1. Ariean van de Groep

Fractievoorzitter Fractie 2018-2022, nr.1 op de kieslijst namens het CDA Bunschoten

Bron: Interview De Bunschoter

‘Mensen moeten er op kunnen vertrouwen dat de overheid betrouwbaar is’

Ariean van de Groep (47) is de lijsttrekker voor het CDA bij de komende raadsverkiezingen. Het christendemocratisch gedachtegoed past hem al 21 jaar als een maatpak. De uitgangspunten rentmeesterschap, gespreide verantwoordelijkheid, publieke gerechtigheid en solidariteit spreken Van de Groep nog steeds aan. Binnen raad en commissies formuleert hij zijn woorden zorgvuldig, zoekt hij de verbinding en raakt hij zelden geïrriteerd. Irritatie ontstaat bij hem wel als zaken niet voortvarend worden aangepakt en dralen tot norm wordt verheven. In zijn rol als fractievoorzitter voelt hij zich als een vis in het water. Of we hem ooit nog eens als wethouder zien? Daarvoor gooit hij de deur niet bij voorbaat op slot. Ariean is blij met inzet van en de rust binnen zijn eigen fractie, maar baalt enorm van het Haagse gehakketak binnen het CDA.

Wanneer ontstond je interesse voor politiek?

Toen ik begin twintig was, werd ik geveld door een hernia en heb een aantal maanden platgelegen. Ik had daardoor de tijd voor wat ik me al langer had voorgenomen: het doorlezen van de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen. De interesse voor de politiek bestond al, maar ik wilde er meer van weten. Bij de landelijke partijbureaus van de grote partijen heb ik de programma’s besteld, ze doorgelezen en uitgezocht welk programma het meest bij me paste. Ik vond wel dat het een christelijke partij moest zijn. Het CDA sprak mij het meest aan in de kernwaarden en de plannen die ze hadden. Bovendien vond ik het belangrijk dat er in Nederland een brede christelijke volkspartij zou zijn. Met name ook vanwege de standpunten over het christelijk onderwijs. Vrijheid van onderwijs is ook een vorm van vrijheid van meningsuiting.

Heb je toen je de politiek inging niet getwijfeld tussen CDA, GPV, RPF en SGP?

De standpunten lagen destijds niet heel ver uit elkaar. Ik had wel het idee: je kunt een principieel zandzakje neerzetten als er een vloedgolf aankomt of je kunt een steviger dijk, daarmee vergelijk ik een brede volkspartij, neerleggen. Dan lijkt een dijk me nuttiger dan dat zandzakje.

Binnen de lokale politiek lijk je de ideale schoonzoon. Aimabel, altijd discussiërend op de inhoud. Of sla je buiten beeld ook weleens op tafel als gevolg van zaken die je irriteren?

Ik ben over het algemeen iemand die overal probeert uit te komen met anderen. Je probeert samen één standpunt te vormen. Ik vind dat ik daar mijn best voor doe en moet doen. Als je heel erg in de contramine gaat of je mening dichtgooit, dan kom je daar niet. Maar er moeten wel vorderingen gemaakt worden. Ik kan geïrriteerd raken door getreuzel of als dingen lang blijven liggen. Dan moet er een bezem door het hok.

Kun je dat concreet maken? 

Kijk naar het proces Bunschoten-Stad. Er is geld voor en dat moet en gaat van start. Dat is ook afgesproken in het coalitieakkoord. Maar dit had voor mij allemaal wat vlotter gekund. Inwoners hebben er ook verwachtingen bij. Dat is een project waarvan ik denk: schiet op! 

Eén van de uitgangspunten van het CDA is publieke gerechtigheid. Dat staat voor een overheid die betrouwbaar is, onrecht bestrijdt en zorgt voor mensen die kwetsbaar zijn. Hoe geven jullie dat lokaal gestalte?

Op een overheid moet je aankunnen. Zo hebben we een paar zaken met de sociale dienst BBS gehad waarbij dat in het gedrang was. Denk aan die inwoner die vanwege zijn seksuele geaardheid onheus bejegend werd. Er was hem zelfs gezegd dat hij maar beter kon verhuizen. Hij had geluk dat hij het gesprek had opgenomen, waardoor hij het ook kenbaar kon maken. Daardoor kon hij aantonen dat geen recht gedaan was aan zijn situatie. Wij waren daar als CDA alert op en hebben de kwestie ook politiek aanhangig gemaakt.

Verder is het belangrijk dat je als overheid bij vergunningverlening of aanbestedingen zaken zorgvuldig afweegt. Wij kijken met een scherp oog of de procedures correct verlopen. Mensen moeten er op kunnen vertrouwen dat de overheid betrouwbaar is en neutraal als ze tussen twee partijen in staat.      

Is dat voldoende of kan er meer gedaan worden?

Soms denk ik in bepaalde zaken dat de transparantie beter geregeld kan worden. Met transparantie bedoel ik: laat zien dat je die afweging maakt. Je wekt vertrouwen als je duidelijk laat zien wat je aan het doen bent. Als raad hebben we een motie aangenomen om telkens weer te kijken of op vertrouwelijke stukken aan de raad die vertrouwelijkheid er op een gegeven moment vanaf kan. Daar was trouwens lange tijd niet eens een overzicht van. Wij vinden het belangrijk om ook daarin een stuk transparantie te hebben. Zo kun je achteraf laten zien hoe je gehandeld hebt en dat dwingt dan ook om daarin zuiver te wezen en te laten zien dat je dat bent. 

Een ander uitgangspunt van het CDA is: solidariteit. Die lijkt binnen de landelijke fractie ver te zoeken? Lig je daar wakker van?

Daar balen we als lokale fractie flink van. Ik durf te stellen dat we lokaal een van de meest hardwerkende fracties zijn. We dienen regelmatig moties en amendementen in, leveren een actieve en inhoudelijke bijdrage aan de debatten en proberen plaatselijk echt iets neer te zetten. Dan fietst dat Haagse erdoorheen en dat is heel vervelend. We proberen continu duidelijk te maken: het CDA is meer dan het Haagse. Lokaal gezien waren we de grootste partij in Nederland bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen. We besturen in veel gemeenten mee. In diverse plaatsen doet het CDA goede dingen, maar Haags gekrakeel stoort daarbij enorm en leidt ook gigantisch af.     

Dragen jullie als lokale fractie daar de lasten van?

Zeker. Qua timing is het bar vervelend. Er komen verkiezingen aan. Dan zit je niet te wachten op gedoe binnen de landelijke partijtop en een ruzieachtige sfeer daar. Dat geeft steeds weer negatief nieuws. Dat is niet goed voor de partij en doet ook geen recht aan het goede werk van al die lokale fracties.

In tegenstelling tot het Haagse heerst binnen de lokale fractie een serene rust. Voel je je gezegend als fractievoorzitter?

Serene rust (lachend)?

In die zin dat er geen conflicten zijn, niet dat er niks gebeurt.

Als fractie zijn we deze raadsperiode gestart met een geheel nieuw team. Henry Wieldraaijer stopte, Peter van Asselt nam afscheid als raadslid. Ik kan zeggen dat we een goed team vormen. We kijken zo’n beetje op dezelfde manier naar de dingen, zijn wel verschillende persoonlijkheden, maar we vullen elkaar prima aan. We zijn goed bezig en dat geeft een fijn gevoel. We kunnen elkaar goed vinden en verstaan elkaars taal. Dat is heel erg prettig. Voortdurend in een conflict zitten veroorzaakt een enorm energielek.

Die rust lijkt ook te heersen binnen de coalitie. Denk je dat deze coalitie een langere houdbaarheidsduur heeft dan 2,5 jaar?

Interessante vraag. Ik vind niet dat je over de verkiezingen heen moet kijken. Er zijn mensen die voor de verkiezingen al zeggen: ‘Dat wel, die niet’. Daar houd ik niet van. Eerst is de kiezer aan het woord. Daarna kijken we verder. De huidige coalitie heeft in mijn ogen een goed akkoord neergelegd, met daarin best veel actiepunten voor 2,5 jaar. Dat gaf een vliegende start en dat was ook wel nodig. Er is en wordt heel hard gewerkt. Op basis van dat coalitieakkoord, dat onder leiding van een prima formateur, CDA’er Bart Krol, tot stand is gekomen, kunnen we als partijen goed door één deur. Daardoor kunnen we ook een vuist maken en dingen doen. Wat er met de verkiezingen gebeurt, weet je niet, maar het is wel een fijne uitgangspositie dat je weet dat dit soort combinaties ook goed kunnen werken, mits je het goed voorbereidt en elkaar weet te vinden.    

Wat zijn de speerpunten voor het CDA de komende collegeperiode?

Lage lasten in een zelfstandige gemeente is en blijft voor ons heel erg belangrijk.  Daarnaast is Bunschoten nog niet af, we zijn geen slaapdorp. Buurgemeente Baarn, waar ik werk, zit bijvoorbeeld al twintig jaar net onder de 25.000 inwoners. Dat is in hier anders. Bunschoters hebben de eigenschap, en dat is een goede eigenschap vind ik, dat ze lokaal gebonden zijn. Ze willen graag in hun eigen dorp blijven wonen en daarom moet er gebouwd worden. En lopen momenteel wel diverse bouwplannen, maar het heeft eerder ook een tijd op slot gestaan. Dat moet nu versneld worden opgepakt. In het nieuws hoor en lees je dan dat het voor middeninkomens steeds moeilijker wordt om aan een huis te kunnen komen. Het is dan ook een opgave voor ons als gemeentebestuur te bouwen voor onze eigen starters en inwoners die graag in het dorp willen blijven wonen, dicht bij de rest van de familie. Daar ligt dus echt een opgave. Verder willen we volop ruimte voor sport en aandacht voor ons ‘drijvend erfgoed’. 

Waarin denken jullie het verschil te kunnen maken? Waarom zou de lokale kiezer op het CDA moeten stemmen?

Er zal geen enkele partij zijn die niet het beste voor het dorp wil. Ik vind dat wij goede  programmapunten hebben, maar wat ons onderscheidt van de andere partijen is ook een stukje effectiviteit. We werken hard, we zijn eensgezind in dat opzicht, kunnen ons focussen op iets als we iets graag willen en daar gaan we voor. Veranderingen in de politiek breng je niet teweeg door achterover te leunen en eens in de zes weken ergens voor of tegen te stemmen. Daar zit veel meer werk aan. Als CDA zitten we achter dingen aan. We ontlokken of laten de raad uitspraken doen die richting geven. Binnen onze fractie borrelt het van de ideeën en bruist het van de energie. De kunst is dan om die ideeën zo te vertalen op papier dat het mensen raakt en dat het geen misverstanden oplevert. Dat zie ik als mijn rol. En door mijn werk versta ik de kunst van het to-the-point-formuleren. Dat is mijn persoonlijke kracht, maar is ook gebaseerd op de gedachte: ik hoef het niet in mijn eentje te doen.        

Wat wordt de grootste uitdaging voor Bunschoten in deze periode?

Woningbouw. Je eigen inwoners op dat punt kunnen voorzien. Een eigen plek bieden om te kunnen wonen, op de locatie die ze graag willen. Waar het fijn wonen is en ook de voorzieningen goed zijn. Net is weer een bank vertrokken. Dat zijn voorzieningen die heel belangrijk zijn voor een dorp. Er komen wel alternatiefjes voor in de plaats, maar die geldautomaten staan allemaal binnen een straal van vijfhonderd meter, in Bunschoten is helemaal niks. Je kunt op twee manieren dorp zijn. De eerste vorm: een soort overloopdorp van Amersfoort. Dat willen we niet. Wat we wel willen is een dorp dat zelfstandig is, zelfvoorzienend. Op zich hebben we een mooie uitgangspositie: we groeien en je ziet dat horeca en winkels een heel levendig economisch beeld geven. Verder is er weer uitbreiding van het areaal bedrijfsterreinen waarop innovatieve bedrijven gevestigd zijn of zich gaan vestigen. Er is heel veel potentie, maar dat moeten we wel richting geven.

Zien we jou ooit als wethouder in Bunschoten?

Wie weet. Ik sluit het absoluut niet uit, maar…. daar gaat de kiezer over. Je kunt trouwens op verschillende manieren wethouder zijn. De één is vooral manager die heel erg de organisatie in duikt, de ander is vooral representatief bezig, knipt regelmatig lintjes door. Dat zijn twee uitersten natuurlijk. Maar ik zou eerder een hardwerkende wethouder zijn dan iemand die op alle recepties vooraan zou staan.

Is het huwelijk tussen Ariean van de Groep en het CDA er één in de categorie: tot de dood ons scheidt? Of zou het ooit op een ‘Van Agtje’ of ‘Omtzigtje’ kunnen uitlopen?

Een partij zijn is gewoon hard werken. Dat vraagt goede afspraken maken, dingen goed uitspreken en een visie hebben. Je weet nooit hoe visies zich ontwikkelen, maar de visie op de samenleving die het CDA nu heeft, spreekt mij erg aan. Bij deze partij voel ik mij thuis, op m’n plek. Het ‘CDA-kostuum’ past me nog steeds goed. Voor mij is er geen reden de partij vaarwel te zeggen.

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.