Nu doorpakken om samen met de agrarische sector chemische gewasbeschermingsmiddelen te verminderen.
Tijdens de commissievergadering Klimaat, Natuur en Milieu (KNM) van 21 april jl. stond de beleidswijziging gebruik chemische gewasbeschermingsmiddelen op de agenda. Ons kersverse CDA-Statenlid Jaco Kastelein riep het college op om stappen te zetten om samen met de agrarische sector te komen tot een haalbaar plan en een gezamenlijke gedragen oplossing.
Afgelopen jaar besloot de provincie Zuid-Holland het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen vanaf 1 januari 2021 te verbieden op agrarisch natuurbeheer voor nieuwe contracten. Een risico volgens het CDA in Zuid-Holland, omdat er daardoor weinig animo meer zou zijn voor agrarisch natuurbeheer en daarmee de oppervlakte zou gaan afnemen, wat de vergroting van biodiversiteit niet ten goede zou komen. De agrarische sector heeft verbaasd kennisgenomen van dit verbod en is teleurgesteld dat zij niet betrokken is geweest in deze beleidswijziging. De provincie heeft begin december het verbod opgeschort tot 1 januari 2023 om tegemoet te komen aan de wens van de landbouwsector.
De CDA-Statenfractie steunt de inspanning van de provincie om minder chemische gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken, maar waarschuwt ook dat dit om een ander teeltsysteem vraagt met weerbare gewassen, waarbij een weerbaardere bodem belangrijk is. “Dit vraagt tijd en kennis,” aldus CDA-Statenlid en melkveehouder Jaco Kastelein. “De agrarische sector is daar druk mee bezig en wil ook niets liever. Maar de bottlenecks op dit moment zijn het toenemende aantal verboden en de lange doorlooptijden bij het toelaten groene middelen.” Wat Kastelein betreft moeten deze stappen eerst gemaakt kunnen worden om tot een vermindering van chemische middelen te komen.
Bovendien ziet Kastelein een aantal risico’s van de vermindering van chemische gewasbeschermingsmiddelen op het gebied van agrarisch natuurbeheer. “De wil om te komen tot extensieve landbouw – waarbij slecht in beperkte mate wordt ingegrepen in de natuur – betekent dat wij geen 10%, maar 30 % inkomen moeten gaan besteden aan voedsel. Dit soort risico’s moeten eerst beter verkend worden.”
Desondanks is de CDA-Statenfractie blij dat de uitgestoken hand van de agrarische sector wordt opgepakt door het college, om samen te komen tot een haalbaar plan, waarbij het beperken van de milieubelasting het doel is. De fractie roept het college dan ook op om stappen te zetten naar een gezamenlijke gedragen oplossing.
Kastelein: “De provincie doet ook mee aan het project ‘Samen voor biodiversiteit’, het lijkt mij goed om dat eens te verkennen of daar oplossingen zijn te vinden.” Gedeputeerde Potjer waardeerde de suggestie van Kastelein en heeft toegezegd hiermee aan de slag te gaan.