Deze week las ik een verhaal over een jonge Nederlandse melkveehouder die met veel passie zijn werk doet, maar toch heeft besloten naar Duitsland te emigreren. Hij ziet geen toekomstperspectief meer. Dat doet mij pijn! Het zou onze samenleving door merg en been moeten gaan. Boeren die hier geen perspectief meer zien. Bedrijfsopvolgers die onzeker zijn.
Bijna een jaar geleden nam minister Schouten het advies ”Duurzaam en gezond; Samen naar een houdbaar voedselsysteem” van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur in ontvangst. Deze raadt het kabinet aan een forse omslag te maken in het voedselbeleid, om in te kunnen spelen op de klimaatopgave.
De titel van het rapport zou bedacht kunnen zijn door onze Nederlandse boeren, tuinders en vissers zelf. Onze agrarische sector loopt wereldwijd namelijk voorop als het gaat om milieu, voedselveiligheid en dierenwelzijn. Maar gek genoeg zijn ze amper betrokken geweest bij de inhoud van het rapport. Voor de zoveelste keer wordt er óver onze boeren en hun toekomst gesproken, in plaats van mét hen. Terwijl zij door burgers met een hoog rapportcijfer (7,7) gewaardeerd worden, is er een groep in onze samenleving die boeren in de media afschildert als boosdoeners met weinig oog voor milieu en dierenwelzijn.
Gemakkelijkste weg
Die negatieve houding jegens onze boeren zie ik al langer en die baart me grote zorgen. De ene dag zijn het klimaatvervuilers en de andere dag weer dierenmishandelaars. Terwijl zij er door keihard te werken voor zorgen dat ons voedsel ruim beschikbaar, gezond, veilig en gevarieerd is. Ook in dit rapport moet je goed zoeken naar waardering richting boeren en tuinders. Daarnaast heeft de Raad voor de Leefomgeving voor de gemakkelijkste weg gekozen, door in te zetten op flinke inkrimping van de veestapel en minder vleesconsumptie, door vleestaxen.
Eerder werd dit al geadviseerd omwille van natuurbeleid, nu onder het mom van klimaatbeleid. Dat is niet de weg van het CDA. Andere landen in Europa lachen zich namelijk krom als dit advies wordt overgenomen. Precies: landen met minder hoge eisen aan milieu en dierenwelzijn, die graag naar Nederland willen exporteren. Wordt de wereld daar beter van? Dat lijkt me niet.
Boodschap
De Raad voor de Leefomgeving verwijst met betrekking tot de sterke inkrimping van de veehouderij steeds naar het Klimaatakkoord van Parijs. Misschien goed om iedereen even te wijzen op artikel 2 van datzelfde akkoord, dat stelt „broeikasgasarme ontwikkeling te bevorderen, op een wijze die de voedselproductie niet in gevaar brengt”.
En om eens een vergelijking te maken die laatst ook in het Belgische parlement aan de orde is geweest: in 2016 heeft zowel Europa als India in totaal 160 miljard liter melk geproduceerd. Daar heeft India maar liefst 122 miljoen koeien voor nodig, tegenover 23 miljoen in Europa. Dat is een wereld van verschil als het gaat om methaanuitstoot. Het gaat mij om de vraag: Welke boodschap willen we onze jonge boeren en boerinnen van de toekomst meegeven? Die van een doodlopende weg of een boodschap van waardering, perspectief en innovatie? Ik kies voor dat laatste. Zodat zij met trots en vertrouwen het bedrijf van hun ouders over kunnen nemen.
Dit opinieartikel is gepubliceerd op de website van het Reformatorisch Dagblad op 28-3-2019