de gemeente Dongen er uit gaat zien. Het CDA vult dit in met een woonbeleid gericht op kwaliteit, duurzaamheid en flexibiliteit.

Dit bereiken we door:

  • Ruimte te geven aan nieuwe woonvormen.
  • Gedegen prestatieafspraken te maken met woningcorporaties over het aantal sociale woningen, verkoop van woningen, renovatie en duurzaamheid en deze frequenter te evalueren.
  • Te kiezen voor een wijkgerichte aanpak bij het maken van renovatieplannen, zodat naast de kwaliteit van de woningen er ook gekeken wordt naar de sociale samenstelling van de wijk.
  • Speciale regelingen te treffen waardoor woningen voor starters ook op lange termijn beschikbaar blijven, zoals met het ‘slimmer kopen concept’.

Flexibel en circulair bouwen op de goede plek

Het CDA vindt het vanzelfsprekend dat bewoners worden betrokken bij bouwinitiatieven in hun woonbuurt. Met een nieuwe woonvisie kan de gemeente gaan sturen op nieuwe woonvormen. Daarnaast is het CDA, bij bouwen, vóór groen en minder verharding, want dit draagt bij aan een betere waterhuishouding, meer recreatiegebied, een betere leefomgeving en vermindering van hittestress.

Dit bereiken we door:

  • Een nieuwe woonvisie op te stellen voor de gemeente Dongen.
  • Vooraf bij de planontwikkeling een percentage groen mee te geven als kader, waardoor meer dan voldoende groen opgenomen wordt.
  • Bij inbreidinglocaties rekening te houden met de bestaande omgeving.
  • Bestaande gebouwen te transformeren naar woningen en dit op te nemen als pijler in het huisvestingsbeleid van de gemeente.
  • Als gemeente een actief grondbeleid te voeren om zo kunnen te sturen bij de ruimtelijke invulling van onze gemeente.
  • Nieuwbouwlocaties zoveel mogelijk ‘waterneutraal’ te bouwen om wateroverlast in de toekomst te voorkomen.
  • Bij (nieuw)bouw te streven naar ‘nul op de meter’ woningen, ofwel energieneutraal.
  • Snippergroen te verkopen voor de grondprijs die gehanteerd wordt bij grondgebonden woningen in de sociale sector.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.