02 juli 2021

Blog: Woningbouw mag de haven van Rotterdam niet verdringen

Dat de woningnood in Zuid-Holland hoog is, dat weten we inmiddels. En er moet echt iets gebeuren, maar tegen (w)elke prijs? Als provincie moeten we blijven nadenken over waar deze nieuwe woningen gebouwd gaan worden en hoe de woningen impact hebben op de omgeving... en andersom!

Neem nu het bouwen rondom de Rotterdamse haven. Afgelopen week verbaasde ik mij toen ik hoorde dat alleen het geluid dat havenbedrijven op de wal maken, wordt gebruikt voor het berekenen van de toegestane afstand tot een woningbouwlocatie. En dat constante gebrom van aan de kade liggende zeeschepen dan? Dit ‘nestgeluid’ wordt dus niet meegenomen in deze berekening. De toekomstige bewoners van deze nieuwe woningen hebben een prachtig uitzicht, maar dat gebrom kan wel een enorme bron van ergernis zijn. Met mogelijke rechtszaken tegen de havenbedrijven als gevolg. En dat willen we niet.

De provincie Zuid-Holland moet opkomen voor de bedrijven in ons havengebied. Het kan toch niet zo zijn dat bedrijven weg moeten vanwege woningbouw? Kijk eens naar de Wiltonhaven. Daar wil de gemeente appartementencomplexen van 14 verdiepingen hoog bouwen op 100 meter van de haven, waar grote bedrijven als Mammoet, Huisman en Damen liggen, goed voor 2000 banen. Deze bedrijven verhuizen niet naar een ander stukje langs de Nieuwe-Waterweg, waar ze over een paar jaar mogelijk tegen hetzelfde probleem aanlopen. Het is aannemelijker dat de Nederlandse vestiging gesloten wordt, waarbij duizenden banen en veel knowhow verloren kan gaan.

Als CDA willen we dat de provincie haar herziening van het omgevingsbeleid toch nog even tegen het licht houdt op dit onderwerp ‘nestgeluid’. Het is goed dat de provincie de woningbouwopgave serieus neemt, maar hier moet werkgelegenheid toch echt voorrang krijgen.

Moniek van Sandick
CDA-Statenlid in Zuid-Holland

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.