Lachgas is lang niet zo onschuldig als veel jongeren denken. Daarom pleit het CDA voor een voorlichtingscampagne om de gebruikers van lachgas bewust te maken van de risico’s.
CDA woordvoerder preventiebeleid Anne Kuik heeft Kamervragen gesteld over lachgas aan de minister voor Medische Zorg en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Kuik: “Uit een rapport van het Trimbos-instituut blijkt dat lachgas een vrolijk en onschuldig imago heeft onder jongeren. Het is makkelijk verkrijgbaar en goedkoop. Dat zorgt ervoor dat het gebruik laagdrempelig is. Gebruikers onderschatten echter de risico’s die aan het gebruik van lachgas kleven. Het middel is verre van onschuldig, het kan leiden tot een tekort aan zuurstof in je hersenen, met als gevolg o.a. ernstige hoofdpijn, duizeligheid en verwardheid.”
Kuik roept de minister en staatssecretaris op om een voorlichtingscampagne te starten, om de gebruikers op de risico’s van het gebruik te wijzen. Ook wil zij dat de online aanschaf van lachgas voor recreatief gebruik moeilijker wordt gemaakt, en dat er een onderzoek komt naar de lange termijneffecten van veelvuldig gebruik van lachgas bij jongeren.
Vragen van het lid Kuik (CDA) aan de Minister voor Medische Zorg en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de normalisering van gebruik van lachgas voor recreatieve doeleinden
1. Heeft u kennis genomen van het artikel in het AD naar aanleiding van het rapport van het Trimbos-instituut? 1)
2. Hoe beoordeelt u dat lachgas een vrolijk onschuldig imago heeft onder jongeren en dat het zo makkelijke verkrijgbaar is?
3. Deelt u de mening dat het van belang is dat jongeren een reëel beeld hebben van lachgas en de risico’s bij gebruik, en dat de normalisering van het gebruik onder jongeren moet worden tegengegaan?
4. Zo ja, bent u van plan een voorlichtingscampagne (bijv. via scholen en sociale media) op te zetten om jongeren bewust te maken van de risico’s?
5. Heeft u een algemeen beeld van hoe groot het deel is van de totale verkochte producten die gebruikt worden voor recreatief gebruik?
6. Vindt u dat detail- en groothandels een eigen verantwoordelijkheid hebben die niet vrijblijvend mag zijn als het gaat om lachgas verkoop ten opzichte van jongeren? Bent u bereid om eventueel meer dwingende maatregelen te nemen als uw aangekondigde gesprek met detail- en groothandels om te komen tot afspraken over vrijwillige beperkende maatregelen, niet tot het gewenste effect leidt? Zo nee, waarom niet? 2)
7. Bent u bereid om de online verkoop van lachgas voor recreatief gebruik tegen te gaan of minder makkelijk te maken, ook gezien het feit dat van online alcoholverkoop bekend is dat er vrijwel niet op de leeftijdsgrens gehandhaafd wordt?
8. Hoe moeten handhavingsinstanties omgaan met ondernemers in de horeca die lachgas verstrekken voor feestjes en dus oneigenlijk gebruik?
1) Algemeen Dagblad, “Wel degelijk kans op verslaving aan lachgas”, 18 december 2017
2) TK 2017-2018, 24077, nr.405