13 oktober 2016

‘Investeer meer in technologisch burgerschap’

Verschijning CDV-herfstnummer Burgerschap in een technodemocratie

Het toenemend gebruik van sociale media door burgers en politieke partijen heeft verregaande consequenties voor het publieke domein en de democratie. Zo kunnen groepen burgers zichzelf makkelijker als tegenmacht tegenover de overheid organiseren en verandert de verhouding tussen overheid en burgers. Het democratisch systeem en het onderwijs zijn nog niet voldoende toegerust om invulling te geven aan de omgang met technologie. Het is dan ook nodig om meer te investeren in de ontwikkeling van technologisch burgerschap, zo betoogt Rinie van Est van het Rathenau Instituut in het nieuwe nummer van Christen Democratische Verkenningen dat vandaag verschijnt.

In de technologische cultuur waarin we leven, staat of valt de democratie met actief technologisch burgerschap. ‘Technologisch burgerschap is dé democratische uitdaging van de eenentwintigste eeuw’, stelt Van Est in Christen Democratische Verkenningen (CDV). ‘Aangezien de staat de hoeder is van de democratische rechtsstaat is er voor de overheid een grote rol weggelegd om actief burgerschap met betrekking tot technologie mogelijk te maken.’

Burgerschap verwijst naar het democratisch opeisen, het vastleggen en het implementeren van rechten en plichten. Met betrekking tot technologie is elk van die drie processen op dit moment gemankeerd, aldus Van Est. ‘Onze huidige politiek-bestuurlijke instituties stellen burgers niet in staat optimaal te profiteren van de zegeningen van technologie en slagen er niet in hen adequaat te beschermen tegen de korte- en langetermijnrisico’s daarvan. En in onze hightechsamenleving is technologisch burgerschap nog een lege huls die gevuld dient te worden.’

De onderzoeker bij het Rathenau Instituut vindt dat er meer aandacht in het onderwijs moet komen voor mediawijsheid. In het huidige curriculum is slechts sporadisch aandacht voor de omgang met internet en sociale media. Van Est: ‘Om jonge mensen voor te bereiden op een leven in een digitale economie en samenleving, dient de overheid ervoor te zorgen dat digitale vaardigheden een prominente plaats krijgen in het lager en middelbaar onderwijs.’

Het nieuwe nummer van Christen Democratische Verkenningen, het kwartaalblad van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, staat in het teken van Burgerschap in een technodemocratie. De zogenoemde informatie- en communicatierevolutie heeft ons mens-zijn en ons samenleven ingrijpend veranderd. Mens en technologie raken steeds inniger met elkaar verweven: de computer is in de vorm van een smartphone vastgekleefd geraakt aan ons lijf. De hoofdvraag van deze CDV-bundel luidt: op welke manier structureert de informatie- en communicatietechnologie de publieke ruimte en welk technologisch burgerschap hoort daarbij? 

Grensvervagingen: mens, techniek en ethiek

Het CDV-nummer valt in drie delen uiteen. In het eerste deel, ‘Grensvervagingen: mens, techniek en ethiek’, worden de ethische dilemma’s onderzocht die de zogeheten intiem-technologische revolutie met zich meebrengt. René Munnik, universitair docent aan de Tilburg University en bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Twente, reikt een historisch perspectief aan en stelt dat we altijd al technologische wezens zijn geweest en dat de technologie het christelijke en humanistische mensbeeld diepgaand heeft beïnvloed. Ciano Aydin, onderwijsdirecteur ‘Philosophy of science, technology and society’ aan de Universiteit Twente, gaat in op het ethische denkkader en onze verhouding met technologie. En de Maastrichtse hoogleraar Tsjalling Swierstra laat zien waarom het van belang is om de ‘zachte’ gevolgen van technologie onderdeel te laten zijn van collectieve menings- en besluitvorming.


Technologisering van het publieke domein

Het tweede deel, ‘Technologisering van het publieke domein’, staat in het teken van de vraag hoe de publieke ruimte verandert door de informatie- en communicatietechnologie. Volgens filosoof Hans Schnitzler draagt de komst van de digitale heilstaat de belofte in zich onze democratie om te toveren tot een technocratie, met een dikke datanevel en pientere machientjes ter vervanging van onze geestelijke vermogens. Frank Hendriks, hoogleraar bestuurskunde aan de Tilburg University, gaat in op de onvermijdelijke opmars van referenda in de technocultureel gedreven ‘stemmingendemocratie’. Universitair docent aan de Universiteit Leiden Esther Keymolen wijst op het ontstaan van publiek-private machtsconstellaties bij de online gemeenschappen in de zogeheten deeleconomie, zoals Airbnb, Peerby en Uber; ‘geen gemeenschap zonder bedrijf en geen bedrijf zonder gemeenschap’. Bestuurskundige Arthur Edwards laat zien dat sociale media het makkelijker maken voor burgers om zich als tegenmacht tegenover de politiek en instituties te organiseren. En de Nijmeegse onderzoekers Niels Spierings en Kristof Jacobs reflecteren op het socialemediagebruik door Nederlandse politici.


Het belang van technologisch burgerschap

In het derde deel staat ‘Het belang van technologisch burgerschap’ centraal. Huub Dijstelbloem, hoogleraar filosofie van wetenschap en politiek aan de Universiteit van Amsterdam en senior onderzoeker bij de WRR, is niet optimistisch over de kansen voor meepratende burgers bij de ontwikkeling van technologie. Afzijdige burgers zijn de resultante van een inkrimpende sfeer van publieksvorming. Het laatste redmiddel dat hun ten dienste staat is een argwanend oog, zo betoogt hij. Iris Korthagen en Ira van Keulen, onderzoekers bij het Rathenau Instituut, maken inzichtelijk hoe ict allerlei vormen van burgerbetrokkenheid kan versterken. Jan van Dijk, hoogleraar communicatiewetenschap en sociologie van de informatiesamenleving aan de Universiteit Twente, tekent daarbij aan dat politici wel de digitale kloof onder ogen dienen te zien; nagenoeg iedereen heeft internet, maar de ongelijkheid op het gebied van digitale vaardigheden, gebruik en profijt van digitale media neemt alleen maar toe.

Geerten Boogaard, Pieter Jan Dijkman, René Munnik en Martijntje Smits (red.), Burgerschap in een technodemocratie. Christen Democratische Verkenningen, herfst 2016, Amsterdam: Uitgeverij Boom, pp. 164. Hieronder treft u een pdf-bestand van de inhoudsopgave aan. Meer informatie over een abonnement of bestellen van een los nummer vindt u hier.

Verschijning CDV-herfstnummer Burgerschap in een technodemocratie

Het toenemend gebruik van sociale media door burgers en politieke partijen heeft verregaande consequenties voor het publieke domein en de democratie. Zo kunnen groepen burgers zichzelf makkelijker als tegenmacht tegenover de overheid organiseren en verandert de verhouding tussen overheid en burgers. Het democratisch systeem en het onderwijs zijn nog niet voldoende toegerust om invulling te geven aan de omgang met technologie. Het is dan ook nodig om meer te investeren in de ontwikkeling van technologisch burgerschap, zo betoogt Rinie van Est van het Rathenau Instituut in het nieuwe nummer van Christen Democratische Verkenningen dat vandaag verschijnt.

In de technologische cultuur waarin we leven, staat of valt de democratie met actief technologisch burgerschap. ‘Technologisch burgerschap is dé democratische uitdaging van de eenentwintigste eeuw’, stelt Van Est in Christen Democratische Verkenningen (CDV). ‘Aangezien de staat de hoeder is van de democratische rechtsstaat is er voor de overheid een grote rol weggelegd om actief burgerschap met betrekking tot technologie mogelijk te maken.’

Burgerschap verwijst naar het democratisch opeisen, het vastleggen en het implementeren van rechten en plichten. Met betrekking tot technologie is elk van die drie processen op dit moment gemankeerd, aldus Van Est. ‘Onze huidige politiek-bestuurlijke instituties stellen burgers niet in staat optimaal te profiteren van de zegeningen van technologie en slagen er niet in hen adequaat te beschermen tegen de korte- en langetermijnrisico’s daarvan. En in onze hightechsamenleving is technologisch burgerschap nog een lege huls die gevuld dient te worden.’

De onderzoeker bij het Rathenau Instituut vindt dat er meer aandacht in het onderwijs moet komen voor mediawijsheid. In het huidige curriculum is slechts sporadisch aandacht voor de omgang met internet en sociale media. Van Est: ‘Om jonge mensen voor te bereiden op een leven in een digitale economie en samenleving, dient de overheid ervoor te zorgen dat digitale vaardigheden een prominente plaats krijgen in het lager en middelbaar onderwijs.’

Het nieuwe nummer van Christen Democratische Verkenningen, het kwartaalblad van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, staat in het teken van Burgerschap in een technodemocratie. De zogenoemde informatie- en communicatierevolutie heeft ons mens-zijn en ons samenleven ingrijpend veranderd. Mens en technologie raken steeds inniger met elkaar verweven: de computer is in de vorm van een smartphone vastgekleefd geraakt aan ons lijf. De hoofdvraag van deze CDV-bundel luidt: op welke manier structureert de informatie- en communicatietechnologie de publieke ruimte en welk technologisch burgerschap hoort daarbij? 

Grensvervagingen: mens, techniek en ethiek

Het CDV-nummer valt in drie delen uiteen. In het eerste deel, ‘Grensvervagingen: mens, techniek en ethiek’, worden de ethische dilemma’s onderzocht die de zogeheten intiem-technologische revolutie met zich meebrengt. René Munnik, universitair docent aan de Tilburg University en bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Twente, reikt een historisch perspectief aan en stelt dat we altijd al technologische wezens zijn geweest en dat de technologie het christelijke en humanistische mensbeeld diepgaand heeft beïnvloed. Ciano Aydin, onderwijsdirecteur ‘Philosophy of science, technology and society’ aan de Universiteit Twente, gaat in op het ethische denkkader en onze verhouding met technologie. En de Maastrichtse hoogleraar Tsjalling Swierstra laat zien waarom het van belang is om de ‘zachte’ gevolgen van technologie onderdeel te laten zijn van collectieve menings- en besluitvorming.


Technologisering van het publieke domein

Het tweede deel, ‘Technologisering van het publieke domein’, staat in het teken van de vraag hoe de publieke ruimte verandert door de informatie- en communicatietechnologie. Volgens filosoof Hans Schnitzler draagt de komst van de digitale heilstaat de belofte in zich onze democratie om te toveren tot een technocratie, met een dikke datanevel en pientere machientjes ter vervanging van onze geestelijke vermogens. Frank Hendriks, hoogleraar bestuurskunde aan de Tilburg University, gaat in op de onvermijdelijke opmars van referenda in de technocultureel gedreven ‘stemmingendemocratie’. Universitair docent aan de Universiteit Leiden Esther Keymolen wijst op het ontstaan van publiek-private machtsconstellaties bij de online gemeenschappen in de zogeheten deeleconomie, zoals Airbnb, Peerby en Uber; ‘geen gemeenschap zonder bedrijf en geen bedrijf zonder gemeenschap’. Bestuurskundige Arthur Edwards laat zien dat sociale media het makkelijker maken voor burgers om zich als tegenmacht tegenover de politiek en instituties te organiseren. En de Nijmeegse onderzoekers Niels Spierings en Kristof Jacobs reflecteren op het socialemediagebruik door Nederlandse politici.


Het belang van technologisch burgerschap

In het derde deel staat ‘Het belang van technologisch burgerschap’ centraal. Huub Dijstelbloem, hoogleraar filosofie van wetenschap en politiek aan de Universiteit van Amsterdam en senior onderzoeker bij de WRR, is niet optimistisch over de kansen voor meepratende burgers bij de ontwikkeling van technologie. Afzijdige burgers zijn de resultante van een inkrimpende sfeer van publieksvorming. Het laatste redmiddel dat hun ten dienste staat is een argwanend oog, zo betoogt hij. Iris Korthagen en Ira van Keulen, onderzoekers bij het Rathenau Instituut, maken inzichtelijk hoe ict allerlei vormen van burgerbetrokkenheid kan versterken. Jan van Dijk, hoogleraar communicatiewetenschap en sociologie van de informatiesamenleving aan de Universiteit Twente, tekent daarbij aan dat politici wel de digitale kloof onder ogen dienen te zien; nagenoeg iedereen heeft internet, maar de ongelijkheid op het gebied van digitale vaardigheden, gebruik en profijt van digitale media neemt alleen maar toe.

Geerten Boogaard, Pieter Jan Dijkman, René Munnik en Martijntje Smits (red.), Burgerschap in een technodemocratie. Christen Democratische Verkenningen, herfst 2016, Amsterdam: Uitgeverij Boom, pp. 164. Hieronder treft u een pdf-bestand van de inhoudsopgave aan. Meer informatie over een abonnement of bestellen van een los nummer vindt u hier.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.