13 oktober 2022

CDA blij met vervanging treinen maar kritisch over afspraken met vervoerder Qbuzz

“We zijn nog steeds erg blij dat de treinen vervangen worden, maar zijn tegelijk zeer kritisch over de afspraken met Qbuzz,” zo reageerde CDA-fractievoorzitter Michel Rogier vandaag tijdens de Provinciale Statenvergadering. Tijdens de vergadering stond de aanschaf van de nieuwe treinen voor de MerwedeLingelijn op de agenda.

Eind september kondigde gedeputeerde Zevenbergen aan dat er vanuit de provincie Zuid-Holland overeenstemming was bereikt met het Rijk over de vervroegde afschrijving van de huidige treinen, de aanschaf van het nieuwe materieel en de nodige aanpassingen aan de infrastructuur. Dit naar aanleiding van de diverse problemen van de huidige treinen en de verplichting om treinstellen vanaf 2028 uit te rusten met het nieuwe beveiligingssysteem ERTMS.

Hoewel de nieuwe treinstellen tot een grote verbetering zullen leiden in de toegankelijkheid en veiligheid, klinkt er ook een kritische noot. Want er is veel onvrede bij de reizigers over de dienstverlening van vervoerder Qbuzz. De huidige concessie zou eind 2026 ten einde lopen. Maar een concessiewisseling gecombineerd met een treinenwisseling is onwenselijk: het bestellen van nieuwe treinen die door een andere vervoerder worden gebruikt heeft grote risico’s van discontinuïteit in de uitvoering van de treindienst. De concessie van Qbuzz zou om deze reden verlengd worden tot eind 2033.

Met oog op de kwaliteit van de dienstverlening van de afgelopen jaren, is het CDA erg kritisch over de afspraken met Qbuzz als de concessie verlengd wordt. “De reiziger moet centraal staan bij de verdere besluitvorming en afspraken met Qbuzz,” zo vindt Rogier. “Het CDA heeft daarom de toezegging gekregen dat bij verdere afspraken met Qbuzz de reizigersorganisaties betrokken worden bij het tot stand komen van een programma van eisen en dat deze ook met de Provinciale Staten besproken worden.”

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.