Deze week vond het debat plaats over de begroting van het kabinet voor economische zaken en klimaat. De CDA-fractie werd vertegenwoordigd door Mustafa Amhaouch en Henri Bontenbal.
Aanvalsplan
We hebben meer monteurs, installateurs en ingenieurs nodig en minder economen en bestuurskundigen, constateerde Amhaouch in zijn inbreng. Maar helaas is het nu zo dat de eerste groep steeds minder groeit, en de tweede juist meer. “We moeten dus alles doen om die trend te keren. Anders komt er van de grote maatschappelijke opgaven, zoals de digitalisering en de energie- en mobiliteitstransitie, niets terecht. Het ook nog maar de vraag of we onze ambities waarmaken met betrekking tot de klimaattransitie en ten opzichte van ons toekomstig verdienvermogen. We zullen dan echt harder moeten werken aan het opleiden van meer praktisch en technisch geschoold personeel.”
Motie
Omdat er momenteel een structurele schaarste is aan technisch geschoold personeel, zorgt dat in bepaalde clusters van de technische sector voor wachttijden en productieproblemen. Er lopen wel al veel verschillende initiatieven om personeelstekorten in de technieksector op te lossen, onder verantwoordelijkheid van verschillende ministeries, maar daar is meer gecoördineerde inzet bij nodig. Daarom diende Amhaouch een motie in, samen met een groot aantal andere partijen, waarin wordt verzocht om onder regie van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, in samenspraak met het Techniekpact, een analyse te maken van de effectiviteit van deze initiatieven en te onderzoeken waar aanvullingen nodig zijn. Dit moet leiden tot een ‘aanvalsplan’, waarmee een volgend kabinet dan snel en goed geïnformeerd aan de slag kan om de tekorten in de technische sector structureel op te lossen.
Bekijk hier een filmfragment van de inbreng van Mustafa.
Woede, moed en verbeeldingskracht
Henri Bontenbal trapte zijn betoog af met een citaat van Kerkvader Augustinus. “Hoop heeft twee prachtige dochters: woede en moed. Woede over de dingen zoals ze zijn en moed om te geloven dat ze niet zullen blijven zoals ze zijn.” Bontenbal stelde voor daar nog een derde dochter aan toe te voegen, namelijk: de verbeeldingskracht. “Want naast de woede en de moed hebben we de verbeeldingskracht nodig om ons een beeld te vormen hoe anders de dingen kunnen zijn.”
In zijn inbreng pleitte Bontenbal onder andere voor het versnellen van de realisatie van nieuwe energie-infrastructuur. Want er is nu nog veel tijd nodig voor vergunningsprocedures en ruimtelijke inpassing. Ook stond hij stil bij het probleem dat de netbeheerders extra eigen vermogen nodig hebben om de grote toename aan investeringen in elektriciteitsnetten te kunnen financieren. “Als deze kapitaalbehoefte niet wordt ingevuld, kunnen de netbeheerders deze investeringen niet goed meer financieren. Hoe denkt de staatssecretaris dat dit probleem moet worden opgelost? En als het Rijk bereid is bij te springen, onder welke voorwaarden gaat het Rijk dat dan doen?”
Bekijk hier een filmfragment van de inbreng van Henri.