Provincie pakt ganzenprobleem aan
Boeren krijgen een tegemoetkoming in de schade die zomerganzen aanrichten. Dat heeft het provinciebestuur van Zuid-Holland vandaag besloten. Het voorstel werd ingediend op initiatief van CDA en VVD. CDA-Statenlid Paul Rijken: "Tot we het gewenste aantal ganzen voor onze provincie hebben bereikt, willen wij boeren tegemoet komen in de schade die de dieren veroorzaken."
Zuid-Hollandse boeren lijden veel schade door het grote aantal ganzen in de provincie. Vooral het opeten van gras door de dieren kost de boeren veel geld, maar ook in akkerland kunnen de dieren grote schade aanrichten. CDA en VVD willen het aantal ganzen zo snel mogelijk verminderen en tot die tijd de boeren ondersteunen die schade ondervinden. Dat het aantal ganzen in de zomer zo groot is, is een gevolg van diverse oorzaken, waaronder overheidsbeleid.
Rijken: "Op tijd voldoende 'oogsten' uit de populatie voorkomt schade, ongelukken, dierenleed en het verspillen van uiterst biologisch voedsel. De mogelijkheden om de ganzenpopulatie duurzaam te beheren, zijn uitgebreid in het nieuwe Faunabeheerplan. Maar er zijn zoveel ganzen, dat het niet lukt binnen één of twee jaar uit te komen op het aantal dat we willen."
"Voor het CDA is de ideale situatie: een goede wildstand, waarbij beheer via de jacht voldoende is om het aantal dieren op het gewenste aantal te houden en de geschoten dieren opgenomen kunnen worden in de voedselketen. Daar zijn we nog lang niet. Maar dankzij ons voorstel zal de provincie tot die tijd de boeren tegemoet komen in de schade die de ganzen veroorzaken."