Lente CDV ‘De autocratische dreiging’ verschenen
De Lente CDV over ‘De autocratische dreiging’ is verschenen, een actueel thema nu een oorlog Europa in zijn greep houdt en er zorgen zijn om ontwikkelingen in Hongarije. In het nummer aandacht voor de vraag hoe democratieën zich tegenover deze dreiging van buitenaf en binnenuit moeten verhouden en wat ze betekent voor het zelfbeeld van de EU. Kunnen we nog wel volhouden dat onze democratische waarden universeel en in recht verankerd zijn, of moeten we realistisch vaststellen dat velen in de wereld er blijkbaar anders over denken?
Auteurs benaderen deze vragen vanuit verschillende invalshoeken. Voormalig CDA-Kamerlid Theo Brinkel stelt dat de nadruk op mensenrechten, zelfbeschikking van landen en de internationale rechtsorde niet voortkomt uit moraliteit die slechts een uitvinding is van westerse landen. Volgens hem gaat het om universele waarden, waaraan iedereen zich in de wereld mag en moet vastklampen. Vasthouden aan de onafhankelijkheid en soevereiniteit van bijvoorbeeld Oekraïne ‘is geen westers moralisme, maar juridische plicht’. Brinkel keert zich tegen aanhangers van de zogeheten realpolitik die vooral naar strategische afwegingen en macht kijken. ‘Als er iets goeds en universeels is overgebleven in het geweld van Russische agressie, dan is dat de krachtige verdedigingsbereidheid van alle mensen die ethische imperatieven of universele waarden overeind willen houden. En dat zijn niet de voorstanders van realpolitik.’ Ook oud-minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin benadrukt de belangrijke rol van de internationale rechtsorde, die zelfs in de Nederlandse Grondwet is verankerd en de Nederlandse overheid dus gehouden is te bevorderen. ‘De Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne is een flagrante schending van het internationale recht en gaat gepaard met internationale misdrijven, op de allereerste plaats het misdrijf van agressie.’
Lees hier het artikel van Theo Brinkel
Simon Polinder stelt in een bijdrage dat het conflict tussen Rusland en Oekraïne gebaat is bij wat hij een ‘moreel-realistische’ benadering noemt. Deze erkent de pluriformiteit van wereldbeelden en machtsaanspraken maar probeert de wereld wel wat rechtvaardiger te maken. Morele verontwaardiging bij het zien van de vele doden en kapotgeschoten steden in Oekraïne is terecht. ‘Als deze morele verontwaardiging echter tot moralisme leidt, het opgestoken vingertje waarmee de ander vermanend wordt toegesproken en bestraft, dan dreigt het gevaar van escalatie en verheviging van het conflict. Een dergelijke houding belemmert een adequate analyse van wat er aan de hand is – wat drijft de ander en wat staat er hier op het spel? – en staat een verstandige reactie in de weg.’
Lees hier het artikel van Simon Polinder
In haar bijdrage stelt Kathleen Ferrier dat de wereld op een historisch kantelpunt staat, nu van de twee rivaliserende waardesystemen het autocratische of autoritaire aan gezag dreigt te winnen ten koste van het liberaal-democratische. Wil het democratische overeind blijven, dan moet het zijn arrogante houding, die blijkt uit zelfgenoegzaamheid en desinteresse voor wat er elders gebeurt, loslaten en hard werken om de eigen waarden te onderhouden. ‘Arrogantie maakt blind voor de kwetsbaarheid van het eigen systeem, waardoor we het ook niet met overtuiging en liefde verdedigen.’ Ook Herman Van Rompuy schrijft in zijn column dat democratische landen bij zichzelf te rade moeten gaan als het gaat om autocratische tendensen in hun midden.
Luuk van Middelaar stelt in een interview dat de lange periode van vrede en welvaart in Europa niet gebaseerd was op de aantrekkelijkheid van recht en waarden alleen, maar dat deze werd geschraagd door de imperiale macht van de VS. ‘Wij hebben daarvan in Europa dankbaar gebruikgemaakt en vonden het zó vanzelfsprekend dat we niet eens doorhadden dat die schragende macht bestond en dat wijzelf ons geen enkel offer voor de vrede hoefden te getroosten.’ Volgens Van Middelaar zal de visie dat mensenrechten universeel zijn weinig indruk maken op Russische en Chinese machthebbers en moeten Nederland en de EU naar buiten toe meer ‘op basis van machtspolitieke overwegingen’ opereren. Om binnen de EU de eenheid te bewaren en autocratische tendensen tegen te gaan, zal aan landen als Polen en Hongarije meer ruimte geboden moeten worden voor eigen visies bijvoorbeeld ten aanzien van het homohuwelijk. Tegelijk moeten er wel scherpe grenzen getrokken worden ten aanzien van persvrijheid, onafhankelijke rechtspraak en een volwaardige rol voor de oppositie, zaken die de rechtsstaat betreffen.
Humanitaire interventie
Volgens Peter Pijpers en Paul Ducheine van de Nederlandse Defensie Academie zijn democratieën vatbaarder voor manipulatie via sociale media door autocraten dan dat autocratieën vatbaar zijn voor manipulatie vanuit democratieën. Autocraten kunnen immers één helder narratief gebruiken, terwijl een democratie juist door haar openheid, transparantie en pluriformiteit een wispelturig karakter lijkt te hebben. In zijn bijdrage gaat Martijn Kitzen in op de vraag, of de humanitaire interventie na de terugtrekking uit Afghanistan nog toekomst heeft. Dit hangt sterk af van het beoogde doel, stelt hij. Grootschalige interventies met als doel een land compleet te hervormen moeten we achter ons laten, maar korte interventies met een concreet doel, zoals het voorkomen van genocide, kunnen wel effect sorteren. Eelke de Jong stelt in zijn bijdrage dat Nederland en de EU door hun eigen kortetermijnpolitiek landen binnen en buiten de EU in de armen van autocratische regimes kunnen duwen; Evert van der Zweerde analyseert dat de tegenstelling tussen autocratieën en democratieën niet altijd even scherp getrokken kunnen worden, mede omdat de laatste ook autocratische tendensen hebben. Eric Janse de Jonge geeft in dit verband een schets van de democratie in de VS, die onder Trump ernstig te lijden heeft gehad en nog lang niet uit de gevarenzone is.
Gemeenteraadsverkiezingen
In Dwars een debat over het verbod op ‘homogenezing’, dat volgens Jan Willem Sap een goed idee is, maar volgens Hansko Broeksteeg te veel de kerkelijke autonomie raakt. Ook een interview met Pieter Heerma over de coöperatieve samenleving. ‘De coöperatieve burger is de keerzijde van de boze burger’, stelt hij. ‘De schreeuw om frustratie is tegelijkertijd een roep om gemeenschapszin’ en deze gemeenschapszin is ‘het medicijn tegen het afhaken van mensen in de politiek’. Rob Donker en Marijke Flamman van de Nationale Coöperatieve Raad (NCR) stellen in een artikel echter dat het initiatief van oud-staatssecretaris Mona Keijzer omtrent de maatschappelijke onderneming (BVm) niet te rijmen is met de warme woorden van het CDA over de waarde van coöperaties.
Verder een bijdrage van Eddy van Hijum die naar aanleiding van voorstellen van de nieuwe Duitse regering stelt dat het CDA geen steun moet geven aan de federalisering van de EU. ‘In een federaal Europa begrenzen niet langer de nationale parlementen de speelruimte van de Europese macht’.
Geerten Boogaard analyseert de uitslag gemeenteraadsverkiezingen en focust daarbij op het CDA. CDA-afdelingen die het electoraal goed deden combineerden een herkenbaar ideologisch profiel met een in de wijk verankerde ombudspolitiek. Maar waarschijnlijk is bij slecht scorende afdelingen het omgekeerde het geval. ‘Dan heeft het CDA als brede middenpartij een te zwak profiel voor de landelijk denkende kiezer en een te ideologisch profiel voor de lokaal georiënteerde kiezer.’