“Ik wil niet langer de put dempen als het kalf al verdronken is. Laat mij maar eens meewerken aan het voorkómen van problemen, aan het maken van beleid, aan het maken van de juiste keuzes.”

Met deze woorden opende voormalig politieagent en officier van justitie Chris van Dam vandaag zijn maidenspeech, tijdens een debat over discriminatie en racisme. Voor hij op deze onderwerpen inging, stond hij stil bij zijn eigen drijfveren als Tweede Kamerlid en lichtte  hij zijn opvattingen over veiligheid nader toe.

Christendemocraten leggen de verantwoordelijkheid voor veiligheid in de samenleving niet primair bij de overheid, bij politie en justitie, maar bij de burgers zelf. Bij het gezin, bij scholen, bij de voetbalvereniging. Het vertrouwen staat centraal, het vertrouwen in de kracht, het initiatief en het verantwoordelijkheidsgevoel van mensen zélf.
 
Veiligheid begint dus bij een fatsoenlijke, goed functionerende samenleving, waarin mensen naar elkaar omkijken. Maar die samenleving van ons hapert nogal, aldus van Dam. Uit een recent rapport van het SCP blijkt dat we steeds meer in onze eigen bubbel leven, in ons eigen hoekje van de samenleving, afgesloten van anderen. Het rapport signaleert enerzijds dat een groot deel van de bevolking meer en meer eigen keuzes gaat maken, meer vrijheid wil genieten en meer regie over het leven neemt. Terwijl een ander deel van de bevolking daar steeds minder toe in staat is. Van Dam: “Zijn wij een verzameling van langs elkaar heen levende minderheden geworden, of vormen wij samen de democratische rechtsstaat Nederland? Wie komt er nog op voor het algemeen belang?”

“Als de tendens is dat we ons steeds meer terugtrekken in onze eigen wereld, in onze eigen bubbel, dan is dat ook voor de bestrijding van discriminatie en racisme slecht nieuws. Als we daarentegen het belang en de betekenis van onze gezamenlijke democratische rechtsstaat Nederland weten op te poetsen, soms zelfs weten terug te vinden, dan is dat per direct een investering in iets wat we samen belangrijk en waardevol vinden.”

Daarmee kwam van Dam op het eigenlijke onderwerp van het debat: discriminatie en racisme.

Het CDA is blij met het overzicht van ‘goede voorbeelden van beleid tegen arbeidsmarktdiscriminatie’. Het is weliswaar een voorzichtig begin, maar het begin is er. Van Dam vroeg de minister om hier vooral mee door te gaan,  en ze te verwerken in de campagnes tegen discriminatie en racisme. Juist om de beeldvorming positief te wijzigen.

Uit de cijfers van de Anti Discriminatie Voorzieningen (de ADV’s) en de politie blijkt dat het aantal meldingen en aangiften van moslims ten opzichte van 2014 is verdubbeld. Is hier sprake van toegenomen discriminatie van moslims, hogere aangiftebereidheid, of beide, wilde van Dam graag van de minister weten.

Van Dam wilde ook dat de cijfers rondom discriminatie sneller beschikbaar komen; ‘het is april 2017 en wij spreken nu over de cijfers van 2015’. Hij vroeg de minister om voortaan per kwartaal hierover te rapporteren, bij voorkeur in één geïntegreerde rapportage van ADV’s, politie en Openbaar Ministerie.

Tot slot vroeg van Dam de Minister om te komen met een aangifte-protocol voor discriminatiezaken, zodat helder wordt wat burgers van de politie mogen verwachten.

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.