Buitendijkse haven: wordt vervolgd
De MSNF (Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland), of de buitendijkse haven, is weer een stap dichterbij gekomen.
We moeten er wel bij zeggen: ondanks de portefeuillehouder. Het CDA heeft in de raadsvergadering van 13 maart een aantal kritische vragen gesteld over de rol van de gemeente en wethouder Geert Post in aanloop naar de volgende stap om de MSHNF te realiseren.
In december heeft het college en raad aan de provincie laten weten dat Urk de haven graag wil exploiteren. Binnen 3 maanden is de rol van de gemeente beperkt naar het mogen aansluiten bij het consortium als deelnemer.
Dat is wat het CDA betreft een gemiste kans geweest en het CDA heeft het college in de raadsvergadering op de volgende manier bevraagd:
Voorzitter,
Als we zien hoe dichtbij de Maritieme Servicehaven nu is, dan mogen we blij zijn dat Urk ligt in de provincie Flevoland. Een kleine provincie met sterke ondernemers. Ondernemers die het lef hebben gehad en nog hebben om initiatief te nemen. Ondernemers die zich in 2011 hebben verenigd in Flevoport.
Zonder deze ondernemers zou de maritieme servicehaven nooit meer geweest zijn dan een leuk idee in een verkiezingsprogramma. En nu staan we aan de vooravond van de Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland. Het CDA is dan ook trots op de ondernemers die vanaf het eerst uur geld en energie in de project hebben gestoken. Ondernemers die er altijd in hebben geloofd. Daarvoor hebben we respect.
CDA-gedeputeerde
Trots zijn we ook op onze Gedeputeerde Jan Nico Appelman die vanuit de provincie Flevoland in zo korte tijd zover is gekomen. Eerst door met het inpassingsplan de gemeentegrenzen te overstijgen. En nu door de ontwikkeling ter hand te nemen. We zijn een kleine, maar wel sterke provincie. We mogen blij zijn met bestuurders als onze CDA-gedeputeerde!
Andere rol
Dan komen we nu bij het voorstel dat voorligt. Daarin wordt voorgesteld als gebruiker van de haven te participeren in de maritieme servicehaven. Dat is een heel andere rol dan wat ons college eerder voor ogen had. Per brief van 1 december 2016 heeft u aan de provincie geschreven de exploitatie van de haven op u te willen nemen. Een brief die wij als gemeenteraad hebben meegeschreven.
Voorzitter, dit roept natuurlijk vragen op. Het CDA heeft er altijd op vertrouwd dat als we aangeven de exploitatie te willen, wij er ook voor gaan. Hoe kan het dan, dat we koud drie maanden later een wethouder vrolijk in de krant horen zeggen dat we de haven niet gaan exploiteren, omdat het bedrijfsleven dat niet wilde.
Het gaat er bij het CDA niet in dat dat het verhaal is. Als je in een brief aan de provincie aangeeft dat je de haven wil exploiteren, dan heb je toch ook een visie hoe je dat voor je ziet. Dan zoek je daar ook medestanders voor. Nog sterker, nog voordat je zoiets schrijft, dan heb je zoiets voorbereid met betrokkenen.
Sturing?
Hoe is dat hier geweest? Was er een duidelijke visie en sturing van het college? En werd dit gedragen door het consortium en de provincie? Vanuit de ondernemers hebben wij altijd begrepen dat ze wilden dat gemeente Urk de haven ging exploiteren. Wat is er toch gebeurd na 1 december?
Dan komen we ook bij de vragen, onbeantwoorde vragen, gesteld in de commissievergadering van 30 januari. Ik ga die vragen niet meer herhalen. Het is zoals een ander commissielid heel wijs sprak: wethouder, beantwoord nu de vragen, anders worden de antwoorden wel voor u ingevuld.
Verkeerde keelgat
We kennen de inhoud van de zienswijzen. We wisten al dat ze in het verkeerde keelgat zijn geschoten bij de provincie. Nog meer als toen, begrijpen we nu ook waarom. Op 1 september 2016 tekent wethouder G. Post een samenwerkingsovereenkomst met provincie Flevoland. In deze overeenkomst zijn heel duidelijk afspraken vastgelegd. Afspraken om het inpassingsplan soepel en zonder vertraging te laten verlopen. Ook duidelijke afspraken over wat wel en niet mag in de Maritieme Servicehaven. Duidelijke afspraken 1 september 2016.
En drie maanden later, op 7 december 2016 dient u zienswijzen in tegen het inpassingsplan die radicaal in strijd zijn met de afspraken die u zelf heeft gemaakt. Afspraken zijn geschonden. Wat doet zoiets met vertrouwen? Dan is het toch geen wonder dat de wil van het college, om de haven te exploiteren, geen enkel moment door welke betrokkene dan ook ooit meer serieus is genomen?
Voorzitter... Wat denkt u wat dit met ons vertrouwen in de wethouder doet? En het vertrouwen van de bevolking in de politiek...?
Dat we nu verder moeten in een andere modus, neemt niet weg dat het CDA een zeer duidelijk antwoord wil van de wethouder op de zojuist gestelde vragen.
Toekomst
We kijken echter ook naar de toekomst. Gegeven de omstandigheden staat het CDA er positief tegenover dat gemeente Urk deelneemt aan het consortium. Wij vinden het ook heel positief dat op deze wijze de bedrijven de gemeente Urk erbij wil houden. Maar wat wil het college bereiken met het gaan deelnemen aan het consortium? Dat lees ik niet in de stukken. Graag hoor ik op dit punt een duidelijke visie waarvoor we dan nu wel gaan. Is dit een publieke kade? En zo ja, hoeveel publieke kade?
Wij hebben begrepen dat voor de publieke kade zeker 125 m beschikbaar is, dat is ongeveer 10% van de haven, maar dat dit nog uitgebreid kan worden naar 500 m, pakweg de helft van de haven. Met andere woorden: er zijn kennelijk meerdere mogelijkheden en er valt nog wat te kiezen. Graag horen we van het college hoe zij daarin staan.
Tot zover onze inbreng in de raadsvergadering van 13 maart. Uit de beantwoording van de wethouder is naar de mening van het CDA niét duidelijk naar voren gekomen waarom de gemeente geen exploitant van de haven geworden is. De wethouder bleef bij het antwoord dat het de wens van de ondernemers was om zelf te gaan exploiteren.
Als dat zo is, waarom hebben we dan in december zoveel moeite genomen om te willen exploiteren. Het CDA verwijt de wethouder te weinig communicatie met de ondernemers en provincie gevoerd te hebben in de maanden december en januari toen het proces tot een cruciaal punt kwam.
Uiteindelijk heeft het CDA na deze kritiek ingestemd met het voorstel om aan te haken met de ondernemers. Want wat nu vooral heel belangrijk is, dat de haven er komt.
Extra miljoen
Tijdens de raadsvergadering werd de pers duidelijk dat de gemeente Urk naast de 2.5 miljoen ZZL gelden die al beschikbaar gesteld was voor de haven, een extra miljoen vanuit de ZZL gelden beschikbaar heeft gesteld.
De commissie ZZL waarin alle fractievoorzitters zitting hebben, heeft vorig jaar dit besluit al genomen, maar aangezien het de hele tijd nog onduidelijk was of het project zou lukken is dit nog niet eerder naar buiten gebracht. Nu het project in de uitvoeringsfase begint te komen kon dit nieuws nu eindelijk gedeeld worden. De provincie en de ondernemers waren in verband met de sluitende business case natuurlijk al wél op de hoogte.