Afgelopen zomer werd Nederland opgeschrikt door een aantal stalbranden. Zulke berichten raken mij iedere keer weer, omdat ik van veehouders weet hoeveel leed daarmee gepaard gaat. Naast alle dieren die hulpeloos de dood vinden, zien boerengezinnen in korte tijd hun levenswerk in vlammen opgaan. Dat hakt erin. Allereerst vanwege het verlies van hun dieren, nadat eerst is geprobeerd te redden wat er te redden valt. Maar ook de financiële schade, die al snel in de honderdduizenden euro’s loopt, en de grote maatschappelijke ophef laat boeren natuurlijk niet onberoerd. Het geeft eens te meer aan hoe groot de verantwoordelijkheid is die boeren hebben om zorgvuldig met hun dieren om te gaan. Dat is hun kerntaak. Maar ook dat zij een overheid nodig hebben die zorgt dat zij kúnnen investeren in oplossingen.
Elke stalbrand is er één te veel, daar is iedereen het wel over eens. Niet voor niets probeert de sector zelf al jarenlang het aantal branden terug te dringen. Die verantwoordelijkheid nemen zij. Tegelijkertijd moeten we realistisch zijn. Honderd procent zekerheid heb je helaas nooit. Hoeveel stalbranden er ook worden voorkomen: op het moment dat het misgaat, is het direct groot nieuws. Belangrijk is dan vooral dat de overheid niet de fout maakt om meteen extra regelgeving te verzinnen. Er zijn al ontzettend veel regels, en het gaat erom de regelgeving die we hebben beter te handhaven. Vanzelfsprekend moet eerst naar de oorzaken gekeken worden. En de kern daarvan is, los dat de oorzaak in 55% van de gevallen onbekend blijkt te zijn, dat menselijk handelen er over het algemeen aan ten grondslag ligt. Denk aan achterstallig onderhoud, aangevreten kabels door te weinig ongediertebestrijding (waar overigens ook te veel beperkingen door de overheid op worden gelegd) en brandgevoelige materialen die niet in stallen thuishoren. Het vergroten van bewustwording is daarom heel belangrijk. Boeren moeten weten waar de zwakke plekken in hun bedrijf zitten, en hoe dat te kunnen verbeteren.
We moeten ons ervan bewust van zijn dat boeren niet alleen aan hoge eisen op het gebied van brandveiligheid moeten voldoen, maar ook als het gaat om bijvoorbeeld milieu en duurzaamheid. Zo waren luchtwassers bijvoorbeeld nodig om de ammoniakuitstoot te verlagen, maar zorgen deze bij brand juist voor een snelle verspreiding van het vuur. Dat is niet eenvoudig, en nieuwe systemen kosten geld. Ondanks de forse kosten die daarbij komen kijken, zijn Nederlandse boeren hard aan de slag met verduurzaming. Terwijl het voor hen steeds moeilijker wordt om een eerlijke boterham te verdienen. En zonder een fatsoenlijk inkomen, is het onmogelijk te investeren. Daar heeft de overheid naar mijn mening ook een verantwoordelijkheid. Daarom heb ik de minister gevraagd in kaart te brengen welke detectiesystemen in stallen mogelijk zijn, en hoeveel dat kost. Wat mij betreft verdienen boeren daarbij een financiële steun in de rug. Zodat we krijgen wat iedereen wil: brandveilige en duurzamere bedrijven.
Terwijl onze agrarische sector wereldwijd tot de kopgroep behoren als het gaat om voedselveiligheid, milieu en dierenwelzijn, is er steeds vaker sprake van negatieve beeldvorming. Niet in de laatste plaats door acties van dierenrechten- en klimaatactivisten, die de waarheid geweld aandoen. Maar ik zie het als mijn taak als volksvertegenwoordiger, om ervoor te zorgen de overheid naast onze boeren staat. Zodat we gezond voedsel van eigen bodem, onze voorbeeldfunctie en toekomstige bedrijfsopvolgers niet verliezen. Geen boeren, geen eten.
Jaco Geurts