Is biobased (ver)bouwen de oplossing?
De woningbouwopgave, de stikstofcrisis, bodemdaling en vermindering van de biodiversiteit. Het zijn een reeks aan uitdagingen waar we hard op de feiten worden gedrukt. Er moet iets gebeuren om ons milieu en landschap gezond en leefbaar te houden. Is biobased (ver)bouwen de oplossing?
Biobased bouwen is een wijze van bouwen die gebaseerd is op de natuur. Het is een milieu- en klimaatvriendelijk alternatief waarbij natuurlijke en hernieuwbare materialen worden gebruikt, zoals hout en verschillende grassoorten. Schoon bouwen dus. En dat is hard nodig. Al een aantal jaar wordt er gesproken over andere teelten in de veenweidegebieden. “Het zou een oplossing zijn,” legt CDA-Statenlid Jaco Kastelein uit. “De achterliggende gedachte is dat je met nattere teelten de bodemdaling kan verminderen. Daarnaast kan meer diversiteit een bijdragen leveren aan meer biodiversiteit.” Door het verwerken van het gewas tot duurzaam bouwmateriaal, wordt de koolstof die in de gewassen wordt opgenomen langdurig in gebouwen vastgelegd.
In een onlangs verschenen rapport (in opdracht van provincie Zuid-Holland en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) is een verkenning gedaan in het veenweidegebied bij Nieuwkoop en omgeving. Er is onderzoek gedaan of vochtige hakhoutbos, griend, rietteelt, lisdoddeteelt en agrobosbouw kansrijk zijn om in de toekomst te gebruiken als natuurlijke bouwmaterialen. “Het is goed om te zien dat biobased bouwen nu grondig is onderzocht om tot een meer circulaire economie te komen,” aldus Kastelein. “Maar duidelijk is helaas wel dat de afzet van dergelijke natuurlijke materialen nog lang niet zeker is en het financieel niet rendabel is.”
Want hoewel het teelten en gebruiken van biobased gewassen tal van voordelen oplevert (op het vlak van milieu, landschap, klimaat en biodiversiteit), levert het telen van deze duurzame gewassen onder de huidige omstandigheden een negatief rendement ten opzichte van het huidig agrarisch grondgebruik.
Volgens het rapport zal een doorbraak nodig zijn om enerzijds de marktvraag naar deze materialen te versterken en anderzijds de agrariërs te belonen voor hun milieuprestaties. “Om biobased gewassen rendabel te maken voor agrariërs, zijn dus ook lokale en provinciale overheden nodig om de markt op gang te krijgen en agrariërs te belonen voor de maatschappelijke inzet. Tot die tijd draagt het dus helaas niet bij in de gebiedsgerichte aanpak.” Daarbij komt volgens Kastelein nog een aanvullende uitdaging. “Arbeid is een bijkomend probleem. Het telen van deze gewassen is veel, zwaar handwerk: de teelten zijn nog totaal niet gemechaniseerd.”
Er is dus werk aan de winkel, want wil biobased (ver)bouwen een kans krijgen, dan zijn andere markten, subsidies en langere termijn zekerheden nodig voor de agrariërs.