Het CDA blijft tegenstander van de initiatiefwet van D66 om majesteitsschennis uit het Wetboek van Strafrecht te schrappen. De initiatiefwet, die vandaag werd behandeld in de Tweede Kamer, behelst het afschaffen van een apart artikel voor het beledigen van de Koning. Het CDA is groot voorstander van het Koningshuis en heeft gepoogd D66 te weerhouden dit voorstel zo te behandelen.
Tweede Kamerlid (CDA) Chris van Dam: ‘’Als CDA zien wij de Koning als wezenlijk instituut in onze democratische rechtsstaat. En juist dat rechtvaardigt dat er in ons wetboek sprake blijft van een afzonderlijke strafbaarstelling van het beledigen van de Koning.’’
Van Dam pleitte in zijn eerste termijn al tegen het voorstel van D66 die naar aanleiding van het debat met de Tweede Kamer besloot om het initiatiefvoorstel aan te passen en op sommige punten te verzwakken. Waar de Koning in het eerste voorstel zelf op de fiets aangifte zou moeten doen, is daar in het tweede voorstel geen sprake meer van.
Van Dam pleitte deze ochtend in het bijzonder voor gemeenteraadsleden die door het voorstel van D66 niet langer extra beschermd worden door de wet. In het debat vroeg hij Verhoeven naar de mogelijkheid om ook deze groep extra te blijven beschermen. ‘’Maar mogen en kunnen wij die norm ook stellen voor gemeenteraadsleden. Mensen die niet fulltime, als beroepspoliticus in het verre Den Haag, maar lokaal, dichtbij de ondermijning, dichtbij de rauwe emotie van burgers, niet afgeschermd door beveiliging en voorlichters, hun werk moeten doen.’’
Voor het CDA is het behoud van majesteitsschennis in het Wetboek van Strafrecht een belangrijke aangelegenheid. In een tijd waarin het lijkt dat we ‘’alles maar mogen zeggen’’ is het belangrijk om niet te vergeten dat met de vrijheid van meningsuiting ook verantwoordelijkheid gepaard gaat. ‘’Als je morrelt aan de wijze waarop ons staatshoofd beschermd wordt tegen beledigingen en aantijgingen, morrel je aan de wijze waarop instituten in onze rechtsstaat beschermd worden.’’ aldus van Dam.