CDA heeft kritische vragen over voortgang Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland.
Het CDA en UG belangen hebben voor de commissievergadering van 31 januari een presidiumvergadering belegd. In deze presidiumvergadering hebben wij onze twijfels uitgesproken aangaande het functioneren van wethouder Geert Post op het dossier MSHNF. De uitkomst was dat er voor de Commissievergadering een extra punt zou worden toegevoegd:
Verantwoording wethouder MSHNF.
Wilt u de lifestream bekijken die vind u onder deze link.
http://www.ustream.tv/recorded/99511664 vanaf ongeveer 1.10 vind u het betreffende onderwerp
UG had een aantal kritische vragen naar aanleiding van het proces en naar aanleiding van een 'bedreiging' van de wethouder richting haar fractievoorzitter Anja Keuter.
De collegepartijen wilden eerst het antwoord van de wethouder afwachten.
Onze inbreng in eerste termijn:
We beginnen in april als er contact tussen provincie en gemeente Urk is over het Provinciaal Inpassings Plan MSHNF. verder in dit verhaal het PIP.
Vanaf april hadden we de mogelijkheid om samen met de provincie invulling in het PIP te krijgen. Hoe vreemd is het dat we een behoorlijk negatieve zienswijze tegen het PIP ingediend hebben? Was het in overleg niet mogelijk om zaken in het PIP te krijgen?
In september tekent wethouder Geert Post een samenwerkingsovereenkomst MSHNF samen met NOP en Provincie. Positief. Hoe haaks staat de zienswijze van het college op dit positieve stuk
Het college dient zienswijzen in tegen het PIP en vraagt ook de gemeenteraad om dit te doen. Dit wel vanuit een positieve instelling, juist om het PIP te versterken. Daarmee is de raad aan de slag gegaan en wij nemen aan ook het college. Zienswijzen vanuit een positieve instelling. In het belang van de Maritieme Service Haven. Het college spreekt haar zienswijzen uit op de hoorzitting van dinsdag, de raad was de woensdag aan de beurt. De raad was niet op de hoogte van de inhoud van de zienswijzen van het college. Wat gebeurt er vervolgens: woensdagmorgen paniek op het gemeentehuis. De zienswijze van het college viel niet gewoon verkeerd, maar zelfs in het verkeerde keelgat van de provincie. Kennelijk waren de zienswijzen niet zo positief als dat ze ons zijn verkocht. De zienswijze van de raad is daarna nog bijgesteld in vriendelijkheid om de blunder van het college te verzachten.
Deze missie lukte op die woensdag toen Albert Woord als raadsnestor namens de hele raad deze zienswijze insprak bij de provincie. De raad had al eerder ingegrepen met de beantwoording van de brief van de provincie. Deze beantwoordingsbrief is door de raad geschreven en niet het college,,,,,,
Op donderdag 15 december sprak ik ondernemers betrokken bij de MSH. Zei vertelden dat de zienswijze van het college toch nog wel een struikelblok voor het hele project zou kunnen worden. Wij hebben vervolgens de zienswijzen opgevraagd bij de griffier en later op de dag ontvangen. We zijn geschrokken van de negatieve toonzetting en het koppelen van allerlei andere projecten aan de MSH. Weg positieve instelling. Een treurende gemeente in plaats van een dankbare gemeente voor al het werk wat de provincie voor de MSH heeft gedaan. EEN VERTROUWENSBREUK
Het CDA heeft die dag overleg gezocht met Albert Woord CU aangezien hij de woordvoerder van de raad geweest was. Samen hebben we een gesprek gehad met de burgemeester en hem dringend opgeroepen om de zienswijze van het college in te trekken en de zienswijze van de raad te omarmen.
Op vrijdag is er vanuit de ondernemers een email naar de Burgemeester, Geert Post en Rien Bogerd gegaan had met hetzelfde klemmende beroep. Deze oproep is trouwens NIET beantwoord……
Vrijdagmiddag vroeg ik de bgm of er nog actie ondernomen was op onze dringende oproep.
Het antwoord was dat wethouder Post de gedeputeerde Appelman gebeld heeft en dat er in januari verder bestuurlijk overleg zou zijn. Dit was niet het antwoord wat ik verwacht had. Het college WIST dat de zienswijze niet goed viel. Het college heeft vanuit politieke hoek en vanuit de betrokken ondernemers een duidelijk signaal gekregen om de zienswijze in te trekken en wat gebeurt er? NIETS
Dan zijn we een maand verder.
We krijgen de krant van maandag 26 januari. De ondernemers hebben voortvarende gesprekken met de provincie. Gelukkig, de MSH gaat verder. We lezen ook: de wethouder tast in het duister. Dat is ernstig: een wethouder die in het duister tast. Dat processen niet meer lopen dankzij hem, maar ondanks hem. Hoe heeft het zover kunnen komen? en heeft een week later dus dat bestuurlijke overleg waar in december dus al over gesproken is.
Voorzitter, als er 1 project is waar we bovenop moeten zitten, dan is het dit project wel en het CDA rekent het de wethouder aan in deze zaak na duidelijke signalen een TE afwachtende houding te hebben ingenomen. Als wethouder onderneem je toch actie als je erachter komt dat je niet uitgenodigd bent om bij cruciale besprekingen te zijn. In ieder geval nog voordat het in de krant komt. Bellen, bellen en nog een keer bellen. Bellen met de provincie, bellen met de ondernemers.
Dan willen UG en CDA een presidiumvergadering beleggen omdat we beiden onze twijfels hebben over de informatievoorziening die we van het college krijgen over het MSH project. De Wethouder remt UG zelfs af om informatie bij de provincie te vragen en stuurt woensdag morgen ineens een mail naar de fractievoorzitters om via de agendacommissie een voorlichtingsbijeenkomst te beleggen over de MSH samen met de provinicie.
De fractievoorzitters gaan hier in eerste niet op in en er wordt een presidiumvergadering belegd voor woensdagavond.
De wethouder onderneemt de volgende actie. Hij regelt een ontmoeting met de woordvoerder van de ondernemers op woensdagavond. Dat is wat ons betreft een beetje mosterd na de maaltijd, dat had veel eerder moeten gebeuren.
Tijdens deze presidiumvergadering bespreken we hoe de zaak gelopen is en dat de wethouder in elk geval verantwoording mag afleggen hoe en waarom hij in dit dossier gehandeld heeft op deze wat casual achtige wijze.
Het CDA vindt dat de wethouder verweten kan worden om in de eerste plaats TE weinig actie te ondernemen door het niet intrekken van de zienswijze die nooit had moeten worden ingediend.
Het CDA vindt dat de wethouder vervolgens verweten kan worden een TE afwachtende houding in te nemen door te wachten tot eind januari voor het volgende bestuurlijke overleg.
Het CDA vindt dat de wethouder vervolgens juist het proces om zaken weer vlot te krijgen tussen gemeente en provincie gefrustreerd heeft door als storende factor raadsleden af te remmen die het proces juist weer op de rails willen krijgen.
Dat zijn al drie conclusies op basis van de feiten die we kennen. Het roept vragen op hoe het gaat in het proces dat voor ons niet zichtbaar is geweest. Waar was de wethouder toen het PIP werd opgesteld? Of is in het donker gewacht totdat het PIP in de brievenbus lag? En is toen ontdekt dat er nog wat te wensen viel en hebben we daarom die zienswijzen ingediend?
Het CDA stelt deze vragen en verlangd heldere concrete antwoorden, want het gaat hier om de toekomst van Urk qua werkgelegenheid misschien wel net zo’n stap als in de jaren 70 toen we spraken over het wonder van Urk. Dit gaat over het 2e wonder van URK en daar moeten wel de schouders VOL onder.
Behoorlijk pittige vragen,
En het antwoord?
Dat is er niet gekomen. De wethouder heeft een korte verklaring voorgelezen waarin hij aangaf zich juist enorm hard te maken voor de MSHNF. Dat hij lopende dit traject ook geen antwoord wilde geven. Dat er binnenkort een bijeenkomst belegd zal worden waar de raad een voorlichting van de provincie krijgt en helemaal op de hoogte is van de stand van zaken.
Het CDA gaat er natuurlijk niet mee akkoord dat een wethouder weigert in te gaan op vragen die aan hem gesteld worden.
In een volgend nieuwsbericht komen wij daarop terug