Rapport 'Lang leve het verschil, weg met de fragmentatie' gepresenteerd
Download hier het rapport. Het rapport is ook te bestellen voor 10 euro. Mail uw naam en adres naar [email protected] en vermeld tevens welk rapport u wilt bestellen.
De sociaal-economische uitholling en politieke versplintering van de middengroepen ondermijnt de sociale cohesie in onze samenleving. De verbetering van de positie van mensen met middeninkomens en middelbare opleidingen moet een speerpunt voor het CDA zijn. Dat stelt het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA in het nieuwe rapport ‘Lang leve het verschil, weg met de fragmentatie’.
De middengroepen hebben sinds 2008 meer dan anderen de klappen van de economische crisis opgevangen in de vorm van stevige lastenverzwaringen, terwijl hun inkomen er al die jaren niet op vooruitging. Bovendien zijn het vooral de banen van middelbaar opgeleiden die nu in het gedrang dreigen te komen als gevolg van voortschrijdende robotisering en automatisering.
De denktank van het CDA luidt de noodklok. “Een stevige middengroep vormt het cement van de samenleving”, aldus Rien Fraanje, auteur van het rapport en waarnemend directeur van het Wetenschappelijk Instituut. “Zij kan een stabiliserende en samenbindende rol spelen. Maar mensen uit de middengroepen zien de afgelopen jaren de bedreigingen van meer kanten tegelijk op zich af komen. Nu het economisch wat beter lijkt te gaan, moet de politiek pal voor hen gaan staan. Bij de aankomende hervorming van het belastingstelsel dient de verbetering van hun positie hoogste prioriteit te krijgen.”
De studie laat zien dat in Nederland de maatschappelijke tegenstellingen toenemen. Hoogopgeleide mensen met een breed netwerk in politiek en bedrijfsleven blijken veel politieke invloed en meer kansen op een goede baan te hebben en minder kans om ontslagen en werkloos te worden. Bovendien leven zij gemiddeld zes jaar langer en bijna twintig jaar langer in goede gezondheid. De verschillen zijn zo groot dat het Wetenschappelijk Instituut in navolging van één van zijn politieke voorvaderen Abraham Kuyper eind negentiende eeuw durft te spreken van “een nieuwe sociale kwestie”.
Naast de benarde positie van het midden en de groeiende maatschappelijke tegenstellingen, wijst het Wetenschappelijk Instituut ook op de hedendaagse moeizame omgang met verschillen tussen mensen als verklaring voor de afname van de sociale cohesie. Fraanje: “Verschillen tussen mensen in bijvoorbeeld kennis, ambitie en vaardigheden maken een samenleving sterk en creatief. Maar in veel Westerse samenlevingen is de hogeropgeleide mens de maat van alle dingen geworden. Het Nederlandse streven naar een kenniseconomie is daar een goed voorbeeld van. Maar een succesvolle en prettige samenleving heeft niets aan mensen die op elkaar lijken en heeft juist mensen met verschillende talenten nodig. Niet één type mens moet de norm zijn, maar juist de mens in al zijn verscheidenheid.”
Download hier het rapport. Het rapport is ook te bestellen voor 10 euro. Mail uw naam en adres naar [email protected] en vermeld tevens welk rapport u wilt bestellen.
De sociaal-economische uitholling en politieke versplintering van de middengroepen ondermijnt de sociale cohesie in onze samenleving. De verbetering van de positie van mensen met middeninkomens en middelbare opleidingen moet een speerpunt voor het CDA zijn. Dat stelt het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA in het nieuwe rapport ‘Lang leve het verschil, weg met de fragmentatie’.
De middengroepen hebben sinds 2008 meer dan anderen de klappen van de economische crisis opgevangen in de vorm van stevige lastenverzwaringen, terwijl hun inkomen er al die jaren niet op vooruitging. Bovendien zijn het vooral de banen van middelbaar opgeleiden die nu in het gedrang dreigen te komen als gevolg van voortschrijdende robotisering en automatisering.
De denktank van het CDA luidt de noodklok. “Een stevige middengroep vormt het cement van de samenleving”, aldus Rien Fraanje, auteur van het rapport en waarnemend directeur van het Wetenschappelijk Instituut. “Zij kan een stabiliserende en samenbindende rol spelen. Maar mensen uit de middengroepen zien de afgelopen jaren de bedreigingen van meer kanten tegelijk op zich af komen. Nu het economisch wat beter lijkt te gaan, moet de politiek pal voor hen gaan staan. Bij de aankomende hervorming van het belastingstelsel dient de verbetering van hun positie hoogste prioriteit te krijgen.”
De studie laat zien dat in Nederland de maatschappelijke tegenstellingen toenemen. Hoogopgeleide mensen met een breed netwerk in politiek en bedrijfsleven blijken veel politieke invloed en meer kansen op een goede baan te hebben en minder kans om ontslagen en werkloos te worden. Bovendien leven zij gemiddeld zes jaar langer en bijna twintig jaar langer in goede gezondheid. De verschillen zijn zo groot dat het Wetenschappelijk Instituut in navolging van één van zijn politieke voorvaderen Abraham Kuyper eind negentiende eeuw durft te spreken van “een nieuwe sociale kwestie”.
Naast de benarde positie van het midden en de groeiende maatschappelijke tegenstellingen, wijst het Wetenschappelijk Instituut ook op de hedendaagse moeizame omgang met verschillen tussen mensen als verklaring voor de afname van de sociale cohesie. Fraanje: “Verschillen tussen mensen in bijvoorbeeld kennis, ambitie en vaardigheden maken een samenleving sterk en creatief. Maar in veel Westerse samenlevingen is de hogeropgeleide mens de maat van alle dingen geworden. Het Nederlandse streven naar een kenniseconomie is daar een goed voorbeeld van. Maar een succesvolle en prettige samenleving heeft niets aan mensen die op elkaar lijken en heeft juist mensen met verschillende talenten nodig. Niet één type mens moet de norm zijn, maar juist de mens in al zijn verscheidenheid.”