30 mei 2020

Omgevingsvisie

In de commissie Ruimtelijke Ontwikkeling van maandag 25 mei heeft het college van burgemeester en wethouders de commissieleden geïnformeerd over de huidige stand van zaken van de Omgevingsvisie. Het college gaat de komende maanden oefenen met een andere manier van werken, in de 'geest' van de Omgevingswet. Overheden moeten meer en vroegtijdig samenwerken en openstaan voor initiatieven.  Op basis van de resultaten van de oefenperiode biedt het college de raad na de zomer de concept-omgevingsvisie ter vaststelling aan.

Hardy Wellenberg merkte namens onze fractie op het lastiger dan vooraf ingeschat is om in de  organisatieontwikkeling de bestaande houding en het gedrag van het ambtelijk apparaat snel ‘omgevingswet-proof’ te maken. Wat is nu precies de oorzaak van die kennelijk wat stroef verlopende organisatieontwikkeling? Het concept van de omgevingsvisie kon namelijk niet al eind 2019 behandeld worden. Maar die organisatieontwikkeling was toch al veel eerder ingezet? Wethouder Van der Sloot liet weten dat zij deze vragen door zou spelen naar burgemeester Koelewijn.

Leidende principes

In de concept-omgevingsvisie wordt een drietal leidende principes genoemd die passen bij eerder genoemde kernwaarden. Die principes zijn ‘duurzaamheid’, ‘gebiedskarakteristiek’ en ‘sociale cohesie’. Wellenberg wilde graag weten waarom het college specifiek gekozen voor deze drie leidende principes heeft gekozen en bijvoorbeeld niet voor ‘economische ontwikkeling’, ‘gezondheid’ en ‘zorg’? Wethouder van der Sloot zal de leidende principes die het CDA benoemde zo mogelijk straks ook meenemen bij de totstandkoming van de Omgevingsvisie.

Het CDA neem op dit moment kennis van dit concept, maar wil op het moment dat de Omgevingsvisie zal worden vastgesteld graag in de raad het gesprek aangaan over kernwaarden, hoofdopgaven en leidende principes zoals die in de Omgevingsvisie zullen worden vastgesteld.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.