CDV lentenummer: Het appel op de vitale samenleving
Bestuurders en politici doen in toenemende mate een beroep op de verantwoordelijkheid van burgers. Dat blijkt wel uit de groeiende populariteit van termen als ‘burgerkracht’, ‘burgerparticipatie’ en ‘eigen verantwoordelijkheid’. Wat wil het precies zeggen dat de politiek, en het CDA in het bijzonder, een appel wil doen op ‘de verantwoordelijke samenleving’? Dat is de hoofdvraag voor het nieuwe CDV-lentenummer, met als titel Het appel op de vitale samenleving, dat vandaag verschijnt. Is ‘de burger’ niet vooral een instrument geworden om de hervorming van de verzorgingsstaat op zich te nemen, om noodzakelijke bezuinigingen op te vangen? Wordt daarmee wel recht gedaan aan de mens als vrij en creatief persoon?
Het verstomde appel
De CDV-bundel, onder redactie van Pieter Jan Dijkman, Wim van de Donk en Rien Fraanje, valt in drie delen uiteen. In het eerste deel, ‘Het verstomde appel’, gaat het over de implicaties van het appel en hoe het komt dat het beroep op burgerschap door politieke partijen, met het CDA voorop, zo weinig weerklank lijkt te vinden. Filosoof Jacques de Visscher wijst erop dat een christelijk appel vraagt dat niet machtsstrategieën, maar toewijding en ‘zorg dragen’ centraal staan. Paul Frissen, hoogleraar Bestuurskunde, betoogt dat de politiek maatschappelijke organisaties en burgers vooral ziet als uitvoeringsorganisaties van politiek gedefinieerde taken. Roel Kuiper, voorzitter van de Parlementaire Onderzoekscommissie Privatisering/ Verzelfstandiging Overheidsdiensten, stelt dat de Nederlandse overheid verzuimd heeft te omschrijven wat ‘publieke belangen’ zijn. Zonder een ‘overkoepelende visie’ ging ze het pad van privatisering en verzelfstandiging op. Sterker nog, ze is zelf in de greep gekomen van de dominante logica van een versmalde economische rationaliteit: de ‘ideologie van de markt’. Onderzoekers Evelien Tonkens en Imrat Verhoeven hebben vergelijkend onderzoek gedaan naar het eigenverantwoordelijkheidsvertoog van de Nederlandse overheid. In vergelijking met Engeland en Zweden roept het beroep op de burger door de Nederlandse overheid vooral negatieve gevoelens op: wij hebben ons slechte burgers betoond, omdat we onze publieke plichten onvoldoende zijn nagekomen.
Het probleem is niet dat de samenleving niet vitaal is. Integendeel, er is sprake van een bloei van allerlei goede, kleinschalige burgerinitiatieven van onderop. Jos de Blok (Buurtzorg Nederland), Fred Beekers (Resto VanHarte), Jan Slagter (Ouderenomroep MAX) en Hans van Putten (Thomashuizen) laten het in dit CDV-nummer zien. Het probleem is dat bestuurders deze passie nogal eens als een last ervaren, zo blijkt.
De vitale samenleving
Het tweede deel van deze CDV gaat over ‘de vitale samenleving’ en de vraag hoe politici en beleidsmakers wel nieuwe verbindingen met de bevlogen burgers van nu kunnen leggen. Paul Dekker van het Sociaal en Cultureel Planbureau toont aan dat, in weerwil van grote bezorgdheid over de vermeende toename van egoïsme en onverschilligheid, het sociale en politieke engagement hoog is in Nederland. Hij waarschuwt dat van het hameren op meer eigen verantwoordelijkheid geen grotere participatie te verwachten valt. Bestuurskundig onderzoeker Ted van de Wijdeven en Annemarth Idenburg, wetenschappelijk medewerker verbonden aan de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, geven beleidsmakers praktische tips, zoals ‘vergroot de alledaagse invloed van burgers’ en ‘bouw steunpilaren’. Willem van Leeuwen, fellow van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, gaat in op de positie en legitimiteit van de maatschappelijke onderneming. Volgens hem heeft het CDA de afgelopen vijftien jaar wisselend instrumenten gehanteerd uit de gereedschapskist van de staat of de markt en ontbrak een samenhangende samenlevingsvisie.
Vermaatschappelijking van de politiek
In het derde deel staat de ‘vermaatschappelijking van de politiek’ centraal. Hoe kan de christendemocratische politiek opnieuw een verbond aangaan met de vitale samenleving? Politiek en bestuur zullen een nieuwe houding moeten gaan aannemen nu er steeds meer initiatieven van mensen zelf komen, die buiten de overheid en het klassieke middenveld om gaan. ‘De politiek’ zou niet meer zozeer opgevat moeten worden als de vormgever van de samenleving, maar veeleer als verlengstuk van de maatschappij: ze zou als het ware een nieuw verbond kunnen aangaan met alle mensen van goede wil en op een creatieve manier kunnen meebewegen met de vele goede initiatieven. Dat betekent dat de autonomie van de burgerlijke sfeer ten volle erkend en gerespecteerd zou moeten worden. Theoloog Erik Borgman pleit in dat verband voor een heruitvinding van het subsidiariteitsbeginsel: dat beginsel valt niet samen met het sterk gejuridificeerde begrip dat men ervan heeft, maar gaat in eerste instantie over de vraag hoe burgers grip kunnen houden op hun eigen situatie. Phillip Blond, politiek filosoof en voormalig adviseur van de Britse premier Cameron, onderbouwt in een interview zijn Big Society-vertoog en zijn radicale keuze voor ‘minder staat en meer samenleving’. Volgens Albert Jan Kruiter, onderzoeker en medeoprichter van het Instituut voor Publieke Waarden, moeten we niet ethiek en moraal, maar belang centraal stellen in een appel op de samenleving. En Ralf Güldenzopf van de Konrad Adenauer Stiftung in Duitsland en Hans Janssens, hoofd communicatie van het CDA, stellen dat een volkspartij, die het CDA wil zijn, alleen toekomst heeft als zij een open platform biedt voor alle ideeën en oplossingen van buiten.
***
In het CDV-katern Actualiteit, ten slotte, gaan oud-CDA-voorzitter Marnix van Rij en oud-minister van Defensie Hans Hillen in op de stelling ‘Het CDA moet te allen tijde constructief oppositievoeren’. Van Rij betoogt dat het CDA uitsluitend aan geloofwaardigheid wint als het zijn oppositierol constructief en kritisch invult. Hillen stelt dat het opkomen voor de belangen van specifieke groepen kiezers – ouderen, jonge gezinnen en kleine ondernemers – een helderder agenda geeft. Verder schrijft Jan de Vries, oud-CDA-Tweede Kamerlid en directeur van MEE Nederland, over de noodzakelijke hervormingen in de zorg en stelt Raymond Gradus, directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, dat de verstatelijking onder het kabinet van VVD en PvdA voortschrijdt.
Pieter Jan Dijkman, Wim van de Donk & Rien Fraanje (red.), Het appel op de vitale samenleving, Christen Democratische Verkenningen, lente 2013, Amsterdam: Uitgeverij Boom, pp. 176.
Bekijk hier de inhoudsopgave.
Wilt u een los nummer bestellen?
Neem dan contact op met de abonnementenadministratie,
tel.: 0522-237555, e-mail: [email protected].
Vanaf € 66,90 kunt al abonnee worden van CDV. Meer informatie over een abonnement is hier te vinden.
Bestuurders en politici doen in toenemende mate een beroep op de verantwoordelijkheid van burgers. Dat blijkt wel uit de groeiende populariteit van termen als ‘burgerkracht’, ‘burgerparticipatie’ en ‘eigen verantwoordelijkheid’. Wat wil het precies zeggen dat de politiek, en het CDA in het bijzonder, een appel wil doen op ‘de verantwoordelijke samenleving’? Dat is de hoofdvraag voor het nieuwe CDV-lentenummer, met als titel Het appel op de vitale samenleving, dat vandaag verschijnt. Is ‘de burger’ niet vooral een instrument geworden om de hervorming van de verzorgingsstaat op zich te nemen, om noodzakelijke bezuinigingen op te vangen? Wordt daarmee wel recht gedaan aan de mens als vrij en creatief persoon?
Het verstomde appel
De CDV-bundel, onder redactie van Pieter Jan Dijkman, Wim van de Donk en Rien Fraanje, valt in drie delen uiteen. In het eerste deel, ‘Het verstomde appel’, gaat het over de implicaties van het appel en hoe het komt dat het beroep op burgerschap door politieke partijen, met het CDA voorop, zo weinig weerklank lijkt te vinden. Filosoof Jacques de Visscher wijst erop dat een christelijk appel vraagt dat niet machtsstrategieën, maar toewijding en ‘zorg dragen’ centraal staan. Paul Frissen, hoogleraar Bestuurskunde, betoogt dat de politiek maatschappelijke organisaties en burgers vooral ziet als uitvoeringsorganisaties van politiek gedefinieerde taken. Roel Kuiper, voorzitter van de Parlementaire Onderzoekscommissie Privatisering/ Verzelfstandiging Overheidsdiensten, stelt dat de Nederlandse overheid verzuimd heeft te omschrijven wat ‘publieke belangen’ zijn. Zonder een ‘overkoepelende visie’ ging ze het pad van privatisering en verzelfstandiging op. Sterker nog, ze is zelf in de greep gekomen van de dominante logica van een versmalde economische rationaliteit: de ‘ideologie van de markt’. Onderzoekers Evelien Tonkens en Imrat Verhoeven hebben vergelijkend onderzoek gedaan naar het eigenverantwoordelijkheidsvertoog van de Nederlandse overheid. In vergelijking met Engeland en Zweden roept het beroep op de burger door de Nederlandse overheid vooral negatieve gevoelens op: wij hebben ons slechte burgers betoond, omdat we onze publieke plichten onvoldoende zijn nagekomen.
Het probleem is niet dat de samenleving niet vitaal is. Integendeel, er is sprake van een bloei van allerlei goede, kleinschalige burgerinitiatieven van onderop. Jos de Blok (Buurtzorg Nederland), Fred Beekers (Resto VanHarte), Jan Slagter (Ouderenomroep MAX) en Hans van Putten (Thomashuizen) laten het in dit CDV-nummer zien. Het probleem is dat bestuurders deze passie nogal eens als een last ervaren, zo blijkt.
De vitale samenleving
Het tweede deel van deze CDV gaat over ‘de vitale samenleving’ en de vraag hoe politici en beleidsmakers wel nieuwe verbindingen met de bevlogen burgers van nu kunnen leggen. Paul Dekker van het Sociaal en Cultureel Planbureau toont aan dat, in weerwil van grote bezorgdheid over de vermeende toename van egoïsme en onverschilligheid, het sociale en politieke engagement hoog is in Nederland. Hij waarschuwt dat van het hameren op meer eigen verantwoordelijkheid geen grotere participatie te verwachten valt. Bestuurskundig onderzoeker Ted van de Wijdeven en Annemarth Idenburg, wetenschappelijk medewerker verbonden aan de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, geven beleidsmakers praktische tips, zoals ‘vergroot de alledaagse invloed van burgers’ en ‘bouw steunpilaren’. Willem van Leeuwen, fellow van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, gaat in op de positie en legitimiteit van de maatschappelijke onderneming. Volgens hem heeft het CDA de afgelopen vijftien jaar wisselend instrumenten gehanteerd uit de gereedschapskist van de staat of de markt en ontbrak een samenhangende samenlevingsvisie.
Vermaatschappelijking van de politiek
In het derde deel staat de ‘vermaatschappelijking van de politiek’ centraal. Hoe kan de christendemocratische politiek opnieuw een verbond aangaan met de vitale samenleving? Politiek en bestuur zullen een nieuwe houding moeten gaan aannemen nu er steeds meer initiatieven van mensen zelf komen, die buiten de overheid en het klassieke middenveld om gaan. ‘De politiek’ zou niet meer zozeer opgevat moeten worden als de vormgever van de samenleving, maar veeleer als verlengstuk van de maatschappij: ze zou als het ware een nieuw verbond kunnen aangaan met alle mensen van goede wil en op een creatieve manier kunnen meebewegen met de vele goede initiatieven. Dat betekent dat de autonomie van de burgerlijke sfeer ten volle erkend en gerespecteerd zou moeten worden. Theoloog Erik Borgman pleit in dat verband voor een heruitvinding van het subsidiariteitsbeginsel: dat beginsel valt niet samen met het sterk gejuridificeerde begrip dat men ervan heeft, maar gaat in eerste instantie over de vraag hoe burgers grip kunnen houden op hun eigen situatie. Phillip Blond, politiek filosoof en voormalig adviseur van de Britse premier Cameron, onderbouwt in een interview zijn Big Society-vertoog en zijn radicale keuze voor ‘minder staat en meer samenleving’. Volgens Albert Jan Kruiter, onderzoeker en medeoprichter van het Instituut voor Publieke Waarden, moeten we niet ethiek en moraal, maar belang centraal stellen in een appel op de samenleving. En Ralf Güldenzopf van de Konrad Adenauer Stiftung in Duitsland en Hans Janssens, hoofd communicatie van het CDA, stellen dat een volkspartij, die het CDA wil zijn, alleen toekomst heeft als zij een open platform biedt voor alle ideeën en oplossingen van buiten.
***
In het CDV-katern Actualiteit, ten slotte, gaan oud-CDA-voorzitter Marnix van Rij en oud-minister van Defensie Hans Hillen in op de stelling ‘Het CDA moet te allen tijde constructief oppositievoeren’. Van Rij betoogt dat het CDA uitsluitend aan geloofwaardigheid wint als het zijn oppositierol constructief en kritisch invult. Hillen stelt dat het opkomen voor de belangen van specifieke groepen kiezers – ouderen, jonge gezinnen en kleine ondernemers – een helderder agenda geeft. Verder schrijft Jan de Vries, oud-CDA-Tweede Kamerlid en directeur van MEE Nederland, over de noodzakelijke hervormingen in de zorg en stelt Raymond Gradus, directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, dat de verstatelijking onder het kabinet van VVD en PvdA voortschrijdt.
Pieter Jan Dijkman, Wim van de Donk & Rien Fraanje (red.), Het appel op de vitale samenleving, Christen Democratische Verkenningen, lente 2013, Amsterdam: Uitgeverij Boom, pp. 176.
Bekijk hier de inhoudsopgave.
Wilt u een los nummer bestellen?
Neem dan contact op met de abonnementenadministratie,
tel.: 0522-237555, e-mail: [email protected].
Vanaf € 66,90 kunt al abonnee worden van CDV. Meer informatie over een abonnement is hier te vinden.