14 juni 2017

Een avond in en over onze (Europese) Metropool

Verslag debatavond werkgroep Europa en Internationale Betrekkingen (Cie Buitenland)

'Welke rol moet Europa spelen ten opzichte van grootstedelijke gebieden?' De Europese Agenda Stad (Urban Agenda) was het centrale thema van de debatavond op 1 juni jongstleden. De avond was georganiseerd rond de Dag van Europa, en voorbereid door de Werkgroep Europa en Internationale Betrekkingen van de Commissie Buitenland Zuid-Holland.

Het panel bestaande uit zeer ervaren experts - Mart Grisel, directeur European Urban Knowledge Network, Paulette Verbist, vicevoorzitter Gebiedscommissie Kralingen-Crooswijk en onze eigen Wim van de Camp - bood een interessante mix van academische, politieke en sociale standpunten. Een keur aan onderwerpen kwam aan de orde, van de Meerjarenbegroting van de Europese Unie en polycentrische agglomeraties (metropoolregio’s) tot het sluiten van het lokale zwembad.

Een korte impressie
De lokale inkleuring van de avond kwam van Paulette Verbist. Als armste wijk van Nederland kent Crooswijk veel uitdagingen. Armoede, werkloosheid en slechte gezondheid gaan er veelal hand in hand. Een grote opgave, waar soms de systeemwereld leidend lijkt… Zo wordt bijvoorbeeld het welzijnswerk in Rotterdam iedere twee jaar Europees aanbesteed. Dit maakt het er voor de verzorgers niet makkelijker op om een goede band op te bouwen met de wijkbevolking.

Volgens Mart Grisel laat dit goed zien waarom het nodig is dat steden meer directe invloed krijgen op Europees beleid. Daarmee kunnen soortgelijke situaties in de toekomst worden voorkomen. Nu is het nog relatief nieuw dat naast lidstaten óók steden samenwerken met Brussel. De basis hiertoe is gelegd met de Urban Agenda, maar zal in de toekomst verder moeten worden uitgebreid. Specifiek genoemd werden meer toegang tot financiële middelen, meer focus op de stad en betere kennisdeling tussen steden onderling, met de EU als mogelijk bestuurlijk kader.

Wim van de Camp benadrukte in reactie dat de nationale overheden bovenal zelf gaan over het beleid voor en door steden. En tóch… De stad mag dan strikt genomen géén EU-taak zijn, het neemt niet weg dat de EU-instituties (nog) te weinig aandacht hebben voor de groeiende voordelen van stedelijke regio’s (kennis en innovatie) en hun alledaagse uitdagingen (grootstedelijke problematiek). De onderhandelingen over het volgende financiële kader zijn een kans om lokale invloed op Europees beleid te vergroten, aldus ons EP-lid. De middelen liggen op de plank!

Tijdens de Q&A leidde dit tot een interessante discussie over het (her-)verdelen van de EU-financiën, met onder meer de inbreng dat de huidige verdeling de innovatiekracht van steden te weinig stimuleert. Zou het sectoraal inzetten van subsidies steden niet meer aanzetten tot innovatie en bundeling van functies, ten gunste van de sociale cohesie? Stof tot nadenken en ons inziens een mooie opdracht voor gemeentelijke fracties en de Brusselse!

Wij kijken in ieder geval terug op een interessante, uitdagende en prikkelende avond. 

Mireille de Jonge (vz) en Reijer Knol (lid), namens de werkgroep Europa en Internationale Betrekkingen

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.