Lokaal vraagt het CDA al jaren om meer grip op de als maar stijgende kosten in de jeugdzorg. De feiten liegen er niet om. Het beroep dat onze jeugd doet op de duur betaalde zorg was nog nooit zo groot. En als we de wethouder moeten geloven is er voorlopig nog geen einde van de stijging in zicht. De kosten daarvoor betalen we als gemeenschap. Om de sociale basis op orde te brengen en onze jeugd een kansrijke start te geven kreeg de gemeenteraad de afgelopen jaren al menig plan gepresenteerd om het tij te keren. De raad ontving meerdere informatienotities, start notities, transformatie voornemens en koersdocumenten.
Ondanks alle goede bedoelingen plaatst het CDA inmiddels vraagtekens waartoe dit allemaal heeft geleid. Het was daarom kritisch op de vast te stellen 'startnotitie hervormingsagenda jeugd' in de raadsvergadering van 17 oktober. "Wie zegt ons dat wat we nu voorstellen wel gaat werken en niet blijft bij voornemens?" vroeg onze fractievoorzitter Van Zandwijk zich af.
Bij de begrotingsbehandeling, die later deze maand op de agenda staat, zal de gemeenteraad worden gevraagd om jaarlijks nog eens 1,5 miljoen extra ruimte te reserveren. Dit om de verder stijgende jeugdzorgkosten naar de toekomst toe op te kunnen blijven vangen. Dit terwijl wij tegelijkertijd op het punt staan te gaan bezuinigen op preventieve zaken rondom Vroeg en Voorschoolse Educatie (VVE), het onderwijsachterstandenbeleid, het bibliotheekwerk als wel op basisvoorzieningen als de kinderboerderij en onze sportaccommodaties.
"Wat betreft het CDA zou het niet langer moeten gaan om meer geld, grote woorden, of nieuwe beleidsplannen. Laten we daar nu eens mee stoppen" aldus Van Zandwijk. Voor het CDA ligt de oplossing niet in steeds meer en meer jeugdzorg.
Om een verdere stijging te voorkomen denkt de CDA fractie aan een inzet langs vijf punten.
1) Laten we alsjeblieft het gesprek gaan voeren over waar we als gemeente wel en niet van zijn.
De vraag naar zorg lijkt inmiddels oneindig. Waar ligt voor ons de grens voor wat onze inwoners van de gemeente mogen verwachten? Inmiddels noteren wij bijna 10% van onze begroting, lees ruim 9,3 miljoen EURO, aan kosten voor de jeugdzorg aan zo’n 900 jeugdigen, Dit is 2,5 miljoen meer dan in 2021 (zie ook informatie notitie 3 oktober j.l.)
Constateren dat we landelijk te maken hebben met stijgende kosten voor de Jeugdzorg is voor het CDA niet voldoende. Het lijkt ons steeds opnieuw te overkomen. In gemeenteland zijn wij er goed in om ontwikkelingen zo te beschrijven dat het lijkt alsof het natuurverschijnselen zijn. De stijgende vraag naar de jeugdzorg noemen we dan ‘autonome ontwikkelingen.’ Ontwikkelingen die ons overkomen en daarmee geheel los lijken te staan van de keuzes die we zelf maken. Alsof stijgingen niet te voorkomen en daarmee niet te beïnvloeden zijn. Het CDA gaat daar niet in mee. Laten we stoppen om onze kinderen op te zadelen met een ongezond verwachtingspatroon. Laten we accepteren dat onze kinderen niet perfect hoeven te zijn.
2) laten we alsjeblieft inzetten op de beweging naar collectief steunen in plaats van individueel behandelen. Dat vraagt een bescheiden overheid, die niet geheel terugtreed maar keuzes maakt en faciliteert. Dat vraagt om een preventieve inzet op kwaliteit van leven, gezondheid veroorzaken, hulp bij socialiseren in de 1e lijn en een effectieve inzet van onze sociale wijkteams. We moeten zo veel mogelijk wegblijven van de procedures en eindeloze plannen maken.
Kern van het probleem is dat er te veel van onze jongeren in de jeugdhulp zijn beland en daar te lang blijven zitten. Het verlagen van de instroom zou ons doel moeten zijn, maar wie naar de cijfers kijkt ziet dat dat nog niet lukt. De jeugdzorg functioneert op dit moment niet meer als vangnet naar als winkel, en dat kan, voor wie echt om hulp nodig is, natuurlijk niet de bedoeling zijn.
Het CDA is daarom duidelijk voorstander van collectieve preventie die gericht is op alle inwoners en waar dat nodig is op risicogroepen. De praktijk leert dat daar de meeste winst te halen. Feitelijk komt dat er op neer dat we afscheid moeten durven te nemen van individuele preventie waar marktwerking om de hoek komt kijken. Zoals voormalig directeur Paul van der Velpen van de GGD Amsterdam al eens aangaf, het bespreken van problemen met leeftijdsgenoten blijkt voor sommige vormen van zorg het meest effectief. Op dit moment is de balans doorgeslagen. Het is wachten tot het systeem verder verstopt.
Bovengenoemde inzet zien wij deels terug in de voorliggende startnotitie, die we als raad gevraagd zijn vast te stellen. Maar op dit moment is deze nog sterk gebaseerd op verwachtingen. De vraag die we met voorliggende raadsvoorstel moet durven te stellen is waarom wij denken dat het dit keer nu wel gaat lukken?
De voornemens zijn goed maar is dat voldoende? Als we inmiddels iets geleerd hebben sinds de invoering van de jeugdwet in 2015 is dat veel verwachtingen niet uitkomen. Er is dus noodzaak hier (pro)actief op te sturen. Om beter te kunnen sturen op het nemen van maatregelen die bewezen effectief zijn, diende het CDA samen met de PVDA en de CU gezamenlijk een amendement in. Dit amendement is later op de avond unaniem aangenomen.
3) Laten we alsjeblieft inzetten op vergroting van de bestaanszekerheid van mensen. Het gebrek aan bestaanszekerheid is een symptoon die we op een later moment veelal terug te krijgen als zorgvraag. De praktijk leert dat er geen effectievere vorm van preventie te bedenken is dan dat. Laten we het oplossen van bestaanszekerheidsproblemen daarom voorwaardelijk maken voordat er andere hulp geboden mag worden. Een cursus omgaan met lastig pubergedrag werkt echt niet bij mensen die bang zijn uit hun huis gezet te worden.
4) Laten we alsjeblieft inzetten op het normaliseren van menselijke relaties. Erken de natuurlijke behoefte aan gemeenschapszin. Het CDA kiest daarmee nadrukkelijk voor minder marktwerking en meer samenwerken als basis voor de zorg. Laten we normaal maken dat onze kinderen elkaar gewoon om hulp durven te vragen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat als mensen een psychische kwetsbaarheid hebben dit voor drie kwart van gevallen zichtbaar wordt in periode van 12 tot 25 jaar. Het is zaak om er in die periode te zijn en dat er voor oplossingen vooral gezocht moet worden door het aangaan van verbindingen met leeftijdsgenoten. Jongeren die elkaar of in hun directe omgeving om hulp durven te vragen kan de inzet van duur betaalde zorgprofessionals voorkomen.
5) En tenslotte. Laten we er werk van maken dat er zo min mogelijk kinderen uit huis geplaatst hoeven te worden. Niet omdat het gemakkelijk is maar omdat het kan. Ambulante zorg. Passende hulp. Wonen dicht bij huis. Stabiliteit, liefde, aandacht, structuur. Het netwerk betrekken. Samen leren hoe het beter kan.
Lees de startnotie Hervormingsagenda Jeugd van raadsvergadering 17 oktober
Lees uitleg 'Jeugdzorg piept en kraakt' van wethouder Peters en informatie notitie 3 oktober j.l.
Lees aangenomen amendement Hervormingsagenda Jeugd