‘Ik zoek geen exclusiviteit, maar verbondenheid met de identiteit van Nederland’
Verschijning CDV-winternummer
Begrensde vaderlandsliefde
'Een cultuur gestempeld door het christendom sluit niet uit, maar nodigt juist uit. Tegelijk biedt het een huis, dat ook een thuis is en identiteit verschaft', zo betoogt Sybrand Buma in het nieuwe nummer van Christen Democratische Verkenningen. In een diepte-interview gaat hij nader in op zijn Schoolezing en het debat dat daarop volgde. 'Ik heb me gericht op de zorgen van mensen die zich het slachtoffer voelen van grote veranderingen in ons deel van de wereld, omdat zij op dit moment de loop van onze westerse democratieën in hoge mate bepalen.'
'Ik heb bewust het gevoel beschreven dat veel mensen hebben: "Ik verlies mijn baan aan een immigrant of een Oost-Europeaan." En: "In deze wereld waarin andere culturen op ons afkomen, verliezen we onze identiteit." Dit zijn niet zozeer "boze burgers" die niet zo moeilijk moeten doen, maar "gewone Nederlanders" met vaak terechte zorgen, stelt Buma. Dat betekent niet dat zij de enige gewone Nederlanders zijn, want dit is geen exclusief begrip.
'Volgens Buma is het begrijpen van de zorgen van mensen veel belangrijker dan de politiek denkt. Kijk naar Trump, die mede door de angry white men is gekozen. Kijk naar de brexit, waar de oudere Britten die zich door immigratie verdrukt voelen, de doorslag hebben gegeven. Kijk naar Wilders, Le Pen en het Oekraïnereferendum. Als wij niet beter snappen wat daar de pijn is, zullen we keer op keer dit soort uitslagen krijgen. We kunnen niet vanuit onze ivoren toren zeggen dat Trump- of Wilders-stemmers boze burgers zijn. Als ik ze spreek, blijken ze helemaal geen boze mensen te zijn. Ja, ze zijn misschien op mij boos, maar niet op de mensen om hen heen. Ze voelen zich oprecht verlaten.'
'Op dit moment kenmerkt de samenleving zich door verbrokkeling. We moeten dus weer op zoek naar wat ons bindt. Dat heeft nooit zo erg gespeeld in het verleden. Net als de vs zijn ook wij een immigratiesamenleving geworden. De zuilen zijn weggevallen en er zijn individuen voor in de plaats gekomen. Het is nu aan ons om dat gemeenschappelijke huis, dat er altijd is geweest, weer zichtbaar te maken. Dat kan via symbolen die onze gedeelde geschiedenis verbeelden, aldus Buma. 'Ik zoek daarin geen exclusiviteit, geen Franse grandeur, maar verbondenheid met de identiteit van Nederland. Hier hebben we een vaderland waar we ons thuis voelen en waaraan we samen verder bouwen. Stemmen doen we in Nederland, dus we bepalen hier onze gemeenschappelijke toekomst.'
Begrensde vaderlandsliefde
Het nieuwe nummer van Christen Democratische Verkenningen, het kwartaalblad van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, staat in het teken van Begrensde vaderlandsliefde. Is er, nu Nederlanders een verlies aan gemeenschapszin ervaren, behoefte aan een nieuwe vaderlandsliefde? Biedt het benadrukken van traditie, geschiedenis en cultuur de weg naar een nieuw verbindend samenlevingsideaal? Of leidt dit juist tot een splijtende identiteitspolitiek? Wanneer is vaderlandsliefde 'gezond', en hoe wordt ze 'ongezond'? Wat is de rol van de overheid bij het cultiveren van gemeenschap? Deze brandende kwestie vraagt om een christendemocratische schakel die de liefde voor het eigene opnieuw verbindt met universele noties als menselijke waardigheid en rechtsgelijkheid.
Het CDV-nummer valt in drie delen uiteen. In het eerste deel,Verlangen naar een nationaal thuis, wordt het verlangen naar gemeenschap onderzocht. Er is oog voor de verschillende niveaus waarop dat plaatsvindt en hoe nationale gemeenschapsvorming daarin past. Marin Terpstra, universitair docent sociale en politieke wijsbegeerte aan de Radboud Universiteit Nijmegen, onderzoekt in hoeverre het begrip 'nationale gemeenschap' zinvol is. Hij pleit voor een behoedzame onderlinge afstemming van natuurlijke en kunstmatige gemeenschapsvormen. Richard Steenvoorde, broeder dominicaan, verbonden aan Blackfriars Hall van de Universiteit van Oxford, wijst erop dat de christelijke culturele traditie leert dat de mens in zijn diepste wezen een burger is van twee werelden en zich in het aardse nooit geheel thuis voelt. In zekere zin is de mens altijd ontworteld, maar dat besef behoedt ook voor politieke utopieën ten aanzien van gemeenschapsvorming. Paul Dekker, onderzoeker bij het SCP en hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg, plaatst een aantal kanttekeningen bij het onbehagen van de gewone Nederlander. Volgens hem is er weinig reden voor het beeld van de gewone Nederlanders die alleen maar neergang en bedreiging zien van hun normen en waarden en gemeenschap. En Ger Groot, filosoof en schrijver, betoogt dat de politiek moet schipperen tussen het ideaal van de burger als louter staatsburger en de bijzonderheid van maatschappelijke culturen.
Het tweede deel, Vaderlandsliefde: dilemma's en nuances, onderzoekt wanneer en hoe vaderlandsliefde 'ongezond' dreigt te worden. Voormalig aartsbisschop van Canterbury Rowan Williams waarschuwt dat de zoektocht naar een gemeenschappelijk doel van de samenleving kan omslaan in een zoektocht naar gemeenschappelijke vijanden. Hansko Broeksteeg, universitair hoofddocent staatsrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen, plaatst het CDA-pleidooi voor meer nationaal cultuuronderwijs in een historisch en staatkundig perspectief. Hij wijst erop dat het CDA vanuit het oogpunt van onderwijsvrijheid altijd kritisch is geweest over een al te inhoudelijke invulling van het onderwijs door de politiek. Universitair hoofddocent geschiedfilosofie aan de Universiteit Leiden en bijzonder hoogleraar secularisatiestudies aan de Rijksuniversiteit Groningen Herman Paul noemt Sybrand Buma's normen- en waardenvertoog in relatie tot de Nederlandse identiteit typisch negentiende-eeuws idealisme. Volgens hem laat een echt christendemocratisch geluid concrete sociale praktijken prevaleren boven nationalistische retoriek. Ringo Ossewaarde, universitair hoofddocent sociologie aan de Universiteit van Twente, stelt dat de overheid gevoelens van vaderlandsliefde instrumentaliseert om haar nationale soevereiniteit te bekrachtigen. En Jan Dirk Snel, historicus, laat zien dat Europa best iets van onze liefde toekomt, omdat de Europese Unie heeft bijgedragen aan recht en welvaart. Precies dat waarderen burgers ook in hun vaderland.
In het derde deel draait het om Politiek als gemeenschap-scheppende opgave. Diederik Boomsma, voorzitter van de CDA-gemeenteraadsfractie in Amsterdam, houdt een warm pleidooi voor het belang van patriottisme. Juist in een tijd waarin mensen ervaren dat het verhaal van wie 'wij' zijn onder druk staat, kan een bescheiden patriottisme een verbindende rol tussen mensen spelen. In een vraaggesprek met CDV gaat Sybrand Buma, CDA-fractievoorzitter en partijleider, nader in op zijn Schoo-lezing en het daaropvolgende debat. Volgens Govert Buijs, bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam en de Erasmus Universiteit Rotterdam, is er behoefte aan een inclusief nationalisme. Hij stelt dat het bij de zoektocht naar een gemeenschappelijk huis behulpzaam is om een 'Dutch Dream' te formuleren. Erik Borgman, hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg, wijst op de risico's van de gerichtheid van het nieuwe kabinet-Rutte op de 'gewone Nederlander'. De samenleving wordt niet gevormd door de gevoelde sociale cohesie, maar de erkenning van de mogelijkheid van een ieder om naar vermogen aan de samenleving bij te dragen. Henk Post, gepromoveerd in de economische wetenschappen, de theologie, de letteren en het recht, houdt ten slotte een pleidooi voor grondwetspatriottisme. Vaderlandsliefde kan volgens hem het beste tot uitdrukking komen in liefde voor het staatsrechtelijk basisdocument van onze constitutionele orde en de daarin opgenomen grondrechten.
Bekijk hier de inhoudsopgave van het winternummer.
Verschijning CDV-winternummer
Begrensde vaderlandsliefde
'Een cultuur gestempeld door het christendom sluit niet uit, maar nodigt juist uit. Tegelijk biedt het een huis, dat ook een thuis is en identiteit verschaft', zo betoogt Sybrand Buma in het nieuwe nummer van Christen Democratische Verkenningen. In een diepte-interview gaat hij nader in op zijn Schoolezing en het debat dat daarop volgde. 'Ik heb me gericht op de zorgen van mensen die zich het slachtoffer voelen van grote veranderingen in ons deel van de wereld, omdat zij op dit moment de loop van onze westerse democratieën in hoge mate bepalen.'
'Ik heb bewust het gevoel beschreven dat veel mensen hebben: "Ik verlies mijn baan aan een immigrant of een Oost-Europeaan." En: "In deze wereld waarin andere culturen op ons afkomen, verliezen we onze identiteit." Dit zijn niet zozeer "boze burgers" die niet zo moeilijk moeten doen, maar "gewone Nederlanders" met vaak terechte zorgen, stelt Buma. Dat betekent niet dat zij de enige gewone Nederlanders zijn, want dit is geen exclusief begrip.
'Volgens Buma is het begrijpen van de zorgen van mensen veel belangrijker dan de politiek denkt. Kijk naar Trump, die mede door de angry white men is gekozen. Kijk naar de brexit, waar de oudere Britten die zich door immigratie verdrukt voelen, de doorslag hebben gegeven. Kijk naar Wilders, Le Pen en het Oekraïnereferendum. Als wij niet beter snappen wat daar de pijn is, zullen we keer op keer dit soort uitslagen krijgen. We kunnen niet vanuit onze ivoren toren zeggen dat Trump- of Wilders-stemmers boze burgers zijn. Als ik ze spreek, blijken ze helemaal geen boze mensen te zijn. Ja, ze zijn misschien op mij boos, maar niet op de mensen om hen heen. Ze voelen zich oprecht verlaten.'
'Op dit moment kenmerkt de samenleving zich door verbrokkeling. We moeten dus weer op zoek naar wat ons bindt. Dat heeft nooit zo erg gespeeld in het verleden. Net als de vs zijn ook wij een immigratiesamenleving geworden. De zuilen zijn weggevallen en er zijn individuen voor in de plaats gekomen. Het is nu aan ons om dat gemeenschappelijke huis, dat er altijd is geweest, weer zichtbaar te maken. Dat kan via symbolen die onze gedeelde geschiedenis verbeelden, aldus Buma. 'Ik zoek daarin geen exclusiviteit, geen Franse grandeur, maar verbondenheid met de identiteit van Nederland. Hier hebben we een vaderland waar we ons thuis voelen en waaraan we samen verder bouwen. Stemmen doen we in Nederland, dus we bepalen hier onze gemeenschappelijke toekomst.'
Begrensde vaderlandsliefde
Het nieuwe nummer van Christen Democratische Verkenningen, het kwartaalblad van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, staat in het teken van Begrensde vaderlandsliefde. Is er, nu Nederlanders een verlies aan gemeenschapszin ervaren, behoefte aan een nieuwe vaderlandsliefde? Biedt het benadrukken van traditie, geschiedenis en cultuur de weg naar een nieuw verbindend samenlevingsideaal? Of leidt dit juist tot een splijtende identiteitspolitiek? Wanneer is vaderlandsliefde 'gezond', en hoe wordt ze 'ongezond'? Wat is de rol van de overheid bij het cultiveren van gemeenschap? Deze brandende kwestie vraagt om een christendemocratische schakel die de liefde voor het eigene opnieuw verbindt met universele noties als menselijke waardigheid en rechtsgelijkheid.
Het CDV-nummer valt in drie delen uiteen. In het eerste deel,Verlangen naar een nationaal thuis, wordt het verlangen naar gemeenschap onderzocht. Er is oog voor de verschillende niveaus waarop dat plaatsvindt en hoe nationale gemeenschapsvorming daarin past. Marin Terpstra, universitair docent sociale en politieke wijsbegeerte aan de Radboud Universiteit Nijmegen, onderzoekt in hoeverre het begrip 'nationale gemeenschap' zinvol is. Hij pleit voor een behoedzame onderlinge afstemming van natuurlijke en kunstmatige gemeenschapsvormen. Richard Steenvoorde, broeder dominicaan, verbonden aan Blackfriars Hall van de Universiteit van Oxford, wijst erop dat de christelijke culturele traditie leert dat de mens in zijn diepste wezen een burger is van twee werelden en zich in het aardse nooit geheel thuis voelt. In zekere zin is de mens altijd ontworteld, maar dat besef behoedt ook voor politieke utopieën ten aanzien van gemeenschapsvorming. Paul Dekker, onderzoeker bij het SCP en hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg, plaatst een aantal kanttekeningen bij het onbehagen van de gewone Nederlander. Volgens hem is er weinig reden voor het beeld van de gewone Nederlanders die alleen maar neergang en bedreiging zien van hun normen en waarden en gemeenschap. En Ger Groot, filosoof en schrijver, betoogt dat de politiek moet schipperen tussen het ideaal van de burger als louter staatsburger en de bijzonderheid van maatschappelijke culturen.
Het tweede deel, Vaderlandsliefde: dilemma's en nuances, onderzoekt wanneer en hoe vaderlandsliefde 'ongezond' dreigt te worden. Voormalig aartsbisschop van Canterbury Rowan Williams waarschuwt dat de zoektocht naar een gemeenschappelijk doel van de samenleving kan omslaan in een zoektocht naar gemeenschappelijke vijanden. Hansko Broeksteeg, universitair hoofddocent staatsrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen, plaatst het CDA-pleidooi voor meer nationaal cultuuronderwijs in een historisch en staatkundig perspectief. Hij wijst erop dat het CDA vanuit het oogpunt van onderwijsvrijheid altijd kritisch is geweest over een al te inhoudelijke invulling van het onderwijs door de politiek. Universitair hoofddocent geschiedfilosofie aan de Universiteit Leiden en bijzonder hoogleraar secularisatiestudies aan de Rijksuniversiteit Groningen Herman Paul noemt Sybrand Buma's normen- en waardenvertoog in relatie tot de Nederlandse identiteit typisch negentiende-eeuws idealisme. Volgens hem laat een echt christendemocratisch geluid concrete sociale praktijken prevaleren boven nationalistische retoriek. Ringo Ossewaarde, universitair hoofddocent sociologie aan de Universiteit van Twente, stelt dat de overheid gevoelens van vaderlandsliefde instrumentaliseert om haar nationale soevereiniteit te bekrachtigen. En Jan Dirk Snel, historicus, laat zien dat Europa best iets van onze liefde toekomt, omdat de Europese Unie heeft bijgedragen aan recht en welvaart. Precies dat waarderen burgers ook in hun vaderland.
In het derde deel draait het om Politiek als gemeenschap-scheppende opgave. Diederik Boomsma, voorzitter van de CDA-gemeenteraadsfractie in Amsterdam, houdt een warm pleidooi voor het belang van patriottisme. Juist in een tijd waarin mensen ervaren dat het verhaal van wie 'wij' zijn onder druk staat, kan een bescheiden patriottisme een verbindende rol tussen mensen spelen. In een vraaggesprek met CDV gaat Sybrand Buma, CDA-fractievoorzitter en partijleider, nader in op zijn Schoo-lezing en het daaropvolgende debat. Volgens Govert Buijs, bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam en de Erasmus Universiteit Rotterdam, is er behoefte aan een inclusief nationalisme. Hij stelt dat het bij de zoektocht naar een gemeenschappelijk huis behulpzaam is om een 'Dutch Dream' te formuleren. Erik Borgman, hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg, wijst op de risico's van de gerichtheid van het nieuwe kabinet-Rutte op de 'gewone Nederlander'. De samenleving wordt niet gevormd door de gevoelde sociale cohesie, maar de erkenning van de mogelijkheid van een ieder om naar vermogen aan de samenleving bij te dragen. Henk Post, gepromoveerd in de economische wetenschappen, de theologie, de letteren en het recht, houdt ten slotte een pleidooi voor grondwetspatriottisme. Vaderlandsliefde kan volgens hem het beste tot uitdrukking komen in liefde voor het staatsrechtelijk basisdocument van onze constitutionele orde en de daarin opgenomen grondrechten.
Bekijk hier de inhoudsopgave van het winternummer.