20 oktober 2021

Column: 'Scheiding van sport en staat?

In Bestuursforum, het tijdschrift van de CDA Bestuurdersvereniging, heeft het Wetenschappelijk Instituut een vaste rubriek: Gedachtegoed. In de onlangs verschenen Bestuursforum schrijft Marc Janssens over de rol van sport in de samenleving.

Scheiding van sport en staat?
Heeft sport de plek van religie in onze samenleving overgenomen? Al in 2013 betoogde socioloog René Stokvis in zijn boek ‘Lege kerken, volle stadions’ dat dit het geval is en hij was er niet eens rouwig om. Alles wat religie vroeger aan mensen gaf, zoals verbinding, vorming en zelfs zingeving, komt nu uit de gulle hand van de sport. En laten we eerlijk zijn: waar Nederland vroeger en masse op zondag naar de kerk ging, is nu De Kuip, De Arena of de tv de plek van samenkomst. Daar worden de godenzonen bejubeld, komen kinderen aan de hand van de spelers als misdienaars het veld op en verbindt het ceremonieel met vaste liederen de aanwezigen aan elkaar. Er is een ‘harde kern’ die als de orthodoxe gelovigen geen relativeringsvermogen kent en er zijn volkskerken als Feyenoord en Ajax die tegenover de meer besloten gemeenschappen van Sparta en Willem II staan.

In de Christen Democratische Verkenningen van de afgelopen zomer, die net als deze Bestuursforum aan sport is gewijd, nemen we de dominantie van sport in onze samenleving onder de loep. Natuurlijk erkennen we de waarde van sport en bewegen: lichamelijk en maatschappelijk is de individuele maar vooral de gezamenlijke sportbeoefening onmisbaar. We houden ons lichaam gezond, leren om te gaan met teleurstellingen, zetten ons in voor anderen en creëren kostbare momenten van ontspanning. Toch benoemen we, juist omdat sport van zo’n grote waarde is, ook de schaduwzijde van (top)sport. Topsport loopt voortdurend het gevaar gedomineerd te worden door het grote geld, onheuse prestatiedruk en zelfs corruptie. De misstanden in de turnsport, de grootheidswaanzin van de Superleague en de absurde schulden van FC Barcelona spreken voor zich. Net als religie kan sport een onaantastbare status krijgen, waardoor gezonde kritiek te weinig serieus genomen wordt.

Als sport de plek van religie heeft overgenomen, moeten we dan niet ook een scheiding van sport en staat krijgen? Die vraag, in CDV verwoord door sportliefhebber en theoloog Stefan Paas, wierp ik op toen we begin deze maand met de BSV te gast waren op sportcentrum Papendal bij Arnhem. Het was natuurlijk vloeken in de kerk, want alle aanwezigen waren het erover eens dat de overheid juist meer aandacht aan sport moet besteden. Zeker een volkspartij als het CDA, met zijn visie op maatschappelijke verenigingen en vrijwilligerswerk, zou daarin het voortouw moeten nemen.

En toch. Hoewel ik me in de meeste pleidooien van de in Papendal aanwezige raadsleden, wethouders en sportbonden wel kon vinden, is de gedachte achter het pleidooi voor een scheiding van sport en staat niet onzinnig. Natuurlijk moet het CDA aandacht aan sport besteden gezien de waarde ervan voor de samenleving. Maar juist een op waarden gerichte partij als het CDA met zijn specifieke kijk op de relatie tussen overheid, markt en maatschappij, dient er oog voor te hebben dat de samenleving niet gemangeld mag worden door een te dominante positie van die overheid of markt. Zo moeten overheden terughoudend zijn om topsportclubs die door roekeloos gedrag op de markt in problemen zitten, te hulp te komen. En de plaatselijke amateurvereniging is er niet bij gebaat dat gemeenten een te grote vinger in de pap krijgen, wanneer de verenigingen zich steeds minder goed kunnen bedruipen, of omdat de overheid met eigen beleid het maatschappelijk initiatief in de kiem smoort.

Sport is te belangrijk voor de samenleving. Laten we daarom de misstanden blijven benoemen en op zoek gaan naar onze eigen blinde vlekken. En laten markt en staat hun eigen, bescheiden rol goed beseffen en dienstbaar aan die samenleving zijn.

Reageren op dit artikel? [email protected] 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.